Ichthus (Ιχθυς, Grieks voor vis) is een symbool dat in de christelijke kerk gebruikt wordt om aan te geven dat men christen is.
De christelijke kerk kent verschillende symbolen. Het kruis bijvoorbeeld is een herinnering aan het lijden en sterven van Jezus. De haan op een kerktoren herinnert aan de verloochening van Jezus door Petrus.
Zo ook kent de christelijke kerk het symbool van de vis. In de vroeg-christelijke kerk werd dit symbool veel gebruikt. In de catacomben (schuilplaatsen voor christenen in het Romeinse rijk), zijn dergelijke tekens nog veel te vinden, speciaal in Rome. Christenen gaven daar boodschappen mee door.
Het Ichtusteken is een vis. In de letters van dit woord zagen christenen de kern van de bijbelse boodschap. Ook gebruikte men dit teken om te zien of een ander ook christen was.
De verschillende letters van ICHTHUS betekenen het volgende:
I is de eerste letter van het woord Jezus in het Grieks: Ιησους
CH zijn de eerste letters van het woord Christus (Χριστος)
TH zijn de eerste letters van het woord THeou (Θεου), Grieks voor God
U is de eerste letter voor Uios (Υιος), Grieks voor Zoon.
S is de eerste letter voor Soter (Σωτηρ), Grieks voor Redder.
Christenen in de vroege kerk lazen het woord ichthus als een acroniem, een afkorting die zelf ook weer een bestaand woord vormt: "Jezus Christus Gods Zoon is Verlosser". Er zijn meer geheime christelijke symbolen zoals het wagenwiel uit Efeze.
Tegenwoordig is het symbool vaak op de achterkant van auto's te zien. Men wil daarmee aangeven dat men christen is.
De 'oerchristelijk' broeders en zusters heben deze 'vis' uitgevonden
Als we ergens een ichtus(vis)-sticker zien, zijn wij blij. Dan weet je dat je niet alleen bent; Christus regeert ook in dit ons onbekende hart. En je voelt je gesterkt om je eigen tocht in liefde verder te zetten.
Onze oerchristelijke broeders hebben deze vis uitgevonden. Het Griekse woord ichtus kan (als we de letters afzonderlijk lezen) als Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser gelezen worden.
Onder de harde vervolging in het Romeinse Rijk kon men door het tekenen van een halve cirkel aan een vreemdeling vragen of hij christen was. Wanneer die er een vis van maakte, betekende dit ja.
De vis was toen een teken van hoop en het is het nog steeds, vandaag net zo noodzakelijk als 2000 jaar geleden. Vooral in Europa, waar christenen en christelijke standpunten dikwijls terzijde geschoven worden. De Europavis draagt een eenduidige boodschap: dat wij als christenen bereid zijn bij te dragen aan een goede toekomst en dat wij ons deze toekomst voorstellen als een op christelijke waarden gebouwde.
Help dan ook mee deze boodschap en de daarmee verbonden hoop in de wereld uit te dragen. Bestel Europavissen om ze zichtbaar te dragen en verder te geven. Deze stickers zijn in vier talen beschikbaar (Duits, Engels, Frans en Slovaaks) en het bestellen ervan is gratis. (mailen naar office@europe4christ.net) Natuurlijk zijn we blij als u, indien mogelijk, een kleine gift overmaakt voor de drukkosten en het verzenden (à 10 cent/sticker).
Wat God verbonden heeft, mag het diaconaat niet schieden!
"Wat God verbonden heeft, mag het diaconaat niet scheiden"
Bisdom Haarlem, 25 septebember 2002 - De vrouw staat centraal tijdens de eerste landelijke diakendag, die zaterdag in Hilversum plaatsvindt. Niet alleen omdat beide inleiders vrouw zijn, maar ook vanwege het thema van inleidingen. In de Sint Vituskerk en later in hotel Gooiland vieren de Nederlandse diakens het feit dat vijfentwintig jaar geleden de eerste permanente diaken werd gewijd.
Drs. Nelleke Wijngaards Serrarens, socioloog, zelf echtgenote van een diaken en bestuurslid van het Internationaal Convent van Diakens, spreekt over huwelijk en diaconaat. Aangezien verreweg de meeste permanente diakens getrouwd zijn, speelt het huwelijk in het leven van de diaken een overheersende rol. En dat moet ook zo zijn, aldus mevrouw Wijngaards. "Door meerdere bisschoppen is beklemtoond dat voor diakens het huwelijk en gezin op de eerste plaats dienen te komen, vóór werk en kerk". Met andere woorden: het sacrament van het diaconaat mag niet ten koste gaan van het sacrament van het huwelijk.
Scherper nog formuleert Steve Landregan, gehuwd diaken en medewerker van de bisschop van Dallas (Texas): "Wat God verbonden heeft, mag het diaconaat niet scheiden". En een zeer geëngageerde diaken in Duitsland zegt het zó: "Ik moet niet vergeten dat ook mijn vrouw mijn naaste is". Van de andere kant leert volgens Wijngaards de praktijk dat veel diakens hun werk überhaupt niet zouden kunnen doen zonder hun echtgenotes.
Het is dit jaar 25 jaar geleden dat de toenmalige bisschop van Haarlem, mgr. Th. Zwartkruis, de eerste permanente diaken van de Nederlandse kerkprovincie, Dirk Visser, wijdde. De kring van permanente diakens van het bisdom Haarlem heeft dit jubileum aangegrepen voor feest en bezinning. Het is de eerste keer dat in Nederland op een dergelijke schaal (er hebben zich reeds meer dan honderd mensen aangemeld) gestudeerd wordt op ambt, leven en identiteit van de permanente diaken.
De dag begint met een pontificale hoogmis uit dankbaarheid, in de kerk van Sint Vitus. Hoofdcelebrant is kardinaal Adr. Simonis, terwijl mgr. dr. W.J.Eijk, bisschop van Groningen, de feestpredikatie houdt. Ook de andere aanwezige bisschoppen, onder wie mgr. dr. J. Punt, mgr. J. van Burgsteden SSS en mgr. dr. J. de Kok O.F.M., zullen concelebreren.
Prof. Dr. Veerle Draulans (Leuven/Tilburg) behandelt vanuit haar theologisch/historische achtergrond de ontwikkeling van het ambt en de identiteit van de diaken vandaag.
Een forumdiscussie met dr. Jozef Wissink, docent aan de diakenopleiding Dijnselburg in Zeist, prof dr. Fred van Iersel, diaken van de krijgsmacht, Peter Hoefnagels, diaken van het bisdom Breda en Rector Vries van de diakenopleiding in Roermond besluit het officiële gedeelte.
Bij gelegenheid van het jubileum verschijnt er een bundel van twaalf interviews met diakens en echtgenotes van diakens uit de verschillende Nederlandse bisdommen en Vlaanderen, met een voorwoord van kardinaal Simonis.
De diakenkring van Haarlem biedt tijdens deze dag aan de Nederlandse werkers in het pastoraat (priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers een bijzonder geschenk aan.
Geplaatst op 25/3 '04 om 22:13u door Rorate. Van onze redactie
BRUGGE (RKnieuws.net) - De diocesane commissie van het permanent diaconaat van het bisdom Brugge stelde de brochure Ambt en huwelijk samen. In deze uitgave van 26 bladzijden zoeken ze antwoorden op verscheidene vragen: * Hoe verhouden zich de sacramenten van het huwelijk en het diaconaat tot mekaar? * Hoe kleurt het diaken-zijn van de echtgenoot, de relatie? * Hoe beleven man en vrouw het samen´ gestalte geven aan het gehuwde gewijde ambt? De brochure bevat zowel een theologische reflectie als een ervaringsbericht.
In een eerste deel neemt professor Koen Vanhoutte de lezer mee naar grote vragen: * Wat is het christelijk huwelijk? * Wat is het permanent diaconaat? * Wat is de plaats van de vrouw van de diaken? * Wat betekent het gehuwd te zijn met een gewijde ambtsdrager? Deze theologische tekst eindigt met een reeks concrete aanbevelingen, aan de diakengemeenschap in de eerste plaats maar ook aan de verantwoordelijken in de kerk en aan de gelovigen.
Het tweede deel, een ervaringsbericht, is het resultaat van het zoeken van de diakens naar woorden om uit te drukken wat ze feitelijk beleven. Dat deel bevat een oogst van soms uiteenlopende belevingen en meningen, invullingen van het koppel-zijn, van diaken-zijn en vooral van hoe het ´samen´ als echtpaar als ingevuld wordt.
Als bijlage bevat de brochure de vragenlijst die als basis diende.
" Tijdens het proces van zoeken naar de relatie en integratie van huwelijkssacrament en diakenwijding werd de vraag naar dieper theologisch inzicht steeds maar sterker. Deze brochure is een ankerpunt op die zoektocht", zegt mgr. Roger Vangheluwe die al meer dan een kwarteeuw tochtgenoot is van de grote familie van het permanent diaconaat.
De initiatiefnemers van deze brochure merken op dat een gewijd ambt voor een gehuwde relatief nieuw is in de katholieke kerk. "We hopen met deze brochure een aanzet te geven om daarover verder na te denken, waarbij men luistert zowel naar de traditie als naar het geleefde leven."
In de permanente vorming van alle diakengroepen in de Vlaamse bisdommen wordt deze brochure een handig werkinstrument.
´Ambt en huwelijk´ kan besteld worden bij Georges en Ludwine De Smet-Ranson, Grote Moerstraat 90, 8200 Brugge, e-mail georges.de.smet@pandora.be (tb)
Toekomstperspectieven voor het permanent diaconaat
Communio over vorming en onderwijs in katholiek perspectief
Geplaatst op 22/6 '06 om 20:41u door 'Rorate' Door Theo Borgermans
GENT (RKnieuws.net) - Deze week verschijnt het nieuwe nummer van het Internationaal Katholiek Tijdschrift Communio over Vorming en onderwijs in katholiek perspectief.
Vorming en onderwijs van de (jonge) mens vormen een paar apart, terwijl katholieke leven en leer eveneens een (apart) paar vormen. Hoe komen en blijven deze bij elkaar? De vragen zijn zwaar - wat is een katholieke school en hoe gaat een katholieke vorming? - en de antwoorden niet gemakkelijk en eenduidig te geven, laat staan te accepteren. Hoeveel katholiciteit kunnen vorming en onderwijs bij een maatschappelijke secularisatie en vooral een secularisatie van de religieuze overtuiging zelf nog verdragen? Zijn het wel twee paren die elkaar nodig hebben? Of heeft het ene paar, katholieke leven en leer, het andere paar, vorming en onderwijs, in al zijn vormen in Vlaanderen en Nederland - uiteraard beide weer onderling op nuances verschillend - nog nodig? En vooral: heeft het tweede paar nog behoefte aan het eerste als een noodzakelijke partner?
Elkaar dan maar moeizaam verdragen, en/of maar slechts meedragen, zolang het niet al te moeilijk wordt, is geen duurzame oplossing. Beide paren elkaar idealiserend uitdragen is geen haalbare kaart.
De bijdragen van deze aflevering, grondig speculerend, het huidige veld van Kerk, opvoeding en onderwijs analyserend, de mogelijkheden nuchter inschattend, houden vast: beide paren hebben elkaar verder te dragen tot integratie van die ene mens, zijn verstand en wil, lichaam en ziel, en tot het bij elkaar brengen en houden van een geloofsgemeenschap in een pluralistische maatschappij, het verleden niet verdringend, met een (ook voor godsdienst) open toekomst.
Ignace Verhack stelt het probleem van de Kerk en de secularisatie van de menselijke religiositeit aan de orde en argumenteert dat het huidige overheersende bewustzijn niet weerlegd moet worden vanuit een nog wel geldende, maar innerlijk niet meer voldoende vullende metafysiek, maar uitgenodigd om zichzelf te ondervragen. De mens kan niet alles in handen houden. De mens vormen en onderwijzen dient de mens boven zichzelf uit aan zichzelf als een ge-grond en be-doeld wezen terug te schenken en voldoende weet van zichzelf te geven met eigen ge-weten en ver-antwoord-lijkheid. Als de catechese en de spirituele bewustwording dat opnieuw de mens bijbrengen en meegeven, dan zouden bovengenoemde paren samen en elk apart tot bloei komen.
Meer toegepast in deze lijn en vanuit een visie van pedagogiek en onderwijs, beschrijft Johan Van der Vloet een model waarbij de schoolwereld meer bewust dient te worden van het feit dat het religieuze en spirituele integraal deel uitmaakt van de mens en dat religieuze opvoeding in vorming en onderwijs bevorderd wordt door een "menswaardige" religieuze ontwikkeling, omdat de te vormen en te onderwijzen mens "capax religionis" is. Zijn bijdrage, meer essayistisch dan een receptenboek, is een pleidooi om een "katholieke school" opnieuw uit te vinden en te zoeken waar dit "project" zoek geraakt is.
Vervolgens komen er twee bijdragen die het huidige bestaande veld van katholiek onderwijs en vorming analyseren en ondervragen. Mgr. Everard de Jong, hulpbisschop van het bisdom Roermond en verantwoordelijke voor jeugdpastoraal en onderwijs binnen de Nederlandse bisschoppenconferentie, beschrijft de weerbarstige realiteit van de praktijk niet zonder ook concrete en hoopvolle aanzetten te signaleren en voorstellen te lanceren. Vanuit de praktijk in Vlaanderen is er een verslag en visie van de hand van de godsdienstleerkracht Ali Cornelissis, die de katholieke school van vandaag ziet als een teken aan de wand, waarop maatschappelijke ontwikkelingen, katholieke verleden en huidige kerkelijke visie en richtlijnen hun licht en donker laten schijnen.
Een diaconale stichting?! Een derde invalshoek met betrekking tot het thema komt vanuit degenen die zelf in de vorming en het onderwijs stonden en staan. In mei 2006 werd in Nederland voor het eerst een zaligverklaring in het bisdom Roermond uitgesproken: die van de zalige Maria Teresa Tauscher, die als stichteres van de karmelietessen van het Goddelijke Hart, met het moederhuis in het Limburgse Sittard, op het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw een buitengewone bijdrage heeft geleverd tot de vorming en het onderwijs aan jonge kinderen, gehandicapt in verschillende opzichten. Haar religieuspedagogische inzichten, gesitueerd binnen een toegewijd leven aan het verwaarloosde kind, worden door zuster Francisca van der Vooren vanuit haar geschriften en werken geschetst.
Diaconale werkers en werksters Een andere bijdrage van de hand van Anke Bisschops, pastoraalsupervisor, houdt zich eveneens bezig, nu vanuit de psychologie en de theorie van Ingeborg Bosch, met de vorming van en het onderwijs aan degenen die als diaconale werk(st)er zich inzetten voor onderwijs en vorming van gekwetste mensen en gemarginaliseerde groepen. Een hernieuwd omgaan met eigen verdrongen kwetsuren en afweren daartegen om zelf beter, volwassener en objectiever om te gaan met degenen aan wie diaconale hulp wordt geboden.
Het permanent diaconaat Tenslotte nog twee bijdragen over het permanente diaconaat als een eigen instituut ook tot vorming van dienstbaarheid aan anderen in Kerk en wereld.
Vicaris Joris Schröder houdt een evaluatie over een kwart eeuw permanent diaconaat in Nederland en schetst mogelijke toekomstperspectieven.
Bart Koet gaat aan de hand van een bespreking van een studie van Th. Gibaut na in hoeverre de vroegere en huidige gestalte van de diaken openingen en nog niet ten volle uitgeputte mogelijkheden bevat voor dit nieuw herstelde kerkelijke ambt.
Een aflevering over vorming en onderwijs in katholiek perspectief met appellerende bijdragen over wat vorming ten diepste is en onderwijs kan en zelfs zou moeten zijn. Bijdragen als analyses over huidig onderwijs en vorming, over de vorming van personen die hiertoe geroepen en opgeleid worden, alsook een evaluatie van een opleidingsinstelling en vormingsinstituut als het permanente diaconaat mogen een onderdeel zijn van de vorming van degenen die ervan kennis wil nemen.
(Bewerking: vetjes, cursief en nieuwe alinea door mezelf.)
Geen aandacht voor priestertekort Bisschoppelijke brochure over ambten en bedieningen
Geplaatst op 28/10 '05 om 20:46u op site Rorate. Door Theo Borgermans (Bron: Tertio)
ANTWERPEN (RKnieuws.net) - Degelijk en netjes geschreven. Dat is de conclusie van theoloog Stijn Van den Bossche over de brochure Ambten en bedieningen van de Belgische bisschoppelijke commissie voor kerk en geloof. Maar de crisis van het ambt heeft volgens hem niet alleen met een verkeerd verstaan ervan te maken. Ook het priestertekort speelt een belangrijke rol.
Nadat een eerder schrijven van de commissie voor kerk en geloof het over ritueel en sacrament had, wordt nu ingezoomd op de bedienaars van die rituelen en sacramenten. De terechte zorg van de commissie is dezelfde gebleven: de kerkgemeenschap behoeden voor de onmogelijke zelf-bediening van het heil. In plaats daarvan houdt ze de gemeenschap voor dat die haar heil en zichzelf veeleer ontvangt van de Heer zelf die haar dient. Ik had toch wat gemengde gevoelens bij de brochure.
De tekst begint met een verantwoording. Vaticanum II herontdekte de lekengelovigen in de kerk, die in de decennia daarna allerlei taken op zich gingen nemen. Tegelijk zette een drastische uitdunning door in de priestergelederen. Daarop sprongen leken in de bres, met als resultaat een aantal "belangrijke nieuwe en fundamentele vragen in de praktijk die om aandacht vragen. Leken kunnen immers aanvullend een aantal niet strikt priesterlijke taken op zich nemen, maar we moeten ons realiseren dat het vervangen van de priester door een leek net niet het vervangen van de priester betekent. Dat kan alleen een andere priester.
Dat complementaire samenspel van vooral priester en pastoraal werk(st)er zet de brochure uiteen in drie hoofdstukjes. Het eerste hoofdstuk schetst een theologisch profiel van de gewijde ambtsdrager en de pastoraal werk(st)er. Terecht herinnert de tekst eerst aan de visie van het concilie op de kerk als een gemeenschap (communio) van gelovigen, waarin iedereen op gelijkwaardige wijze gezonden en medeverantwoordelijk is. Geen enkele gedoopte kan zich dan ook ontslaan van apostolaat als zending, in de wereld en in de kerk.
Daarbinnen kunnen allerlei diensten en charismas worden onderscheiden en op een bijzondere positie staat het gewijde ambt. Van dat gewijde ambt, dat als apostolisch ambt de band van de kerk met de zending van Christus zelf garandeert, krijgen we vervolgens een kleine theologie geserveerd. Het blijft historisch indrukwekkend dat al in het begin van de tweede eeuw dat ambt een vaste drieledige gestalte aannam van bisschop, diaken en priester toen veeleer in die volgorde. Die trits wordt dan ook aanbevolen in de oecumene.
De brochure zegt iets over de drie, maar besteedt terecht de meeste aandacht aan de priester. Pas na een eeuwenlange priesterlijke reductie van de kerk herontdekte Vaticanum II immers de andere kerkelijke spelers: de bisschop, de diaken, en ook de leken. Maar van de weeromstuit groeide her en der verwarring bij priesters én gelovigen over de plaats van die priester in de kerk. Als medewerker van de bisschop in diens verkondigende, liturgische en herderlijke taak, stelt de priester Christus tegenwoordig als het tegenover of het Hoofd van zijn Lichaam de kerkgemeenschap. Daarom representeert de priester ook in zijn persoon de lokale en de grotere kerkgemeenschap.
Permanente diakens van hun kant zijn geen lagere priesters. Zij vertegenwoordigen Christus veeleer op een andere wijze: niet als Hoofd, maar als dienaar. Het valt toe te juichen dat, waar het concilie nog enigszins aarzelde, de commissie vanuit de hedendaagse theologie het diaconaat nu duidelijk naar de dienstbaarheid oriënteert.
Vervolgens komen de pastorale werk(st)ers aan bod. Terwijl alle gelovigen medeverantwoordelijk zijn, werken zij van dichterbij mee met het gewijde ambt. Ze belanden daarmee op een soms wat ongemakkelijke tussenpositie. Theologisch handelen ze vanuit hun doopsel en vormsel dus niet vanuit een wijding , maar kerkelijk "krijgen ze hun missie van de bisschop en dus liefst niet van een parochie. Een dergelijke zending is een nieuw gegeven in de kerk en het toenemende tekort aan priesters bemoeilijkt nog eens hun identiteitsgroei. Het kan dan ook niet verwonderen dat het profiel van pastoraal werkers en werksters nog verder moet worden uitgeklaard.
Het tweede, erg korte hoofdstukje behandelt enkele socio-culturele achtergronden die het verstaan van het gewijde ambt bemoeilijken. Eerst wordt de reductie van het ambt tot een loutere functie en niet een tegenwoordig stellen van Christus waartoe alleen Hij zelf bekwaamt, besproken; daarna de democratie als zelfbestuur die nooit helemaal van toepassing kan zijn op de kerk; en ten slotte een tekort aan aandacht voor het meer dan dit aardse leven.
Enkele aanbevelingen ronden de brochure af. Er moet eerbied zijn voor de eigenheid en het samenspel van de ambten en bedieningen. Om het ambt te verstaan, is vorming nodig: het ambt is theo-logisch. Maar er is ook spiritualiteit van doen, want zich door de Heer laten leiden, vergt permanente bekering van de mens. De herders in de kerk worden ten slotte moed en vertrouwen toegewenst.
Laat er geen misverstand over bestaan: de brochure is degelijk en netjes geschreven, en verdient absoluut aandacht aan de basis. Voornamelijk over de theologie van het ambt zal hier en daar ook nog wel verdere toelichting nodig blijken.
Mijn frustratie bij het lezen is evenwel dat nog zo veel meer meespeelt in de crisis die het priesterambt doormaakt, in onze gewesten en in de wereldkerk. Die crisis wordt enerzijds veroorzaakt doordat de betekenis van het ambt niet langer wordt begrepen en dat probeert de brochure te verhelpen. De crisis is anderzijds ook te wijten aan het tekort aan gewijde bedienaren. Welnu, dat tekort bewerkstelligt evenzeer het niet-verstaan van het ambt als het niet-verstaan het tekort veroorzaakt. En van dat tekort lijkt de kerk, wereldwijd en in de brochure, toch een beetje weg te kijken.
De correcte herinnering aan de betekenis van het ambt dreigt dan op termijn te resulteren in een herinnering aan de tijd toen dat ambt er nog was. Ik leg daarom een aantal themas voor die ik ook graag in de tekst behandeld had gezien, al beoogde de commissie uitdrukkelijk geen volledigheid. Ze slaan allemaal op het samengaan van ambtsverstaan en ambtstekort in de verhouding tussen priester en leek.
Er is allereerst de onvoltooide ontklerikalisering van de kerk. Eeuwenlang werd het kerkgebeuren gereduceerd tot een aangelegenheid van de clerus. Ten onrechte werd daarbij ook het religieuze leven verregaand geklerikaliseerd. Het kan dan niet verwonderen dat de eerste inschakeling van de leek na het concilie in feite voor een deel ook een klerikalisering van die leek is geweest, veeleer dan een ontklerikalisering van de kerk. Zowel de idee dat er geen gewijd ambt meer nodig is in een lekenkerk, als de idee dat leken alles moeten kunnen wat de priester kan, vertrekt nog vanuit het ambt als het centrum van de kerk.
De doelstelling van de kerk is evenwel de liefde gestalte te geven. Het huwelijk en het celibaat en niet het ambt zijn daar de ijk van als de twee wegen waarlangs het doopsel wordt voltooid. De moeilijkste zoektocht is dan ook die naar de invulling van het apostolaat van de leek, dat is de eigen zending in de kerk en in de wereld die elkeen bij zijn doopsel ontvangt. Niet die naar zijn eventuele pastorale taak als medewerker van het ambt. Maar die zoektocht naar de echte leek wordt bemoeilijkt doordat wereldwijd leken al te zeer worden opgeëist voor binnenkerkelijke en pastorale taken. Dat komt deels door het tekort aan priesters, in die mate zelfs dat het wel lijkt alsof je pas een goede christen bent als je ook aan pastoraat doet. Dat voert ons dan weer terug naar een klerikale kerkvisie.
Onze ontkerstende samenleving heeft vooralsnog geen minderheidskerk opgeleverd, maar een hybride kerkgestalte een term ontleend aan Gisbert Greshake, die overigens geen louter negatieve lading heeft. Enerzijds vormen we een kleine kerkgemeenschap van mensen die hun leven op Christus trachten te oriënteren. Anderzijds vormt die kleine groep met haar nog veel kleinere groep gewijden het service-instituut voor een heel grote groep mensen in onze samenleving, wanneer die met religieuze noden wordt geconfronteerd. Dat is vooral bij de levensovergangen het geval. Rome blijft bovendien aandringen op een strikt sacramentele service aan die grote groep, een begrafenis mét eucharistie bijvoorbeeld. Dat brengt mee dat de leken de priesters net in dit soort service-pastoraal niet kunnen vervangen. Die situatie lijkt op termijn onhoudbaar, en zon priesterbestaan is allerminst aanlokkelijk voor eventuele kandidaten.
In de brochure lees ik: "Zo behoort tot de basisstructuur van een parochiegemeenschap wezenlijk een priester-pastoor. Zonder priester is er immers geen eucharistie en dat is net een kernmoment van de kerk. Daar ben ik het helemaal mee eens. Tegelijk lees ik in de pers de commentaar van een bisschop bij de synode over de eucharistie die net in Rome afliep. "Hij verwees naar Brazilië, waar in sommige gebieden maar één priester voor tachtig- tot negentigduizend gelovigen is: Daar worden gewoon altijd woord- en gebedsvieringen gehouden, wachtend op het moment dat er weer een priester langskomt voor de eucharistieviering.
Kun je je een grotere tegenstelling indenken? Wereldwijd functioneert een ruime volstrekte meerderheid van de parochies zonder pastoor. Dat lijkt mij de grootste pastorale inconsequentie die de kerk vandaag vertoont: wie voedt hier wie op tot een niet langer verstaan van het ambt bij gebrek eraan?
De zoektocht naar meer gewijden leidt tot de discussie over de ambtscriteria. Ook al zal de afschaffing ervan het priestertekort niet oplossen, toch speelt het verplichte ambtscelibaat wel degelijk een rol. Die opmerking heeft hoegenaamd niets te maken met de waardering voor het celibaat op zich. Maar de betekenis van het celibaat verschuift in een postchristelijke context. Weliswaar te kort door de bocht geformuleerd, functioneerde het celibaat in een kerk van christenen-door-geboorte als een getuigenis dat iemand zijn christen zijn ernstig nam.
Vandaag evenwel, in een kerk van christenen-door-bekering (kardinaal Carlo Maria Martini) verschijnt het celibaat niet langer als een bijna noodzakelijke voorwaarde om te tonen dat je christen zijn je menens is. Daardoor is er onder de nieuwe christenen een aantal dat wel zijn leven aan de kerk wil verbinden, maar zich niet tot het celibaat weet geroepen als automatisch verbonden met het kerkelijk ambt.
Diezelfde verschuiving verklaart ook waarom een onevenredig hoog aantal kandidaten die zich vandaag nog wel voor het celibataire ambt aanmelden, homoseksueel is al zijn er om begrijpelijke redenen van vertrouwelijkheid geen precieze cijfers beschikbaar. Die bedenking houdt echt geen afwijzing in van homoseksueel geaarden voor het celibataire ambt, noch de suggestie dat ze minder geschikt zijn. Maar het lijkt toch niet gezond dat het verplichte celibaat zon filter installeert op de belangstelling van kandidaten voor het gewijde ambt.
Ten slotte. Drie vierde van de studenten die mijn colleges over de theologie van ambten en bedieningen volgen in Utrecht, zijn vrouwen. Ik pleit noch daar noch hier zomaar voor de priesterwijding van de vrouw, maar ik wil opmerken dat in de kerk de dienst van de eindverantwoordelijkheid met wijdingsmacht is verbonden. Het concilie heeft om heel goede redenen het samengaan van die twee beklemtoond: de betekenis ervan is dat uiteindelijk de Heer zelf zijn kerk leidt. Om het in sociaal-wetenschappelijke termen te verwoorden: de decision making in de kerk behartigen we allen samen of synodaal; de decision taking evenwel komt toe aan de hiërarchie.
In die hiërarchie hebben vrouwen nu geen plaats en dus participeren ze niet aan de beslissingsmacht. Dat is toch bijzonder problematisch. De complementariteit van man en vrouw in de kerk wacht dringend op verdere uitwerking, allereerst op het vlak van de uitsluiting van de vrouw uit elk gezag: het leerambt kan hier niet blijven wegkijken, aldus Stijn Van den Bossche.
(Bewerking: vetjes, cursief, onderlijnen en nieuwe aline's door mezelf)
GENT (KerkNet) - Tijdens de Gentse Feesten 2006 organiseren verschillende katholieke solidariteitsorganisaties, verenigd in het Netwerk Rechtvaardigheid & Vrede, een gezamenlijke tentoonstelling in de Sint-Niklaaskerk onder de noemer 'Adem Geven aan Solidariteit'.
Deelnemende organisaties zijn: Broederlijk Delen, Caritas Gemeenschapsdienst, Kerkwerk Multicultureel Samenleven, Caritas International, Missio, Welzijnszorg, Caritas Hulpbetoon, Pax Christi Vlaanderen, de Diocesane Commissie Rechtvaardigheid en Vrede en het bisdom Gent.
De tentoonstelling heeft plaats in de Sint-Niklaaskerk aan de Korenmarkt in Gent van 15 tot 24 juli 2006. Ze is elke dag te bezichtigen van 10 tot 18 uur, behalve op maandag: vanaf 14 uur.
Thema Solidariteit - dichtbij en wereldwijd - daar gaan de leden van het Netwerk Rechtvaardigheid & Vrede voor. Zowel in binnen- als in buitenland geven ze concrete antwoorden op armoede en uitsluiting, honger en ellende, onlusten en oorlog. Dit door levensadem te geven via ontwikkelingswerk en noodhulp, het ondersteunen van lokale initiatieven, armoedebestrijding en mensnabije zorg, verzoening en vredeswerk en spirituele verdieping over grenzen heen. Dankzij zinvol engagement van enthousiaste professionelen én vrijwilligers en vanuit geloof en evangelie krijgen deze organisaties ook een tweede adem om zich blijvend in te zetten voor een rechtvaardige wereld.
LOF VOOR EERSTE ARMOEDERAPPORT VAN DE DUITSE EVANGELISCHE KERK
BERLIJN (EPD) - Er zijn heel positieve reacties op de publicatie van het eerste armoederapport van de Duitse Evangelische Kerk (EKD). Het rapport werd gisteren in Berlijn voorgesteld. Het stelt onomwonden dat armoede in een rijk land als Duitsland 'een schandaal' is. Er staat ook dat er te weinig wordt gedaan om de uitsluiting van hele bevolkingsgroepen te verhinderen. Het rapport telt in totaal 80 bladzijden.
Volgens het rapport zijn er in Duitsland meer dan zeven miljoen mensen, waaronder twee miljoen kinderen en jongeren, die eind 2005 op sociale bijstand waren aangewezen. Vooral langdurig werklozen, mensen met een lage armoede en alleenstaanden (vooral moeders met kinderen) dreigen in armoede te vervallen. Het rapport spreekt zich ook uit tegen meer bijdragen of hogere belastingen om de sociale welvaartstaat en het onderwijs te financieren. Het rapport wijst de politiek tevens op haar taak om nieuwe arbeidsplaatsen te scheppen en de int egratie van mensen zonder inkomen te bevorderen. "In een rijk land als Duitsland bestaat er geen enkel excuus om ontoereikende deelname aan de economie en armoede niet te overwinnen."
Ik las het boek van Dottie Mraz, Ministry and the Family of the Permanent Deacon, 1987, adres: The Liturgical Press, Collegville, Minnesota 56321, 158 bladzijden. Dottie Mraz is echtgenote-weduwe van een permanent diaken. Samen kregen zij vijf kinderen. Haar man Phil Mraz overleed vroegtijdig aan kanker. Het boek is uitermate boeiend en vooral in de laatste hoofstukken diep ontroerend. De auteur vertelt niet zomaar om het even wat. Zij gaat integendeel geen enkel vraag uit de weg en weet op puntige wijze heel diep te graven. Echt een boek om te kopen en te lezen. Meer dan de kosten en moeite waard.
Wanneer schrijft een diakenvrouw van bij ons over 'Het gewijde ambt van diaken en zijn gezin'. Het boek van Dottie Mras biedt daartoe alle inspiratie.
Hoe noem je een kleine dia? In het dialect een 'dia-ken'. Je kunt pas beeld worden dankzij het Licht dat door je schijnt. Zo kan de diaken concreet gestalte geven aan hoop, geloof en liefde.
Diaken Hedwig Van Peteghem in Lieve Wouters, Klapstoel in Kerk en Leven van 28 juni 2006, p. 7.