-----------
Jan Havicksz. Steen (Leiden, 1625 of 1626 aldaar, begraven 23 februari 1679) was een kunstschilder uit Nederland in de 17e eeuw, de tijd van de Nederlandse Barokke schilderkunst. Zijn werk is van ongelijke kwaliteit, maar mensenkennis, humor en uitbundig kleurgebruik zijn belangrijke kenmerken van zijn werk.
Biografie
Jan Steen was de zoon van Havick Steen, een koopman in graan en brouwer, en Elisabeth Capiteyn. Zij waren in 1625 als katholieken voor de schepen getrouwd en naar alle waarschijnlijkheid pas daarna in een schuilkerk gehuwd. Jan was de oudste van acht kinderen.
Net als zijn nog beroemdere tijdgenoot Rembrandt van Rijn (1606 - 1669) bezocht Jan Steen de Latijnse school in Leiden.
Hij ontving in Utrecht schilderles van Nicolaus Knüpfer (1603-1660), een Duitse schilder van historische en figuratieve taferelen. Invloeden van Knüpfer kunnen worden gevonden in Steens gebruik van compositie en kleur.
Een andere bron van inspiratie vormde Adriaen van Ostade (1610 - 1685), schilder van het boerenleven, die in Haarlem leefde. Het is niet bekend of Steen ook daadwerkelijk leerling van Van Ostade is geweest.
Zelfportret 1670
----------- Werk
Hetdagelijks leven was Jan Steens belangrijkste onderwerp. Veel van de taferelen waren levendig, zelfs chaotisch en wellustig. Dergelijke taferelen waren zo kenmerkend dat een huishouden van Jan Steen een veelgebruikt Nederlands gezegde is geworden.
Subtiele hints en vele symbolen in zijn schilderijen maken aannemelijk dat Jan Steen de kijker niet zozeer wilde uitnodigen om het getoonde na te bootsen, als wel wilde vermanen.
Veel van Steens schilderijen refereren aan oude Nederlands spreekwoorden of literatuur. Familie van de schilder fungeerde vaak als model.
Jan Steen schilderde een aantal zelfportretten. Deze doeken geven geen blijk van al te veel ijdelheid.
Op de taferelen zie je geregeld een klein hondje opduiken, het betreft hier een oud Nederlands hondenras: het kooikerhondje.
Steen heeft zich met veel thema's ingelaten: hij schilderde historische, mythologische en religieuze scènes, portretten, stillevens en natuurtaferelen.
Zijn afbeeldingen van kinderen worden geroemd, evenals zijn beheersing van licht en aandacht voor detail, met name in textiel. Jan Steen maakte zo'n 400 schilderijen.
Zelfportret als luitspeler; Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid
Ook de tijdgenoten van Jan Steen waardeerden zijn werk, met als gevolg dat hij redelijk goed betaald kreeg. Hij had geen studenten, maar zijn werk zou een bron van inspiratie worden voor veel collega's.
Wat betekenen de diverse houdingen van de handen van boeddhabeelden? Een van de karakteristieken van beelden van de Boeddha en andere boeddhistische figuren, is de houding van de handen, de mudra. Iedere mudra heeft een eigen betekenis. Er zijn veel verschillende mudra's, maar de meeste voorkomende handhoudingen zijn de volgende.
1)Beide handen in elkaar gevouwen in de schoot (dhyanamudra): dit is de houding van meditatie, en toont de historische boeddha in dagelijkse meditatie. En daarnaast is deze houding verbonden met de hemelse boeddha van het Westen, Amitabh
2)Rechterhand opgeheven tot de hoogte van de borst, met de handpalm naar buiten gekeerd (abhayamudra): dit is de handhouding van geruststelling. Hij hoort bij de historische boeddha in zijn dagelijkse activiteit van geruststelling, en bij de hemelse boeddha van het Noorden, Amoghasiddhi.
3)Rechterhand opgeheven, handpalm naar buiten gekeerd met duim en wijsvinger naar elkaar toe gebogen (vitarkamudra): dit is de houding van redenering, onderwijzen en discussie. Gewoonlijk zie je die bij voorstellingen van de historische boeddha in allerlei scènes van prediking.
4)Twee handen voor de borst (dharmachakramudra) met de wijsvinger- en duimtoppen tegen elkaar gedrukt: deze houding symboliseert het draaien (oftewel het in beweging zetten) van het wiel van de Leer. Deze houding zie je vooral bij beelden die de historische boeddha, Shakyamuni, voorstellen op het moment van de eerste prediking, en beelden van de hemelse boeddha van het Centrum (van het heelal), Vairochana genaamd
5)Rechterhand opgeheven tot de hoogte van de borst, met de handpalm naar buiten gekeerd (abhayamudra): dit is de handhouding van geruststelling. Hij hoort bij de historische boeddha in zijn dagelijkse activiteit van geruststelling, en bij de hemelse boeddha van het Noorden, Amoghasiddhi
6)Rechterhand omlaag, vingers naar beneden en de handpalm naar buiten gekeerd (varadamudra): Dit is de handhouding van zegen en vrijgevigheid. Hij toont de historische boeddha in zijn dagelijkse activiteiten van zegenen, vrijgevigheid en afstandelijkheid. Ook hoort deze houding bij de hemelse boeddha van het Zuiden, Ratnasambhava.
*Fabergé-eieren (Russisch: Яйца Фаберже) zijn juwelen in de vorm van paaseieren die Peter Carl Fabergé (of beter gezegd: zijn werknemers) tussen 1885 en 1917 maakte in opdracht van de Russische tsaren om te dienen als paasgeschenk.
Kenmerkend voor de ongeveer 50 gemaakte eieren is dat ze stuk voor stuk uniek zijn en dat ze gemaakt zijn van kostbare materialen zoals goud, platina en edelstenen.
Na de Russische Revolutie zijn de eieren verspreid geraakt over de hele wereld:
tien eieren zijn verdwenen, zestien zijn in bezit van particulieren, vijf zijn in handen van koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk en een groot aantal eieren bevindt zich in verschillende musea.
Fabergé-eieren zijn heden zeer kostbaar en sommige zijn miljoenen waard.*