/
Camille Claudel (Fère-en-Tardenois, 8 december 1864 -Montdevergues 19 oktober 1943 was een Frans beeldhouwster.
Zij speelde een grote rol in het leven van de beeldhouwer Auguste Rodin. Camille Claudel werd geboren op het Franse platteland van Aisne. Ze was de oudste zuster van de Franse dichter, dramaturg en diplomaat Paul Claudel.
Leven
Jeugd
Haar jeugd lijkt niet zo liefdevol te verlopen vooral omdat haar moeder nooit over het verdriet is gekomen van haar eerstgeborene zoon die slechts 2 weken heeft geleefd. Camille was het tweede kind maar helaas voor de moeder geen jongen, om de pijn enigszins te verzachten krijgt de baby de onzijdige naam Camille. Camille is echter bijzonder begaafd, als klein kind boetseert ze de mensen om zich heen in klei. Haar vader herkent haar talent en laat haar bij de beeldhouwer Alfred Boucher lessen volgen.
In 1881 verhuist de familie Claudel naar Parijs, Camille gaat naar de Académie Colorossi (vrouwen worden op dat moment nog niet toegelaten tot de Académie des Beaux-Arts). Vervolgens huurt ze een atelier Alfred Boucher de directeur van de Académie des Beaux-Arts bij het zien van Camilles werk zegt "u heeft les gehad van meneer Rodin", maar Camille heeft Rodin op dat moment nog niet ontmoet.
Samenwerking met Rodin
In 1882 - Camille is dan 18 jaar en heeft haar eerste beeldhouwwerk tentoongesteld op de Salon - vraagt Boucher (hij heeft de Prix-de-Rome gewonnen) aan Rodin, op dat moment 42 jaar oud, of hij zijn taak wil overnemen om het werk van Camille en haar vriendinnen te beoordelen. Rodin is erg gecharmeerd van Camille en haar talent en vraagt of zij zijn leerlinge wil worden. Na enige tijd is zij niet alleen meer zijn leerlinge maar zijn rechterhand, Muze en maîtresse geworden. Rodin kan niet meer zonder haar, getuige de brieven die van hem bekend zijn.
Tot 1892 werkt Camille zij aan zij met Rodin in zijn atelier. Naast de beroemde werken van Rodin, als De kus, De Denker, De Burgers van Calais of Balzac, ontstaat uit de handen van Camille het beeld "Sakountala" Zelfstandig In 1893 besluit ze voor zichzelf te gaan werken omdat ze met Rodin samen niet genoeg tijd en energie heeft voor haar eigen creativiteit. Bovendien verwijt ze Rodin haar gebruikt te hebben. Vanaf 1893 ontstaan haar eigen beelden, als La petite Châtelaine, Clotho, "L'Age Mur" l'Implorante, l'Abandon en La Valse.
Krankzinnig.
Haar vader die steeds in haar is blijven geloven en getracht heeft haar te helpen, sterft in 1913. Camillee wordt hiervan niet op de hoogte gebracht, maar 8 dagen later wordt ze op aanvraag van haar moeder onder dwang naar een psychiatrische inrichting gebracht, eerst in de buurt van Parijs daarna, bij het begin van de oorlog, naar Montdevergues in de buurt van Avignon. Camille werd opgenomen in het gesticht Ville-Evrard. In de laatste dertig jaar van haar leven dat ze daar zat hebben verschillende mensen, waaronder Rodin en Jessie Lipscomb geprobeerd haar eruit te halen. Jessie wilde niet geloven dat ze gek was.
Armoede en isolatie zijn in de laatste jaren van haar leven het enige dat zij nog kent. na dertig jaar opsluiting zal ze op 19 oktober 1943 op 82-jarige leeftijd roemloos sterven. In de instelling heeft ze nooit meer iets gecreëerd en sommige naslagwerken vermelden reeds haar dood in 1920. 3 dagen later vindt de begrafenis plaats, geen enkel familielid is aanwezig. Aan het begin van de jaren '60 wordt het graf ontruimd. Camille is allang vergeten, voor de maatschappij en de kunstwereld is zij al jaren dood. Over Camille Claudels krankzinnigheid bestaan verschillende lezingen, een romantische beinvloed door het boek van Anne Delbée en de film Camille Claudel (film) van Bruno Nuytten uit 1988 met Isabelle Adjani en Gérard Depardieu .
|