De ziel te lijf .
Uitgeverij: Ambo, Baarn Uitgeverij: Westland nv, Schoten.
"ignoramus, ignorabimus" ("we weten het niet en we zullen het niet weten"), het motto van zijn laatste boekje 'Prutswerk',
*** In dit boek stelt Piet Vroon op zijn eigen toegankelijke wijze een aantal interessante vragen omtrent de ziel. Bestaan we uit stof en geest ? Gehoorzamen het lichaam en het bewustzijn elk aan hun eigen wetmatigheden of wordt ons doen en laten door één beginsel en wetgever beheerst ? Is het bewustzijn de oorsprong van allerlei besluiten en gedragingen, of komen onze daden op een ander niveau tot stand ? De verschillende vormen van samenspel van psychische en lichamelijke processen komen in dit boek direct en indirect aan de orde, zonder in zware filosofische disputen te vervallen.Daarnaast worden vragen behandeld over hoe maatschappij en wetenschap omgaan met allerlei problemen en verschijnselen inzake lichamelijke en geestelijke processen. Een boek dat inzicht verschaft in het samenspel tussen lichaam en geest.
VROON, Pieter Adrianus, psycholoog (Gorinchem 9-7-1939 - Culemborg 13-1-1998). Hij is de zoon van Gerrit Vroon,een molenaarsknecht, later vertegenwoordiger voor een meelhandel, en Sijgje Helena Adriana Verduin. Piet Vroon groeide samen met twee jongere broers op in Gorinchem en - tijdens de Duitse bezetting - in het streng calvinistische Alblasserwaard. Naar eigen zeggen had hij geen gemakkelijke jeugd. Zijn vader was Nederlands-hervormd op gereformeerde grondslag en zijn moeder was orthodox-calvinistisch.Beiden regeerden het gezin met stevige hand. Bepalend was bovendien een inwonende grootvader, die tot zijn dood in 1949 de gang van zaken thuis domineerde en de sfeer kleurde met zijn uiterst sombere levensvisie. Zijn ouders zijn nauwelijks ontwikkeld en zijn inwonende grootvader is vrijwel analfabeet. De bijna negentig jaar oude man vervloekt voortdurend zijn miserabele leven. Het enige wat dat bestaan zin geeft, is zijn fundamentalistische kerkgenootschap: de Gereformeerde Gemeente Onder het Kruis. Na school moet de achtjarige Piet grootvader voorlezen uit de Schrift en uit achttiende-eeuwse orthodox-protestantse psalmen. Het leven is zwaar, de mens zondig. Vroon gaat de wereld zien als een mysterie. Een onoplosbaar, maar fascinerend raadsel. Alles moet worden onderzocht. De eenzame tiener verliest zich in zijn microscoop en sterrenkijker. Vroon is radicaal in woord en daad. Enkele jaren voor hij psychologie gaat studeren, vervult hij zijn dienstplicht als commando. Loodzwaar. Toch voelt hij zich in zijn element, vertelt hij jaren later, bij de «combinatie van lichamelijke inspanning en mentale afmatting».Een leven lang blijft hij naar uitersten zoeken. Stelselmatig rijdt hij bloedstollend hard op zijn motor en in zijn auto. Hij gaat parachutespringen, maakt regelmatig vrije vallen en raakt verslaafd aan saltos en duikvluchten in sportvliegtuigjes. . Vroons wetenschappelijke carrière is een inhaalrace. Door zijn bescheiden afkomst is hij een laatbloeier. Pas op zijn 24ste begint hij aan zijn studie psychologie aan de universiteit Utrecht. Vroon studeert in drie jaar af, wordt na twee jaar assistent bij de vakgroep ,behaalde in 1966 zijn doctoraalexamen en promoveerde in 1972 cum laude op een onderzoek naar het waarnemen van tijd.en is uiteindelijk in 1983 hoogleraar theorie, filosofie en geschiedenis van de psychologie in Utrecht. Op 15-6-1973 huwde hij met Margaretha Aletta Johanna van Vliet (geb. 1944), die hij als studente en assistente in het Psychologisch Laboratorium had ontmoet. Zij studeerde later ook af als psycholoog. Naar eigen zeggen was zij de eerste vrouw in zijn leven, maar zag hij hun huwelijk al snel als een weinig vreugdevolle relatie. In 1975 en 1977 werden hun twee zoons geboren. Van 1967 tot 1976 was hij ergonomisch adviseur, onder andere voor Shell. Hij behoorde tot de culturele en wetenschappelijke elite.Het teloorgaan van behoorlijk universitair onderwijs ging hem aan het hart; de Nederlandse universiteiten werden door hem smalend bestempeld tot ZULO, een aan de Mulo refererende afkorting die stond voor "Zeer Uitgebreid Lager Onderwijs". Vroon was verslaafd aan media-aandacht en leek ook steeds minder te verbergen te hebben voor de media.Hij was bekend bij het grote publiek door zijn columns, bestsellers en televisieoptredens.' In 1974 begon Vroon - naast zijn gewone onderwijstaken - ook buitencursorische colleges te geven, die al snel erg populair werden.De colleges werden onder anderen gevolgd door de dochter van zijn latere uitgever Herman Pijfers van uitgeverij AMBO. Zij zorgde ervoor dat de collegedictaten werden omgewerkt tot misschien wel zijn beste boek: Bewustzijn, hersenen en gedrag (1976). Piet Vroon was een "sensation seeker".. Heel Nederland lag in de jaren negentig aan de voeten van de professor die alles beter wist.Het verbaast niemand dat zijn proefschrift tijdsbeleving als onderwerp heeft. Met een knipoog naar de dialectiek van de Duitse filosoof Hegel spreekt Vroon over «het individu in zijn dubbelrol van heer en knecht».We besluiten zelf of we iets doen en zeggen, denken dat we ons eigen gedrag besturen. Tegelijk is de mens echter afhankelijk van allerlei zaken waar hij geen vat op heeft, zoals zijn zenuwstelsel en zijn genetisch pakketje met eigenschappen.Mensen en processen functioneren op een chaotische manier. De onwetende overheid smijt zo miljarden over de balk. «Is het beleid of is erover nagedacht?» wordt een van zijn gevleugelde uitspraken Ook de machtige Gezondheidsraad neemt Vroon zeer serieus. De raad stelt de commissie-Vroon aan, die zin en onzin van alternatieve geneeswijzen tegen het licht moet houden. "De alternatieve genezer, merkt Piet Vroon op, stelt dat de mens verantwoordelijk is voor zijn eigen ziekten, terwijl er in de meeste gevallen alleen maar sprake is van domme pech. Vroon is een manisch generalist, in al zijn werk. Hij schrijft in ruim 25 jaar over vrijwel elk terrein dat enigszins verband houdt met de psychologie, in de breedte en diepte. Zijn leerling en latere collega Douwe Draaisma spreekt geïmponeerd over de interne databank van Vroon. Iedereen lacht om zijn inktzwarte humor. Zijn associatieve geest bruist. Sommigen vergelijken zijn colleges met optredens van Freek de Jonge. Feministen roepen hem samen met Paul Rosenmöller en Frank Rijkaard zelfs uit tot de nieuwe ideale man. Eigenwijze geesten zijn nooit lang populair.Ondanks alle populariteit is Piet Vroon geen gemakkelijk mens. De muffe geur van de protestantse polder blijft om hem heen hangen. Met al zijn humor neemt hij de wereld toch erg serieus. Lichtvoetigheid en nonchalance zijn Vroon vreemd. In 1993 probeerde Vroon samen met André Klukhuhn zijn doctorsbul in te leveren uit protest tegen het eredoctoraat dat door de Universiteit Nyenrode verleend werd aan Albert Heijn. Het weer inleveren van een bul bleek echter onmogelijk. Bovendien denkt hij razendsnel. Dat maakt hem ongeduldig en snel verveeld. Gesprekken die zijn geest niet voldoende prikkelen of uitdagen, kapt hij botweg af. Vroon schreef in een moordend tempo boeken en gaf wekelijks zijn mening in kranten, tijdschriften, op radio en televisie. Vroon omschrijft de psychologie als een geëxplodeerde confettifabriek, hij doet een poging om de snippertjes bij elkaar te brengen in een theorie. Hij was streng calvinistisch opgevoed,maar later voelde hij zich aangetrokken tot het Boeddhisme.Hij was wel gedreven door het verlangen om te weten hoe het zit.
.«Ik denk dat het leven geen zin heeft», sprak Vroon eens op televisie, «dat is prettig. Ik wil niet weten waar het toe leidt, anders ga je in boeddhistische gelukzaligheid navelstaren" Maar uit het lood geslagen door de mediahype en persoonlijk gekwetst door alle kritiek raakte hij in een vrije val.Vroon een fanatiek parachutespringer raakte in een vrije val.die eindigde met een harde klap. Op 14 januari 1998, 58 jaar oud, beëindigt hij zijn leven.
God is als schepper de aartsvijand van de traditie Linkse wetenschappers ontkennen het scheppende element in de wetenschap. Zij verdedigen de saaiheid en de dorre, droge zakelijkheid, die alle kennis uit een veilig hokje wil halen. Want ideologie is in diepste wezen de kleinburgerlijke hang naar vastheid, vaste grond onder de voeten, het je willen vastklampen aan veilige waarden en normen die verankerd zijn in de traditie. Een van die linkse denkers, die, ondanks het feit dat ze zich progressief noemen in feite uiterst rechts en conservatief zijn, is de Utrechtse hoogleraar in de theoretische psychologie Piet Vroon.
Bibliografie : Bewustzijn, hersenen en gedrag (1976). Weg met de psychologie' (1976) Stemmen van vroeger (1978) De hand op vandaag (1982) Psychologie in het dagelijkse leven (1983) Intelligentie (1984) De mens als metafoor ( samen met Douwe Draaisma) (1986) Allemaal psychisch (1988) Tranen van de krokodil (1989) Kopzorgen (1990) Wolfsklem (1992) Toestanden (1993) Verborgen verleider ( samen met A.van Amerongen enHans de Vries)(1994) De ziel te lijf (1995)
|