De Kartuize van Parma
Oorspronkelijke titel : " La Chartreuse de Parme "
Uitgever: Athenaeum-Polak & Van Gennep
ISBN 90 253 4980 3
Paperback : 608 pag.
Vertaling : Theo KARS ***
Stendhal ,vooral bekend van het politiek-romantische meesterwerk "Het rood en het zwart" heeft zijn verhaal van "De Kartuize van Parma" gesitueerd in Noord-Italie ten tijde van Napoleon , zo'n tweehonderd jaar geleden dus. De jonge aristocraat Fabrizio sluit zich aan bij Napoleontische legers die juist de Slag bij Waterloo verliezen. Als Fabrizio terugkeert in Lombardije blijkt dat hij zich met deze "republikeinse zet" flink in de nesten gewerkt heeft, waardoor hij moet onderduiken. Zijn tante Gina vangt hem op en probeert hem in Parma in rustiger vaarwater te brengen. Omdat de impulsieve Fabrizio meer zijn hart dan zijn verstand volgt, raakt hij al gauw opnieuw in problemen die hem en de roman naar een denderende climax tillen.
Als je 'De kartuize van Parma' leest, heb je niet het idee dat je een boek aan het lezen bent. Nee, je luistert naar een amusant verhaal, een avontuur vol ironie, spot en intriges, zich afspelend aan het eind van de achttiende, begin negentiende eeuw in de aristocratische kringen van Parma en omgeving. Het is een kostelijke roman over corruptie, liefdes, intriges en de sociale netwerken van die tijd met telkens weer een amusante kwinkslag. Hoofdpersoon is Fabricio del Dongo, een naïeve jongeman, die in weerwil van zichzelf en zijn onschuld telkens toch weer in de problemen komt, daar dan weer uitgeholpen wordt door zijn 'fans' onder leiding van zijn flamboyante tante en dat ervaart alsof hij steeds langs de zijlijn van zijn eigen leven staat.
Zo raakt hij regelmatig paarden kwijt, snelt hij vol vuur Napoleon te hulp op 't slagveld en neemt hij soms de meest niet voor de hand liggende beslissingen.
In De Kartuize van Parma vallen allerlei romangenres samen: avonturenroman, liefdesgeschiedenis, Bildungsroman en politieke satire. Een van de grote charmes van dit machiavellistische relaas van liefde en eerzucht, idealisme en hartstocht, huichelarij en onverholen amoralisme is de ironische, oneerbiedige verteltoon. Hierdoor bewerkstelligt Stendhal dat de lezer het verslag van het wel en wee van de personages steeds met een geamuseerde of meewarige glimlach volgt.
Prachtige, laatste hoofdstukken, heerlijk cynische zinsbuigingen, komisch commentaar op die gepassioneerde Italianen en geweldige wendingen in het verhaal.
De vertaling van Theo Kars van dit prachtige boek van Stendhal , met een nawoord van Arnon Grunberg , is haast een schelmenroman over Fabrizio Del Dongo, die als geliefde neef door zijn tante op een hoge positie wordt geplaatst maar tegelijkertijd een bijna onmogelijke liefde opvat voor een andere vrouw Dit boek,leest als een trein en geeft een mooi beeld van de (hof)intriges van die tijd.
*** Stendhal, schuilnaam voor Marie-Henri Beyle (°Grenoble ,23 januari 1783 + Parijs, 23 maart 1842) was een 19e-eeuwse Franse romantische schrijver die in zijn werk zowel romantische als realistische invloeden verenigde. Stendhal werd geboren in een gegoede royalistische familie. Zijn vader, Chérubin Beyle, was advocaat in het parlement van de Dauphiné . Henriette Gagnon, Stendhals moeder, die hij aanbad, overleed op 23 november 1790, hetgeen een grote indruk naliet op de jonge Stendhal. Vanaf dat moment werd in zijn opvoeding voorzien door zijn vader, zijn tante en, vanaf 1792, zijn leermeester, abbé Raillane. Stendhal verteerde deze voogdij slecht en had een slechte kindertijd in een duffe provinciestad. Zijn enige vriendin was zijn jongere zus Pauline.
Hij verzette zich tegen zijn formeel-christelijke familie en studeerde vanaf 1796 wiskunde aan de Ecole Centrale de lIsère te Grenoble. Stendhal zocht zijn toevlucht in de rechtlijnige wiskunde. Op school werd hij beïnvloed door republikeinse en antiklerikale denkbeelden en werd hij ook aanhanger van de sensualistische filosofie van de School van Condillac. In oktober 1799 ging Stendhal naar Parijs met de bedoeling deel te nemen aan het ingangsexamen voor de École polytechnique. Hij zag daar echter van af en, dankzij zijn neef, graaf Pierre Daru, werd Stendhal tewerkgesteld bij het ministerie van Oorlog. In mei 1800 ging hij in dienst bij het Italiaanse leger van Napoleon. Zo ontdekte hij tot zijn grote genoegen Italië en meer bepaald de stad Milaan Zijn bekendste romans zijn La chartreuse de Parme en Le rouge et le noir, die beide autobiografische elementen bevatten. In beide romans bevatten de hoofdfiguren karakteristieken van Stendhal zelf. Zijn romans worden gekenmerkt door een vrij droge, korte stijl, mede door het feit dat Stendhal gekant was tegen elke vorm van literaire bladvulling.
Het realisme in Stendhals romans uit zich dan ook niet door uitvoerige beschrijvingen , maar eerder in het feit dat hij zich voor het basisgegeven van zijn verhaal baseerde op een waargebeurd feit (wat hij bestempelde als "être vrai"). In de meeste romans staat het thema van de liefde centraal en meerbepaald het procedé van verliefd worden, wat hij heeft omschreven als "kristallisatie".
Bibliografie :
Vies de Haydn, de Mozart et de Métastase (1815)
Rome, Naples et Florence (1817)
Histoire de la peinture en Italie (1817)
Vie de Napoleon (1817)
De lAmour (1822)
Vie de Rossini (1823)
Racine et Shakespeare (1823-1825)
Armance (1827)
Promenades dans Rome (1829)
Chroniques italiennes (1829-1840), waarin o. a. L'abbesse de Castro, Vittoria Accorambi, Vanina Vanini, Les Cenci, La duchesse de Palliano
Le Rouge et le Noir (1830) (Nl. : Het rood en het zwart)
Vie de Henry Brulard (1834-1836) -autobiografie
Mémoires dun touriste (1838)
La Chartreuse de Parme (1839) (Nl. : De kartuize van Parma)
Féder ou le mari dargent (1839, onvoltooid)
Privilèges (1840)
Lamiel (1889, onvoltooid, postuum)
Souvenirs dégotisme (1892, postuum)
Lucien Leuwen (1894, postuum)
|