In Brooklyn dwaasheid laat Paul Auster ons kennismaken met verteller Nathan Glass; een man in de herfst van zijn leven, een uitgebluste verkoper van levensverzekeringen,herstellende van kanker en gebrouilleerd met zijn enige dochter.
Laat ik eens een fantastische openingszin schrijven, moet de auteur gedacht hebben - anders was hij 'Brooklyn dwaasheid' niet begonnen met het statement: 'Ik was op zoek naar een plek om rustig dood te gaan.'
Brooklyn dwaasheid is de meest toegankelijke Auster totnogtoe. al heeft het boek ook iets van een haastig in elkaar gezette vingeroefening. De typische ingrediënten zijn alleszins aanwezig: er is een vloed aan intertekstuele verwijzingen, en we krijgen te maken met personages die zich bezighouden met ronduit zinloze projecten.
Op zoek naar een "plek om rustig dood te gaan", verhuist Nathan terug naar Brooklyn, de stad van zijn prille jeugd waar hij zijn echtscheiding overdenkt en begint te schrijven aan wat hij het Boek van de menselijke dwaasheid noemt. Hierin doet hij verslag van "elke blunder, iedere dwaasheid en iedere tekortkoming van zijn carrière als man". Het boek dat wij als lezer onder ogen krijgen lijkt het product te zijn van deze inspanningen.
Het is een absurde roeping die we in andere vorm al kennen van het eerdere werk. De auteur heeft immers een patent op het introduceren van vrijwillige eenzaten die hun gebrek aan stabiliteit proberen te compenseren met het najagen van op voorhand gedoemde missies.
Kort na zijn verhuizing ontmoet Nathan onverwacht zijn neef Tom Wood (de namen Wood en Nathan fungeren, zoals wel vaker in Austers werk, als verwijzing naar bepaalde eigenschappen van de mannen).
Hij is de persoon waar het verhaal eigenlijk om draait, aldus Nathan. Tom, ooit briljant student Amerikaanse literatuur op weg naar een zonnige toekomst, werkt nu in een tweedehands boekhandel. Hier probeert hij boven de catalogi die hij samenstelt zijn mislukte academische carrière te verwerken.
Dankzij Harry Brightman en zijn tweedehands boekhandel werd hij gered van zijn sociaal isolement
De drie mannen (Nathan, Tom en Harry) vinden elkaar temidden van hun teleurstelling in het leven, en samen mijmeren ze over een plek "waar je kunt leven op je eigen voorwaarden", over "een innerlijke schuilplaats" en over een "hotel van het bestaan".
Ze bewegen zich door hun bestaan als ballen in een flipperkast: zonder richting of zekerheid, slachtoffers van een wrede willekeur.
Uitzichtloosheid en de zoektocht naar betekenis spelen in de roman een grote rol. Deze worden verbeeld door de drie mannen die ieder op hun eigen manier zoeken naar een plek in de wereld. Alle drie representeren ze ook een verschillend aspect in het leven van de man. Zo speelt bij Tom de mislukte carrière een rol, worstelt Nathan met ziekte en is Harry de homoseksuele ex-gevangene met een gouden hart. Bovendien worstelen ze alledrie met de liefde.
De verhouding tussen de mannen wordt dan echter verstoord door nog een plots opduikend familielid (de negenjarige Lucy), wat het verhaal een dynamische injectie toedient.
De dochter van Toms zus Lucy ,leidt Nathan en Tom van Brooklyn naar Vermont op een reis die hen beiden aanzet tot denken en hen inspireert hun leven te veranderen.. In het Austeriaanse universum is natuurlijk niets van lange duur en er komt dan ook snel een einde aan de door het kind op gang gebrachte ontwikkelingen.
Auster schrijft vanuit één personage, in dit geval Nathan Glass, en dat komt soms gekunsteld over. Zo klinken zijn beweringen over het leven hier en daar als gemeenplaatsen en cliché's. De wendingen in het verhaal zijn ook allerminst verrassend, terwijl Auster juist om zulke verrassingen bekendstaat.
Daarnaast zijn sommige stukken ronduit sentimenteel. Dit kan met opzet zijn gedaan omdat Nathan immers in de herfst van zijn leven verkeert en misschien een wat sentimentele kijk op de dingen heeft.
Anders dan Austers vorige romans is Brooklyn dwaasheid een luchtige roman, een simpel verhaal qua opzet en stijl wat fans van het eerste uur deed verzuchten dat de meester het niet meer in zich had om nog eens uit te pakken met een kanjer van een literaire provocatie.
Brooklyn dwaasheid is zeker geen slechte roman, daartoe bieden de intrigerende wendingen en het verzorgde proza een garantie. Het is wél een roman die aanvoelt als een zoethoudertje om de fans te plezieren, fans die ongetwijfeld het geduld hadden opgebracht te wachten op een boek van het kaliber van Broze Stad of zijn meesterwerk Leviathan,
De roman wordt grotendeels ingenomen door een bij momenten behoorlijk onwaarschijnlijke plot: samen met twee andere verlopen figuren probeert Nathan het leven nog enige zin te geven met behulp van behoeftige kleine meisjes, kunstvervalsingen en literaire citaten. Dat zou op zich voldoende moeten zijn voor een beresterke roman, maar Austers ietwat routineuze behandeling van de eeuwige thema's ? die ook al net iets te vaak zijn thema's zijn geweest - overtuigt maar half. Strikt genomen is de lectuur van 'Brooklyn dwaasheid' geen tijdverlies, maar er komen tegenwoordig straffere teksten uit de hoofdstad van de wereld.
Paul Auster: -1947
De schrijver is geboren op 3 februari 1947 in Newark(-New Jersey) als zoon van
Samuel en Queenie Auster.
Hij liep er school aan Columbia Highschool en behaalde zijn B.A. Engels en Comparitieve literatuur aan Columbia University in 1969.
In 1970 behaalde hij een M.A. in Comparitieve literatuur aan dezelfde universiteit., waarna hij een drietal jaren in Frankrijk ging wonen.om er vertalingen te maken van het werk van Sartre, Mallarmé en Simenon, en poezië en toneelwerken te schrijven
Sinds zijn terugkeer naar New York in 1974 heeft hij zijn eigen gedichten, essays, romans en vertalingen van Franse schrijvers zoals Mallarmé en Joubert gepubliceerd.
In oktober 1974 huwde hij met de romanschrijfster Lydia Davis , waarvan hij zich in 1978 liet scheidden.
In 1981 treedt hij opnieuw in het huwelijk met de Noorse dichteres en auteur Siri Hustvedt waarmee hij zijn dochter Sophie kreeg.
Zijn eerste roman was een detectiveroman genaamd Squeeze Play en werd geschreven onder het pseudoniem Paul Benjamin (Benjamin is zijn tweede naam).
Auster bereikte bekendheid met een reeks van drie experimentele detectiveverhalen (City of Glass (1985), Ghosts (1986) en The Locked Room (1986)) die collectief als The New York Trilogy werd gepubliceerd ((1987)
Deze boeken zijn geen conventionele detectiveverhalen die rond een geheim en een reeks aanwijzingen worden georganiseerd. Eerder gebruikt hij de detectivevorm om existentiële kwesties en kwesties van identiteit te behandelen. Het onderzoek naar identiteit en persoonlijke betekenis is een rode draad in elk van de recentere publicaties van Auster geweest.
In de recentere werken van Auster is de rol van toeval en willekeurige gebeurtenissen erg belangrijk (The Music of Chance) en ook het verband tussen mensen en hun gezaghebbers en milieu (The Book Of Illusions, Leviathan). Door zijn rijke en onverwacht droomachtige proza, wordt Paul Auster beschouwd als één van de grootste levende schrijvers uit de V.S.
Bibliografie :
Romans
In the Country of Last Things (1987)-In het land der laatste dingen
Moon Palace (1989)-Maanpaleis
The Music of Chance (1990)-De muziek van het toeval
Auggie Wren's Christmas Story (1991)
Leviathan (1992)
Mr. Vertigo (1994)
Blue in the Face (1995)
Smoke (1995)
Dream Days in Hotel (1998)
Lulu on the Bridge (1998)
Sophie Calle: Double Game (1999)
Timbuktu (1999)-Timboektoe
The Book of Illusions (2002)-Het boek der illusies
Oracle Night (2003)-Orakelnacht
The Brooklyn Follies (2005)- Brooklyn dwaasheid
Travels in the Scriptorium (2006)- Op reis in het scriptorium
Series
New York Trilogy
1. City of Glass (1985)- Broze stad
2. Ghosts (1986)- Schimmen
3. The Locked Room (1986)-De gesloten kamer
The New York Trilogy (omnibus) (1987)
Non fiction
White Spaces (1980)
The Art of Hunger (1983)
Notebooks (1983)
The Invention of Solitude (1985)
The Red Notebook (1992)
Why Write? (1996)
Translations (1997)
Paul Auster's New York (1997)
Hand to Mouth: A Chronicle of Early Failure (1997)
The Story of My Typewriter (2001)
Collected Prose: Autobiographical Writings, True Stories, Critical Essays, Prefaces, And Collaborations with Artists (2003)
The Inner Life of Martin Frost (2007)
Poezie :
Disappearances: Selected Poems (1988) (Verwijningen)
Ground Work (1990)
Selected Poems (1998)
Collected Poems (2004)