Er zijn de voorbije halve eeuw veel ontwikkelingen ten goede gebeurd. We zijn vrijer en geëmancipeerder, er zijn veel meer mogelijkheden om te studeren en de wetenschap heeft unieke zaken tot stand gebracht. Maar we zijn overmoedig bezig. Ik kan me vreselijk kwaad maken over de drammerigheid van de reclame en het feit dat we louter als consument worden beschouwd. We kopen en verbruiken veel waar we totaal geen behoefte aan hebben en lijken niet meer in staat om het essentiële te onderscheiden van het bijkomstige. Op die manier zijn we ook de natuur naar de vaantjes aan het helpen voor al wie na ons komt. Natuurromantiek is aan mij niet besteed. De natuur is gruwelijk. Het is eten en gegeten worden en de mens is daarin een schakel. Maar ik heb wel een groot ontzag voor de natuur en vind dat we er met respect moeten mee omspringen. We zijn er zo van vervreemd dat we menen ongestraft lucht, water en bodem te kunnen vervuilen. We bouwen liever nog een verbrandingsoven dan het immense afvalprobleem aan de bron aan te pakken en komaf te maken met al die wegwerpverpakkingen. Vroeg of laat zal er een generatie opstaan die dat niet meer neemt. Zo hoopvol ben ik wel. Nu al zijn er heel wat mensen die de druk om te consumeren en de wegwerpcultuur beu zijn. Als ze zich verenigen zal de politiek wel moeten volgen. Er wordt veel over milieu gepraat, maar het blijft meestal nog één grote schijnheilige vertoning.
Jozef Deleu in Aktief, 4 november 2005, p. 1 - 2
|