Diaken-zijn "Binnen het geheel van diensttaken heben bisschoppen, priesters en diakens een eigen plaats. Ze vervullen het apostolisch dienstwerk in de kerk en staan doorheen de wisselende tijden borg voor de trouw aan de apostolische oorsprong van het kerkelijk leven. Voor dit dienstwerk ontvangen ze het wijdingssacrament dat hen niet verheft boven de andere gedoopten maar hen toerust om hun specifieke taak in dienst van het godsvolk te kunnen vervullen.
Zo ontvangt de gedoopte en gehuwde diaken door zijn wijding een specifieke toerusting van de Geest om midden de geloofsgemeenschap een levende heenwijzing te worden naar Christus, dé Dienaar van God en van de mensen. De diakenwijding doet niets af van het feit dat Christus door zijn Geest in elke christen leeft, ieder van hen in dient en tot dienstbaarheid uitnodigt. De wijding geeft aan de diaken wel de kracht en de opdracht om midden een dienende kerkgemeenschap te herinneren aan en te verwijzen naar de ons overstijgende Bron van alle dienstbaarheid die in Christus te vinden is. Doorheen gebed, verkondiging, liturgische vieringen en groeiende zelfvergeten dienstbaarheid verbindt de diaken de dienende kerk met haar Meester bij wie ze een inspirerend voorbeeld en steeds nieuwe kracht kan vinden. Een diaken zal binnen de inzet en het getuigenis van de kerkgemeenschap steeds herinneren aan de voorrang van Christus, die onze diaconie inspireert en mogelijke maakt. De indentiteit van het permanent diaocnaat mogen we niet teveel en zeker niet louter in termen van activiteit verhelderen. Het specifieke dienstwerk van een diaken wil voor alles waken over het Christusverbonden karakter van de kerkelijke diaconie."
Koen Vanhoutte, in Ambt en huwelijk, Bisdom Brugge, Diocesane Commissie Permanent Diaconaat, 12 / 2003, p. 9 - 10