Twee handgeschreven brieven van de Franse schrijver Émile Zola (1840-1902) zijn uit een brandkast in een gemeentehuis ten westen van Parijs gestolen.
De dieven braken in en kraakten de kluis. Ze gingen er met de twee brieven van Zola en wat geld en cheques vandoor. De brieven zijn wat de inhoud betreft niet opzienbarend, maar de burgemeester van Médan, Serge Goblet, is geschokt over dit verlies voor Médan.
De toen reeds beroemde schrijver Zola ging in 1878 in Médan wonen en deed er ook werk in de gemeenteraad. Zola was in het Frankrijk van de 19e eeuw een van de invloedrijkste en vanaf 1877 ook een van de rijkste schrijvers in het land. Hij schreef in Médan bekende werken zoals Germinal. Émile Zola was een Frans schrijver en pamflettist. Hij wordt gezien als het belangrijkste voorbeeld voor de literaire school der naturalisten.
Émile Zola werd geboren te Parijs. Hij bracht zijn jeugd en zijn schooljaren door te Aix-en-Provence, waar zijn vader, van Italiaanse origine, ingenieur was. Door zijn planning voor de watervoorziening was zijn vader geruïneerd. In de armoedige jaren die daarop volgden, wist zijn zoon zich toch een bestaan te verwerven bij de uitgeverij Hachette.
Zola werd beroemd met zijn roman Germinal (1885) en zijn open brief J'Accuse...! (1898) omtrent de affaire Dreyfus. In die brief kiest hij partij voor de Joodse kapitein Alfred Dreyfus, die ten onrechte van spionage was beschuldigd.
Dertig jaar voordien al, in 1866, toen hij nog bescheiden bediende was bij Hachette, viel hij bijzonder scherp uit naar de officiële Salonjury, toen De fluitspeler van Édouard Manet geweigerd werd. Hij zou trouwens fervent verdediger worden van het Impressionisme, ook al bleek hij er 20 jaar later minder geestdriftig over in zijn l'Oeuvre van 1886. Zijn oude vriendschap met Cézanne ging hierdoor kapot.
Na de open brief J'Accuse...! in 1898 werd Zola veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Hij wachtte daar niet op, maar week uit naar Groot-Brittannië. Na een jaar kon hij terugkomen en werd hij als held ontvangen.
Émile Zola stierf, onverwacht, in Parijs op 29 september 1902 in zijn woning aan de Rue de Bruxelles door koolmonoxidevergiftiging. Zijn echtgenote was er bijna even erg aan toe, doch zij werd gered in het ziekenhuis van Neuilly.
De oorsprong van de icoonschilderkunst is terug te voeren op de Romeins-Egyptische Fajoemportretten van rond de 4e eeuw na Christus. Deze natuurgetrouwe, op hout geschilderde portretten kregen overledenen mee op hun sarcofaag. De mummieportretten waren een grote inspiratiebron voor de eerste iconenschilders, werkzaam in het Sint-Catharinaklooster in de Sinaï. In de collectie Vozyakov bevindt zich een Fajoemportret uit de 4e eeuw, te zien in de tentoonstelling. De icoonschilderkunst is rond de tiende eeuw in Rusland terecht gekomen; in Kiev huurde men destijds Byzantijnse kunstenaars in om allerlei kunstvoorwerpen te maken. Er ontwikkelde zich in de daaropvolgende eeuwen over heel Rusland een op Byzantijnse leest geschoeide icoonkunst. In steden als Novgorod, Moskou, Kazan, Vladimir-Soezdal en Pskov kwam de icoonkunst tot grote bloei.
Een icoon (van het Koinè Griekse εἰκόνα "tekening", "icoon"; en het Oudgrieks εἰκών "beeld", "afbeelding") van het Griekse eikoon - beeld)
Zijn afbeeldingen van heiligen of hoogfeesten, meestal geschilderd op een paneel. Zij worden geschilderd volgens door de kerk vastgestelde regels, de zg. canon. De Kerk heeft deze regels vastgesteld om voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen en zij mogen niet afwijken van de leerstellingen van de Kerk.
Het schilderen is voor de orthodoxe kerk een werk waarvoor Gods zegen gevraagd wordt en dat gepaard gaat met gebed en vasten. Een icoon wordt niet gesigneerd, want het is Gods hand die de icoon geschilderd heeft. Iconen behoren tot de Oosters-orthodoxe Kerk en de Oriëntaals-orthodoxe Kerk en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van de deze kerken en hun gelovigen. Iconen worden vanouds vooral geschilderd in landen waar de Oosterse orthodoxie of de Oriëntaalse orthodoxie de inheemse vorm van christendom is, zoals Griekenland, de Balkanlanden en Oost-Europa.
In het donker hangt mijn haar te drogen, en jij met je handschoenen aan , je houdt me in bedwang , en , je weet het wel , je steekt een vlam ( als aan een gasvuur ) aan mijn aapachtig verlangen naar jou
Niemand anders dan jij verdient het licht van mijn ogen
Geboren in Aschaffenburg op 6 mei 1880 en overleden in Davos op 15 juni 1938. Hij is de belangrijkste vetegenwoordiger van het Duitse expressionisme en wordt als voorman gezien van die Brücke. Kirchner , de zoon van een ingenieur bij de papierfabriek , later professor , verhuisde naar Dresden om daar bouwkunde te studeren ; daar leerde hij Fritz Bleyl en o.a. Erich Heckel. Kirchner werdt vooral beïnvloed door Vincent van Gogh en Edvard Munch. Vanaf 1909 is de kunst uit Oceanïe en Afrika zijn belangrijkste inspiratiebron .Na het uiteenvallen van Die Brücke werkt hij verder en in
1914 dient hij zich aan bij het leger .In 1915 stort hij in ,en wordt hij van zijn militaire dienst vrijgesteld ,hij is te gestoord om in dienst te blijven . De toenemende ' cultuurpolitiek ' van de Nazi's heeft er samen met zijn labiele toestand toe geleid dat Kirchner in 1938 geen andere oplossing zag dan zelfmoord te plegen.
Die Brücke is een groep die expressionistische schilders verenigde van juni 1905 tot 1913. Hun doel was om de kunst te bevrijden van de academische vormleer .Ze hadden een gemeenschappelijke atelier in Dresden waar ze naast schilderijen ook grafisch werk en driedimensionaal houtsnijwerk vervaardigden.
Clésinger, Jean Baptiste (Auguste)
1814 (Besançon)
1883 (Parijs)
Beeldhouwer Clesinger ontwierp het graf van Frédéric Chopin.
Zijn erotisch getinte beeld van 'Femme piquée par un serpent' zorgde voor schandalen.
Hij was de schoonzoon van George Sand.
Clésinger ligt in hetzelfde graf als Gourmont en De Courrière, de occultiste met wie hij een verhouding had. .