Voor de Nieuwsbrief bisdom Gent
Suggesties voor de verdere opvolging van het jaar van de diaconie [1] en de diakengemeenschap
De diaken, de dekenale conferentie en de dekenale stuurgroep
In de werkmap 2005 2006 vinden wij onder Themas dekenale conferenties 2006 2007, p. 4: November: Wij geloven in de Liefde. Het is de bedoeling om tijdens conferentie van de maand november,aan de hand van de eerste encycliek van paus Benedictus XVI Deus caritas est, te zorgen voor een verdere opvolging van het jaar van de diaconie. Onder het hoofdstuk Suggesties voor de jaarplanning 2006 2007[2], worden voor elke maand suggesties tot verwerking gegeven. Voor de maand november vinden wij de suggesties op de bladzijden 10 11 en vier bijlagen in de gele bladzijden van p. 19 tot en met 25. In bijlage 1 vinden wij drie bladzijden citaten uit Deus caritas est. In bijlage 2 wordt ons de schilderij van Sieger Köder met als titel Voetwassing voorgesteld. Op bladzijde 22 tot 23 vinden bij een reproductie van die schilderij en een prachtig commentaar op de schilderij. Op bladzijde 24 vinden wij in bijlage 3 het verloop geschetst van een contemplatieve dialoog, bijvoorbeeld bij de schilderij en de tekst van de Voetwassing. Op bladzijde 25 tenslotte vinden wij bijlage 4: Suggesties voor de verdere opvolging van het jaar van de diaconie.
Wij wijzen hier op de laatste suggestie: Diaken: diaconaal en dekenaal. Hier lezen wij: Jaarlijkse samenkomst van de diakens van het dekenaat en de dekenale stuurgroep rond de concrete invulling van het ambt van de diakens.
Vraag aan de diakens
Hier heeft de redactie een vraag aan jullie: Heeft er in jullie decanaat zon samenkomst plaats gehad en kunnen en willen jullie ons daarvan een bericht sturen?
Misschien gebeurt zon samenkomst later, kunnen jullie ons dan alsnog een verslag sturen?
Twee motivatieteksten die het belang van die samenkomst aantonen.
1. Enkele uitspraken over de diakens in Testamentum Domini[3]
1.31,10 : Zoals het goed en passend is, gaat de priester samen met de diaken in de huizen van de zieken en brengt hen een bezoek. Hij bezint zich over wat passend en nuttig is om aan de zieken te zeggen, vooral aan de gelovige zieken.
I.33,1: De diaken doet en deelt alleen dat mee wat de bisschop hem opdraagt. Hij is de raadgever van heel de clerus en is zodoende het zinnebeeld van de hele kerk.
Hij verpleegt de zieken, bekommert zich om de vreemdelingen, is de toeverlaat van de weduwen.
Op vaderlijke wijze ontfermt hij zich over de wezen, gaat de huizen van de armen in en uit om na te gaan of er iemand is die in angst leeft, ziek is of in nood is geraakt.
Hij gaat in de woningen van de catechumenen op bezoek om diegenen die twijfelen te bemoedigen en om de onwetenden te onderrichten.
Hij kleedt de overleden mannen aan en baart hen op. Hij begraaft de vreemdelingen en ontfermt zich over degenen die hun vaderland hebben verlaten of eruit verdreven werden.
Hij maakt aan de gemeente (= christelijke gemeenschap) de namen bekend van degenen die in nood verkeren.
Daarbij zal hij de bisschop (het dekenaal team) niet lastig vallen en hem alleen s zondags verslag uitbrengen, opdat hij daardoor over alles op de hoogte is.
1.34,3: Als een diaken werkzaam is in een stad die aan de zee ligt, zal hij zorgvuldig de oevers afzoeken, of er geen lijken van schipbreukelingen zijn aangespoeld.
Hij zal de drenkelingen aankleden en begraven.
In het onderkomen ( het opvanghuis) voor vreemdelingen zal hij er zich van gewissen of er daar geen zieken, armen of overledenen zijn, en hij zal de gemeente ( = de christelijke gemeenschap) meedelen, wat voor iedereen moeten gedaan worden, wat nodig is.
De verlamden en zieken zal hij een bad geven, waardoor zij in hun ziekte (in hun noodsituatie) even op adem kunnen komen.
Allen die in nood verkeren moet hij melden aan de gemeente.
1.34,4: De diaken zal in alles als het oog van de kerk zijn; hij zal zich inspannen om een voorbeeld van vroomheid te zijn. (Hier volgen nog waarschuwingen voor degenen die nog niet tot het eucharistievieren bekwaam zijn en over de voorbeden die de diaken moet voordragen).
2. De diaken en de kerkgemeenschap[4]
Het is allereerst de kerk zelf die dianaar en diaken moet zijn. Maar binnen zon diakonale kerkgemeenschap heeft de ambtelijke diaken een eigen en onvervreemdbare zending en taak. In nummer 29 van Lumen Gentium wordt gezegd dat de diakens de handen worden opgelegd niet voor het priesterschap, maar voor het dienstbetoon.
In de kerk van de Oudheid was de diaken inderdaad verantwoordelijk voor alle initiatieven die een kerkgemeenschap ondernam voor armen, zieken en behoeftigen.
Het is duidelijk dat de kerk ook vandaag haar diakonale zending slechts kan vervullen, als er mensen zijn die op het terrein van de armenzorg, de ziekenzorg en van de dienst aan de medemens initiatieven nemen of die anderen tot initiatief aanzetten en motiveren.
Het zijn déze mensen die dan ook door handoplegging en onder aanroeping van de heilige Geest ambtelijk tot diaken worden aangesteld en gewijd.
Deze diakens moeten de kerkgemeenschap er voortduren aan herinneren dat God een voorkeurliefde heeft voor de armen en voor allen die zonder uitzicht zijn. Ze moeten ervoor zorgen dat de kerkgemeenschap haar verantwoordelijkheid op dat terrein niet vlucht. Ze moeten niet alles zelf doen en ook niet alles alleen doen. Zij moeten andere christenen en uiteindelijk de hele gemeenschap erin betrekken.
Hier is te denken aan de vele initiatieven die binnen een kerkgemeenschap kunnen genomen worden voor de armen en materieel behoeftigen, zowel in eigen land als in de Derde Wereld. Hun welzijn moet onze zorg zijn en we moeten broederlijk (en zusterlijk) met hen delen.
Er zijn de zieken en de bejaarden.
Er zijn de migranten en gastarbeiders, de vreemdelingen en mensen in de marge.
Er is de strijd voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping.
Altijd weer zijn er ook nieuwe concrete noden te ontdekken, zoals in het verhaal van de zeven in Hand 6 , 1 7, die de achteruitstelling van de hellenistische weduwen bij de hulpverlening moeten opvangen.
Er is in onze dagen de nood van asielzoekers en vluchtelingen, drugverslaafden, affectief ontwrichte jongeren, vereenzaamde bejaarden, aids-patiënten.
Hoeveel materieel én geestelijk lijden is er niet aanwezig in een moderne welvaartsmaatschappij?
De kerk kan het evangelie niet verkondigen, als ze niet metterdaad een teken van hoop is voor zon mensen.
Voor het diakonaat moeten we ook niet uitsluitend denken aan binnenkerkelijke pastoraal. Diakens meten ook te vinden zijn in de diaspora, in de alternatieve circuits van buurtwerk, opbouwwerk, opvang en preventie.
De suggesties voor november, als opvolging van het jaar van de diaconie, moeten door ons ter harte genomen worden.
Dmt
[1] Werkmap voor de dekenale stuurgroepen: Volwassen worden in geloof. Suggesties voor de dekenale werking, van het Centrum voor Christelijk Vormingswerk, mei 2006, p. 25, bijlage 4: Suggesties voor de verdere opvolging van het jaar van de diaconie(uit de werkmap voor de dekenale stuurgroepen mei 2002).
[4] Jozef De Kesel, Diaken in de Kerk. Geroepen tot dienstbetoon, p. 8 9.
|