BRUSSEL (KerkNet) - Op initiatief van ADIC, de vereniging van christelijke werkgevers en kaderleden, vond maandagavond het eerste rondetafelgesprek plaats onder voorzitterschap van Mgr Roger Vangheluwe, de bisschop van Brugge. Het debat bracht vijf sprekers samen rond het thema: 'Verscheidenheid en vorming voor een betere toegang van jonge allochtonen tot de arbeidsmarkt'. Deelnemers aan het debat waren Johan Leman, gewezen directeur van het Centrum voor Gelijke Kansen; Benoît Cerexhe, minister van Economie en Tewerkstelling van de Regio van Brussel Hoofdstad; Pierre Laurent, directeur van de Campus St.-Jean, een school met een positief discriminatiebeleid in St.-Jans Molenbeek; de allochtone Jamila Bujarda, schatbewaarder en boekhouder; en Vincent Doumier, afgevaardigd beheerder van de Compagnie du Bois Sauvage en beheerder van Neuhaus. Mgr. Vangheluwe onderstreepte in zijn verwelkoming dat dit debat eens te meer aantoonde dat de katholieke kerk zich niet alleen over binn enkerkelijke, maar evenzeer over maatschappelijke problemen buigt.
De harde wet van de arbeidsmarkt De sprekers waren erover eens dat er nog steeds heel wat discriminatie is op de arbeidsmarkt, in het bijzonder voor de allochtonen. Minister Benoît Cerexhe gaf toe dat dit ongetwijfeld ook in de Regio van Brussel Hoofdstad het geval is. Allochtonen vinden bijzonder moeilijk verantwoordelijke jobs, zowel in de privésector als in openbare diensten. Tegelijk gaf hij enkele pistes aan om daarin verandering te brengen. Zo kan men jongeren in Brussel bewustmaken van het feit dat dit een multiculturele wereldstad is, betere informatie verstrekken aan werkzoekenden over het tewerkstellingsaanbod (vele allochtonen jongeren lezen geen kranten en zijn daardoor ook niet op de hoogte van de vacatures), allochtonen jongeren een betere taalkennis aanbieden en een ondernemingsgeest stimuleren. "Momenteel is er in Brussel ook het handvest voor diversiteit, waarin 150 bedrijven er zich toe verbinden diversiteitsplannen uit te werken", me t actieplannen en bekendmaking van de resultaten. Vincent Doumier gaf een enkele ontnuchterende cijfers voor Brussel. "60 procent van de werkzoekenden heeft geen diploma Hoger Onderwijs. Daarvan is bijna 90 procent Franstalig. Vele allochtonen ondervinden discriminatie aan den lijve." De oorzaken zijn erg verscheiden. Daardoor is het bijzonder moeilijk een schuldige aan te duiden. Doumier onderstreepte dat werkgelegenheid de sleutel tot integratie is. Wetten die maatregelen opleggen zijn evenwel contraproductief. "Een land dat geen prioriteit maakt van zijn jongeren, is een land zonder toekomst. We moeten in de jongeren investeren."
Onderwijs Pierre Laurent, directeur van de Campus St.-Jean, getuigde vanuit de onderwijspraktijk hoe moeilijk het is om het tij te keren. Tegelijk bracht hij ook een verhaal van hoop. "Op 400 leerlingen hebben we meer dan 50 verschillende nationaliteiten. We moeten aan onze nieuwkomers prioriteiten stellen en de kennis van de taal is daarbij een eerste vereiste." Leerlingen moeten een gepaste taalopleiding krijgen om geen schoolachterstand op te lopen. Allochtone jongeren raken ook soms gefrustreerd als ze door taalachterstand met de grenzen van hun mogelijkheden geconfronteerd worden. Thuis hebben ze het vaak niet makkelijk en asielprocedures kunnen soms jaren aanslepen. Jongeren vragen zich dan al snel af welk nut studeren heeft. Laurent wees ook op de gettovorming in bepaalde buurten, waar op nauwelijks tien jaar tijd de kruidenier, het bank- en verzekeringsfiliaal en de post verdwenen en waar er nog uitsluitend Arabische handelszaken zijn. Daardoor gaan sommige gezinnen zich op zichzelf terugplooien en niet langer Frans spreken, vooral als men dan ook nog eens televisie in de eigen taal heeft. Toch kan men met een goed en strikt kader, dat rechtlijnig is, veel bereiken. "Er moet wederzijds vertrouwen groeien. Dan kan men erg ver komen." Jamila Bujarda zei: "Ik heb vastgesteld dat ons leven een voortdurende strijd is. Sommigen slagen, anderen niet. Op onze school wordt goed werk verricht." Zo werden sommige leerlingen later advocaat, anderen kwamen bij grote bedrijven terecht. Dat terwijl de ouders niet zelden analfabeet waren.
Concentratiescholen Johan Leman verwees naar de PISA-studie en onderstreepte dat er enkele domeinen zijn waar we opvallend slechter presteren dan andere landen. Hij verwees naar de concentratiescholen en het watervalsysteem, waarin al erg snel een selectie wordt doorgevoerd. Leman vindt dat men aan landen als Zweden een voorbeeld kan nemen voor de contacten met de buurt en ouders, waarop België opvallend zwak scoort en waaraan wel degelijk iets veranderd kan worden. Hij onderstreepte ook het belang van voorbeelden die aantonen dat allochtone jongeren wel degelijk kunnen slagen op de arbeidsmarkt. "We moeten dit sterker in de verf durven zetten. Maar we moeten daarbij natuurlijk ook eerlijk blijven." Ondanks het verzet meent Leman dat men voor een bepaalde periode wel degelijk quota moet durven opleggen en die ook moet afdwingen. "Er zal wel altijd een reden zijn waarom men die niet wil naleven. (.) Het feit deze quota nog steeds nodig zijn, is op zich a l een aanwijzing dat we het op dit vlak misschien toch niet zo goed deden". Mgr Vangheluwe vestigde in zijn slotwoord de aandacht op de grote belangstelling. "Daaruit blijkt ook de bereidheid om hier iets aan te veranderen (.) Ik ben sterk getroffen door het belang dat tijdens dit debat telkens aan het onderwijs werd toegekend." En hij voegde tot slot eraan toe: "Misschien zit de tendens tot discriminatie in het hart van ons allen. Net daarom is een avond als deze zo bemoedigend" |