Volle dag rust vandaag voorgeschreven door mijn coach (mijn vrouw). Rust roest niet noodzakelijk, volgens haar. Er ging een goed glas wijn en een oude Hollandse jenever aan vooraf en de nacht was iets korter dan gewoonlijk. Een stuiver had meer waarde dan mezelf bij het opstaan. 'Vanmiddag eten we pannenkoeken in Hulst' zegt ze. Wie ben ik om haar tegen te spreken?
Een mens wordt niet op een, twee, drie ouder maar met mondjesmaat. Voetje voor voetje. Hoe ouder hoe vaker er een energieloze dag voorkomt. 'Niet erg', zegt ze. 'Morgen gaat het beslist beter!
We lopen op de Vesten, vergapen ons in Intratuin aan de grote hoeveelheid kerstartikelen, kopen Spaanse wijn in de Aldi (Castillo Mayor Gran Reserva 2015) en zien de tweede helft van de voetbalmatch tussen Argentinië en Saoedi-Arabië. Het tornooi van de schande.
'Speelde Messi ooit voor de Rode Duivels?' Mijn vrouw is niet echt een kenner.
's Avonds is het verleidelijk om te lang naar de buis te kijken. Het WK beheerst het scherm, maar ik loop nog eens door de Klara Top 100 lijst. Mbappe trapt een vrije trap over het doel en ik luister naar de Mondscheinsonate van Ludwig van Beethoven.
Tijdens het weekend heb ik mij (opnieuw) laten begeesteren door muziek; meer bepaald door de Klara Top 100. Het allermooiste uit het klassieke repertoire. Zowel zaterdag en zondag heb ik de lijst op de voet gevolgd. Tijdens het joggen, op de Tacx, in de auto, de zetel en op de koersfiets in de kou.
Het was heerlijk terug aan te knopen met alle componisten die ik al een tijdje meer vanop een afstand had beluisterd. Muziek verwarmt je hart en je ziel. De koude temperatuur (2°) kon mij niet deren en de warme thee met honing in mijn drinkbus was een weldaad voor lijf en leden.
De combinatie muziek en natuur was bij momenten adembenemend. Na twee en een half uur hield ik het voor bekeken, de gedachte aan een warme douche en een lekkere maaltijd gaven mij vleugels.
Niet iedereen is gewonnen voor klassiek; dat weet ik wel. Een beetje een gemis toch, vind ik. Bewondering en verwondering door de muziek gaan verloren en onbekend is onbemind.
Vandaag heb ik gefietst in het aangename gezelschap van Jan. We zitten, om het zo te zeggen, op dezelfde golflengte en we houden allebei van een dampende kop koffie.
Toen ik nog klein was bestonden er café's zonder aparte damestoiletten. Herman Van Veen heeft er ooit een liedje over gemaakt. 'Ach, zo'n café met een lage zoldering en geen wc voor dames apart', zong hij.
Maar dit geheel terzijde. We waren vandaag onderweg naar een uroloog in Sint Gillis Waas. Zeg maar een dokter in de plaskunde. Na de recente media-aandacht rond prostaat-aandoeningen wou ik zeker zijn van mijn stuk.
Omdat we nogal vroeg waren zochten en vonden we een klein, gezellig dorpscafé in het centrum. Komt er plots een vaste stamgast binnen met een doos pralines onder de arm. Zeker een halve kilo. Hij zag er supercontent uit en begon de lekkernij ook meteen uit te delen. Wij lieten ons niet onbetuigd.
'Ben je misschien jarig?' wil ik weten. De man schudt van neen terwijl hij twee stuks fondant tegelijk in zijn mond steekt en een Duvel besteld. Een tractatie van een vriend stamgast die zwaar verslaafd blijkt aan een gokautomaat. 'De machine wint altijd', zegt onze chocolade weldoener.
Net op het moment dat we de rekening willen betalen geeft hij meer uitleg over het waarom van zijn aankoop bij Leonidas. Blijkt dat hij twee garages heeft waarin meerdere muizen huizen.
'Ik wil van die beestjes vanaf', zegt hij. 'Heb muizenvallen gekocht, maar omdat ik geen kaas heb, wil ik het met pralines proberen. Voor de rest ziet de man er volkomen normaal uit.
Ook de uroloog is content over zijn bevindingen. Als het peloton op tijd en stond een plaspauze houdt zal ik het wel drooghouden.
's Avonds spelen mijn vrouw en ik een spelletje. Scrabble, voor alle duidelijkheid. Op een bepaald moment legt ze het woordje 'wateren'. Sabine zegt dan weer dat het morgen een regenachtige dag wordt.
Zijn broer is plots gestorven. Een kwaadaardig kankergezwel in zijn kop maakte vrij abrupt een einde aan de rest van zijn leven. Marc, zo heet zijn broer, maakte geen schijn van kans. 'Eenenzeventig is geen leeftijd om te sterven', zei hij. 'Maar het is de wet van komen en gaan', voegde hij er mistroostig aan toe. Zijn kleinkind was ondertussen drie maanden geworden. Onze babbel ging voor een stuk verloren, mee met de Polderwind en we moesten ons schrap zetten omdat het peloton in brand stond.
Ik zal ook wel eens een keertje sterven Daar kom ik echt niet onderuit.
Terwijl ik mijn stinkende best doe om het brandje te overleven denk ik aan Ramses Shaffy en zijn 'Laat me'. Het is een van mijn favoriete nederlandstalige nummers. Ik had nog meer willen zijn zoals in dat liedje.
Ik ben gelukkig niet verankerd Soms woon ik hier, soms leef ik daar Ik heb mijn leven niet verkankerd Ik heb geen bezit en geen bezwaar Ik hou van water en van aarde Ik hou van schamel en van duur D'r is geen stuiver die ik spaarde Ik leef gewoon van uur tot uur
Laat me, laat me, laat mij mijn eigen gang maar gaan Laat me, laat me, ik heb het altijd zo gedaan
Kinderen, broers en zussen zouden nooit mogen sterven.
Iemand zei: 'Mijn passie is genieten van alles wat mijn pad kruist. Achter elke nieuwe bocht in het leven. Elke dag opnieuw.'
God; wat ben jij goed zeg! Hoe hard ga jij door die bochten! Ik denk dat je zelfs nog veel harder kan, als je dat wil! Niet? Je gaat zo snel dat enkele van je bondgenoten kreunen onder jouw fietsgeweld. Sommigen moeten zelfs afhaken. Lekker gevoel is dat toch! Niet?
Waar je komt ga je er prat op het peloton in stukken te rijten, of tenminste; dat probeer je toch. Je lapt elke groepsconventie aan je laars. Het enige wat telt voor jou is de gemiddelde snelheid. Daar kick je heel zeker op.
Of je daar veel handen mee op elkaar krijgt, respect mee afdwingt is nog maar de vraag. Eerder een middelvinger als je 't mij vraagt. Kijk, als snelheid je enige bekommernis is, dan breng ik volgende keer enkele mannen mee die nog veel harder kunnen dan jij. En dan?
Hoeveel fietsers halen dan nog de meet? Je beseft amper hoe goed je wel bent.
Ken je dat gevoel? Je bent een beetje triest maar je weet niet waarom. Er is geen reden, je hebt niks tekort en toch. Een weemoedig gevoel besluipt je voor even en laat dan weer los. Een liedje op de radio katapulteert je in de tijd en brengt herinneringen aan vervlogen tijden terug. De mensen en de dingen; ze komen nooit meer terug.
Misschien komt het door de opeenstapeling van al je kleine verdrietjes die voor even te zwaar doorwegen voor je weer verder kunt. 'Wil je ook een kopje koffie?' vraagt mijn vrouw.
Zou het kunnen dat kopjes koffie bestaan om kleine verdrietjes in de kiem te smoren.
Voor wie het zich nog kan herinneren. Op elf november 1918 kwam er een einde aan de Eerste Wereldoorlog, na vier jaar wapengekletter. In de geschiedenislessen op mijn lagere en middelbare schoolbanken heb ik ooit geleerd over het hoe en waarom van deze waanzinnige oorlog en de laatste jaren komen we wel eens aan de Menenpoort in Ieper voorbij, maar ondertussen laat mijn geheugen mij danig in de steek.
Er is altijd wel een reden om een stok te vinden die kan slaan. Vandaag staat die stok in Oekraine. Het hoe en waarom ontgaat mij volkomen, enkel de zinloosheid van bruut geweld in elke oorlog is een constante. Van Ieper tot Kiev.
Hij zei dat hij compleet 'choco' was thuisgekomen. Ik verklaar mij nader. Wie zich thuis voelt in de wereld van de koers weet dat 'zich choco rijden'beeldspraak is om aan te geven dat je het snot voor je ogen hebt gereden. Dat je tijdens de rit 'tussen je kader hing'. Om het simpel te houden; dat je geen pap meer kon zeggen. Uitgeput. Zelfs wielertoeristen bezondigen zich daaraan. Rijden tot ze niet meer weten van welke parochie ze zijn. Valt daar iets mee te verdienen? Neen! Soms komt het zonder dat je het in de gaten hebt. Het overkomt je omdat je niet genoeg gegeten, te weinig getraind of gewoon omdat je te weinig fietstalent hebt. Zelfoverschatting ligt ook vaak aan basis. Als je maar honderd kilometer in de benen hebt, moet je niet proberen het dubbele te rijden. De wet van de koers is bikkelhard.
In onze provisiekast staat altijd wel een pot choco op het schap. Wijlen mijn moeder zwoer, als gewezen bakkersvrouw, steevast voor de kwaliteit van Côte D'Or, geloof ik. Een ander merk kwam bij haar niet over de vloer. Daar maakte ze dan chocolademousse van of warme chocolademelk, waar ik meestal mijn tong aan verbrandde omdat ik niet kon wachten tot de vloeistof afgekoeld was.
Voor de grap wou ik Geert nog een foto sturen van onze pot. Wielertoeristen onder elkaar zijn echte grapjassen en laten geen enkele gelegenheid voorbijgaan om elkaar te koeieneren, ware het niet dat ik vandaag zelf 'choco' ben thuisgekomen.
Trouwens mijn vrouw en Hercules, onze kater, hebben precies ook een zware rit gereden, want ze liggen beiden te knorren in de zetel.
Naar aanleiding van het overlijden van chansonnier Will Ferdy schreef een vriendin: 'Je kunt beter gehaat worden voor wie je bent dan geliefd voor wie je niet bent'.
Misschien zit daar wel een grond van waarheid in, al is een samenleving nooit gebaat met haat, volgens mij. De tekst van het nummer 'Kristien' staat voor altijd gegrift in mijn geheugen en roept bepaalde herinneringen op. Het was in elk geval zeer moedig van hem om uit te komen voor wat en wie hij was.
De sociale media is dan misschien wel 'The Place to Be' voor het verspreiden van haatberichten, maar daar doe ik niet aan mee! Liever fietsen! Ook vandaag, ondanks de felle wind en de niet geringe kans op regen. Kort op de bal, schreef ik in mijn verslag. Een kleine vijftig kilometer was genoeg om te ervaren dat het eigenlijk geen weer was om te fietsen. Een lange tocht naar Cadzand zat er voor mij dan ook niet in.
In de krant las ik dan weer dat het bedrijf 'Coca Cola' een van de meest vervuilende multinationals van de wereld is. Oeps. Als kind van de jaren vijftig ben ik zowat groot geworden met het frisdrankje. Gelukkig ben ik niet verslaafd aan het goedje, al heb ik mensen gekend die dat wel waren.
Tijdens het fietsen klonk er ondermeer muziek van Gluck (Christoph, Willibald) in mijn oortjes. 'Che farò senza Euridice'. Wat zoveel wil zeggen als: 'Wat zou ik doen zonder jou'? Naarmate onze leeftijd gestaag vordert wordt die vraag vaker gesteld. Het antwoord is niet altijd voor de hand liggend. Gemis leidt vaak tot eenzaamheid.
Uit een ander liedje onthou ik dan weer: 'Blij dat je hier bent'. Ik roep het beneden aan de trap naar boven waar onze jongste dochter aan het werk is. Niet enkel denken, maar ook vaker zeggen. Blij dat je hier bent!
Er zijn van die dagen dat alles in zijn juiste plooi valt. Je voelt het meteen bij het ontwaken; dit wordt er zo een. Het lijkt wel een symfonie van symfonie van Karl Jenkins (A Mass for Peace) die voetje voor voetje tot stand komt. Geen enkele valse noot.
Na de miskleun van gisteren (mijn rit 180 moest ik na amper 25 km onverbreken door de regen) heb ik revanche genomen en heerlijk gefietst. De regen van gisteren heb ik vandaag bezworen, al moest ik daarvoor wel een stevige zuidwestenwind bedwingen. Ik was de regisseur van mijn eigen rit met mezelf in de hoofdrol.
Steeds vaker hoor ik wielerfanaten klagen dat de groepen waarin ze meefietsen te hard rijden. De oplossing voor dit luxeprobleem lijkt mij vrij eenvoudig. Stap op je fiets en ga individueel rijden. Je bepaalt zelf de snelheid, het traject en de stopplaatsen. Vrijheid van beweging!
Na de rit waren enkele stevige boterhammen voldoende om terug op krachten te komen. Na de middagwandeling in Hulst en een gebakje ter plaatse voelen wij ons de koning te rijk, zelfs zonder kasteel.
Als kers op die taart zag ik vanavond prachtige foto's verschijnen, genomen in de Voerstreek. Ik heb de vrijheid genomen om er de muziek van Jenkins onder te plaatsen. Hopelijk kunnen jullie daar evenzeer van genieten!
'Kijk', zegt hij. 'Daar ben ik naar school geweest. Op deze weg heb ik vaak te voet gelopen. Toen stonden hier bijlange nog zoveel huizen niet'. Zo ging dat in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Ook 's winters droegen we een korte broek. Handschoenen waren niet altijd aan de orde. We bliezen onze handen warm met onze eigen adem.
Op een stukje polderweg met de wind pal op kop, rij ik naast hem. Elke keer als dat gebeurt, ben ik een beetje fier en tast ik iets dieper in mijn krachtenarsenaal. 'Preus als veertig', zeggen ze in West-Vlaanderen. Het heeft te maken met het respect dat ik heb voor hem. Wij hij is op en naast de fiets. Hij is de beste van de hele hoop maar hoeft dat niet meteen te laten zien. Hij zwijgt als praten niet echt hoeft en humeurig is hij nooit, of zelden.
De voorbije jaren had ik wel vaker het genoegen samen met hem te fietsen en dat brengt ons steeds een beetje dichter bij elkaar al blijven we een zekere afstand behouden. Dat gaat zo met meesters en hun leerlingen. 'Afbouwen om daarna weer op te bouwen', zegt hij.
Iemand zag mij samen op kop met Camiel van een groot peloton en zei: 'Je bent een beer!' Gelukkig zag alleen mijn vrouw hoe ik na de rit uitgeteld in de zetel lag. De beer was een teddybeer geworden!
Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, maar de vogels raken in de war want het blijft maar nazomeren. In korte kledij rij ik solo naar Melle. Geen zin om vandaag met een grote groep door de Polders te sjezen. Liever op eigen houtje. Onbekommerd, onbezorgd en vrij. Terrasjes weer en op het dorpsplein eet ik mijn sandwiches in café Mellerose Place. De ouders van ex-prof Laurens De Vreese zijn hier de uitbaters. Bij de koffie hoort een stukje broodpudding en een chocoladetruffel. Voor mij een meerwaarde om tot hier te fietsen. Zo'n 65 km enkel.
Op mijn fiets ben ik achtereenvolgens George Harrison (While My Guitar Gently Weeps), Gérard Lenorman (Michèle), Lucio Dalla (Caruso), Neil Diamond (Play Me), Will Tura (Vlaanderen M'n Land) en Eli Iserbyt (winst in de veldrit van Ruddervoorde)
In mijn vlucht kom ik Zucchero (Il Volo), Joe Cocker (Night Calls) en Chris Rea tegen. (Looking for the Summer). Zoeken naar de zomer hoeft niet want hij openbaart zich tussen Melle, Beervelde en Daknam (Lokeren). Niets klopt, alles zit scheef. Gilbert O' Sullivan (Nothing Rhymed)
Mijn rit wordt een symfonie. Hallelujah. (John Cale). Een roofvogel vindt zijn prooi. Bird Of Paradise (Snowy White). Ben ik een geluksvogel of niet?! Old and Wise (The Alan Parsons Project). Oud wel, wijs; een heel klein beetje misschien. Kinderen joelen en plonsen in de beek. Chariots of Fire (Vangelis)
Heerlijke vermoeidheid na mijn tocht. En honger. Reuzehonger. Freddy Hoskens op de Krekeldijk. Hij weet ook wat het is; fietsen op je eentje. Niet in de wielen plakken. Respect!
Blij om thuis te komen. Hercules laat nog even op zich wachten maar komt kort nadien toch opduiken. Zijn snoet plakt tegen de ruit. Honger Hercules? Black (Wonderful Life)
Hercules is ziek. Koorts en een bronchitis is de feilloze diagnose van de veearts. Hij krijgt twee spuitjes van Jerome en een thermometer in zijn achterwerk. Jerome, zo heet de man.
Gisterenavond was Hercules thuisgekomen en meteen languit in de zetel gaan liggen. Het leek wel of hij had twee keer na elkaar de Amstel Gold Race gereden. Zo diep was hij gegaan.
Ook vanmorgen was hij geen binnenband waard. Van de stoel naar de zetel en terug. Geen goesting (grinta) om buiten te gaan.
Omdat we solidair willen zijn, blijven we ook thuis. Dicht bij hem.
Het adres van Jerome kregen we van Lia, een buurvrouw. Verkeerdelijk schrijft ze Merodestraat, 51 op het briefje. We bellen aan. Een vrouw doet open. ‘Ik heb een afspraak met Jerome’, zeg ik.
‘Kom maar binnen!' Tot ze de mand ziet. ‘Wat zit daarin?’ Een kater.
‘Oei, dat is niet voor mij!’ Verbouwereerd kijkt ze opnieuw naar het mandje. ‘Wij moeten helemaal geen kat!’
Toeval of niet. Haar man heet ook Jerome. De veearts woont even verderop in de Molenstraat, 51.
We lachen hartelijk als we het verhaal vertellen. Hercules is niet in de 'mood' voor grapjes.
Na de winderige solotocht van daags voordien (Onderweg 19), heb ik vandaag voor een groepsactiviteit gekozen. De Klavers Klassieker naar Mendonk is een van de alternatieven voor wie in groep wil rijden zonder zich aan te sluiten bij een Wielertoeristenclub. De snelheid varieert van groep tot groep. Voorlopig heb ik geen problemen om met de eerste Klaversgroep mee te rijden en mijn kopbeurten vol te maken al ligt de gemiddelde snelheid merkelijk hoger dan bij groep twee. Er komt een dag dat het niet meer zal lukken, maar daar denk ik voorlopig nog niet aan. Fietsen kan je op elk niveau en het leven is altijd heroriënteren en opnieuw focussen.
Met de transfer inbegrepen (heen en terug van Belsele naar Meerdonk) klok ik af op 110 km. 'Mendonk' is een voorspelbare rit met weinig ruimte voor fantasie, die ik als het ware rij op automatische piloot, met mijn ogen dicht. Al zou ik dit laatste niet al te letterlijk nemen want daar komen brokken van. Het klinkt een beetje als routine en dat is het ook. Op dit eigenste moment staat mijn teller dit jaar op 21.661 km. Dat is behoorlijk wat maar ik zou het fijn vinden om eens in een andere omgeving te fietsen. Spanje of zo. Al was het maar om de routine te doorbreken.
Eenmaal thuis wacht mijn vrouw met een omelet-garnaal (eiwitten) inclusief frietjes. Na de koffie doe ik een hazenslaapje. Kort maar diep. Daarna is het tijd voor een wandeling op de wallen in Hulst. Aan beweging vandaag geen gebrek.
De nazomer is een godsgeschenk voor fietsers, wandelaars, terrasverkeer en alle sporters in het algemeen.
Onderweg ontmoet ik de ijzeren man die graag tegen de wind in rijdt. Een bonkige kerel uit graniet gehouwen met statige, vaste tred. 'My Friend the Wind. Eens voorbij Elversele, langs de Durme krijg ik hem mee. Voorbij De Zaat neemt een elektrische dame mij op sleeptouw. Ze is pas terug van een cruise die haar in Marseille en Barcelona bracht. Nu is ze op weg naar de aardbeienautomaat. Om zelf honger van te krijgen.
Van Trier in Kruibeke is een excellente bakkerij. 'Wil je misschien een koffietje erbij?' Ze heet Inge en spreekt elke klant bij de voornaam aan, zij het met een verkleinwoord. Marcelleke, vindt zijn kleingeld niet. Barbaratje doet een verhaal over een hond en een spuitje. Inge wil weten naar welke muziek ik luister in mijn oortjes. De Klara Top 100. Niet meteen haar keuze, zo blijft. 'Je bent zeker niet van hier?'
Mijn honger is niet te stillen, zelfs niet met een rijsttaart, banaan of reep. Wat doet windkracht vier met een man van mijn kaliber. Slopen! De klok op de toren wijst twee uur. Op mijn stalen fiets maak ik negentig km vol. Er zitten al flink wat krassen op mijn karkas.
'Je hebt er jouw ritje weeral opzitten' roept mijn buurman, die ik gewoon 'Buurman' noem. Op mijn telefoon een berichtje van Jos. Donderdag, rustig ritje naar Cadzand. Dat moet lukken.
Na zo'n rit als die van vandaag en de nodige recuperatie voelt mijn lichaam anders aan. Het is de zuiverste vorm van mezelf.