Evangelisatiecongres toont humaniserende kracht van evangelie
Kerk laaft hoofdstad uit unieke bron
Peter Vande Vyvere
Een week lang was de katholieke kerk in Brussel op haar best: dynamisch, uitnodigend, ongegeneerd zichzelf en toch helemaal open voor de stad en voor de wereld. Veelkleurig en eenstemmig tegelijk.
Het congres Brussel-Allerheiligen 2006 met als thema Kom en zie verliep onmiskenbaar in crescendo. Na een gesmaakte culturele aanloop tijdens het weekend van 28 en 29 oktober, liep de basiliek van Koekelberg maandag vol voor de lezing van Andrea Riccardi, de stichter van de Sant Egidiogemeenschap. De toon was meteen gezet: Brussel-Allerheiligen 2006 zou een feest worden van de hele kerk: van rijk en arm, jong en oud, man en vrouw, clericus en leek, religieuzen en leden van nieuwe bewegingen. De wit-paars-oranje rugzakjes en de witte sjaals de hele week lang het uniform van de congresgangers tooiden de meest verscheiden outfits: pijen en habijten van allerlei kleur en snit, nette pakken en vlotte jeanskledij, Romeinse boordjes en blote navels. Zowel in de officiële regie als in informele babbels hoorde je afwisselend en zelfs door elkaar Nederlands, Frans, Duits en Engels. Ook het Portugees en het Hongaars de talen van twee andere congreslanden waren nooit uit de lucht.
Had de evaluatie van kardinaal Danneels tijdens de persconferentie op maandag nog iets van een opluchting, dinsdag heerste na de lezing van de Engelse dominicaan Timothy Radcliffe zichtbaar en hoorbaar blijdschap: ,,We registreerden vandaag duizend nieuwe inschrijvingen, meldde hulpbisschop Jozef De Kesel. ,,Nooit gehoord, grapte Danneels: ,,Iemand maande me aan de basiliek van Koekelberg uit te breiden. Donderdag liet een organisator zich met een ontspannen glimlach ontvallen: ,,We hoeven alleen mee te drijven met de stroom.
●
De in vorige congressen beproefde formule bleek de congresgangers te bekoren. Na een theoretische voormiddag met inhoudelijke lezingen, gevolgd door een stijlvolle eucharistie met kijkvriendelijke reuzenschermen in de basiliek van Koekelberg , volgde een praktische namiddag, Een batterij behulpzame vrijwilligers begeleidde de duizenden congressisten na de middageucharistie naar de refters in de naburige scholen. In de klaslokalen hadden vervolgens tientallen werkwinkels plaats over zowat alle terreinen van het kerkelijke leven.
Die ateliers fungeerden als praktische laboratoria van katholiek leven. Telkens ging een twintigtal deelnemers uit verscheidene landen en continenten dieper in op een of andere vraag over gelovig leven. Zo kon wie in de vernieuwing van het parochieleven geïnteresseerd was, terecht in een werkwinkel geleid door Dominique de Lafforest, een in Bretagne geboren priester, verbonden met de Emmanuel-gemeenschap. Die beweging was door de organiserende kardinalen aangezocht het congres voor te bereiden en praktisch te ondersteunen. Emmanuel is een uit Frankrijk afkomstige nieuwe beweging van voornamelijk leken, charismatisch geïnspireerd en sterk op de eucharistie georiënteerd.
De Lafforest, die twintig jaar pastoor was in de Sacré Coeur-parochie van Ukkel, leidde een atelier over de vraag hoe een parochie missionair kan zijn. Naast een rist tips begon en eindigde De la Forrest met een basisregel van christelijke gemeenschapsvorming. ,,Het geloof verkondigen is geen kwestie van methodiek. We moeten voor alles, in gezamenlijk gebed en in de sacramenten, verbonden blijven met Christus en zijn Woord aandachtig beluisteren. Dan wordt onze zending wel duidelijk en trekken we mensen aan. De deelnemers beaamden die conclusie met een gezamenlijk Salve Regina: Toon ons, na deze ballingschap, Jezus.
●
In de vooravond konden de deelnemers panelgesprekken bijwonen over maatschappelijke kwesties: werkgelegenheid voor allochtonen, het eenwordende Europa, de mens en het lijden (zie hieronder), leven in een grootstad en de band tussen levensbeschouwelijke inspiratie en politiek.
Met die initiatieven toont de kerk in Brussel dat ze werkelijk sacrament van heil voor de wereld wil zijn, dat ze niet knus en navelstaarderig, maar met een groot hart voor de wereld in de stad aanwezig is. Het publieke karakter van het congres was overduidelijk. Verscheidene vooraanstaande politici namen deel. Onder hen Brussels minister-president Charles Picqué (PS), minister van Werk Benoît Cerexhe (CDH) en parlementslid en toekomstig schepen Steven Vanackere (CD&V). In het zog van het congres slaan vier Brusselse immobiliënorganisaties van christelijke signatuur de handen in elkaar om meer panden van de kerk voor sociale huisvesting te bestemmen.
Brussel-Allerheiligen 2006, met zijn centrale thema Kom en zie, ging niet onopgemerkt voorbij in de straten van de hoofdstad. Zelfs de argeloze journalist, door de persdienst voorzien van een tricolore rugzak, ondervond aan den lijve de interesse van buitenstaanders. Op weg naar een debat over politiek en levensbeschouwing, word ik door een groepje jongeren, samentroepend aan een tattooshop, aangeklampt: ,,Expliquez-nous à quelle réunion vous participez! Na een woordje uitleg over een Europese ontmoeting van katholieken en hun verlangen om de stad te helpen humaniseren, word ik vriendelijk bedankt en ontvang ik de beste wensen voor een goed verloop van het congres.
●
Dat christenen vanuit een specifieke bron de stad bevloeien, illustreerden de vele kerken en kapellen die ook s avonds hun deuren openden voor aanbidding. Zo ook de kapel van de Rijke Klaren in de buurt van de Beurs. Donderdag rond 19 uur overvallen je bij het binnenkomen de stilte en de intieme duisternis. Verlicht is alleen het koor en het altaar, met daarop de monstrans met de hostie, in een kring van kaarsen en bloemen. Mensen komen, knielen en bidden. Even of voor langere tijd. Je ziet er verrassend veel twintigers en dertigers.
Achterin liggen een balpen en een boek met handgeschreven, meertalige gebedsintenties. Tussen de vele persoonlijke dankwoorden en smeekbeden, lees ik: Kom en doe ons zien.