Inhoud blog
  • Waarom wij 'christenen' genoemd?
  • Wij het lichaam van Christus, de Kerk
  • Ouderen tellen nauwelijks mee
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Diaconaat: kerk in uitvoering

    28-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De menselijke persoon, hart van de vrede

    Boodschap van zijne Heiligheid

    paus Benedictus XVI

    voor de viering van Wereldvrededag

    1 januari 2007

    De menselijke persoon, hart van de vrede

    1. Bij het begin van het nieuwe jaar wil ik de leiders van de landen en alle mannen en vrouwen van goede wil mijn vredeswensen overmaken. Ik richt me in het bijzonder tot iedereen die verdriet en lijden kent, tot al wie door geweld en wapengekletter bedreigd wordt, maar ook tot hen die, aangetast in hun waardigheid, verlangend uitkijken naar hun menselijke en sociale reïntegratie. Ik richt me ook tot de kinderen, die in hun onschuld de mensheid verrijken met goedheid en hoop, en wier lijden ons allen aanspoort om stichters van gerechtigheid en vrede te zijn. Ik denk daarbij meer bepaald aan de kinderen van wie de toekomst op het spel wordt gezet door uitbuiting en door de boosaardigheid van volwassenen zonder scrupules. Juist naar aanleiding van Wereldvrededag heb ik de algemene aandacht willen toespitsen op het thema: De menselijke persoon, hart van de vrede. Ik ben er namelijk van overtuigd dat men door de persoon ten volle te respecteren, de vrede bevordert en dat men door te bouwen aan vrede, de basis legt van een authentiek integraal humanisme. Het is immers op die manier dat een serene toekomst voor de nieuwe generaties wordt voorbereid.

    De menselijke persoon en de vrede: gave en opgave

    1. De heilige Schrift bevestigt het: God schiep de mens naar zijn beeld, naar het beeld van God schiep Hij hem, man en vrouw schiep Hij hen (Gn 1, 27). Omdat hij geschapen is naar het beeld van God, heeft het menselijke individu de waardigheid van de persoon; hij is niet zonder meer iets, maar iemand; in staat zichzelf te kennen, zichzelf te beheersen, zich in vrijheid te geven en in gemeenschap met andere mensen te treden. Terzelfder tijd wordt hij, door de genade, geroepen een verbond aan te gaan met zijn Schepper en Hem een antwoord van geloof en liefde te geven dat niemand anders in zijn plaats kan geven.[1] Het is vanuit dit prachtige perspectief dat de opdracht zich laat verstaan die aan het menselijke schepsel is toevertrouwd: het laten rijpen van zijn vermogen om lief te hebben en de wereld erop te doen vooruitgaan, door hem te laten heropbloeien in gerechtigheid en vrede. In een aangrijpende synthese leert St.-Augustinus: God, die ons geschapen heeft zonder ons, heeft niet gewild ons te redden zonder ons [2]. Het is daarom de plicht van alle mensen zich bewust te blijven van het dubbele aspect van gave en opgave.

    1. Ook de vrede is tegelijk een gave en een opgave. Als het waar is dat vrede tussen individuen en tussen volkeren – het vermogen om met elkaar te leven en relaties van gerechtigheid en solidariteit te smeden – staat voor een engagement dat geen uitstel kent, dan is het zo mogelijk nog meer waar dat vrede een gave Gods is. Vrede is inderdaad een kenmerk van het goddelijke handelen, dat zich tegelijk manifesteert in de schepping van een geordend en harmonieus universum en in de verlossing van de mensheid, die vrijgekocht moet worden van de wanorde van de zonde. Schepping en verlossing leveren dus de leessleutel voor het begrijpen van de zin van ons aardse bestaan. In zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 5 oktober 1995 bevestigde mijn eerbiedwaardige voorganger Joannes Paulus II dat wij niet leven in een irrationele of van alle zin verstoken wereld, maar dat er integendeel een morele logica bestaat, die het menselijke bestaan verheldert en een dialoog tussen mensen en volkeren mogelijk maakt.[3] De transcendente grammatica - het geheel namelijk van regels voor het individuele handelen en van de op gerechtigheid en solidariteit gebaseerde wederzijdse relaties tussen personen – is ingeschreven in eenieders geweten, dat een weerspiegeling is van het wijze plan van Gods. Zoals ik het recent opnieuw heb willen bevestigen, geloven wij dat aan de oorsprong van alles het eeuwige Woord, de Rede, ligt en niet de Irrationaliteit.[4] Vrede is dus ook een opgave die iedereen verplicht tot een persoonlijk en harmonieus antwoord op het goddelijke plan. Het criterium waarop dat antwoord zich dient te inspireren, kan niet anders zijn dan het respect voor de ‘grammatica’ die door zijn goddelijke Schepper in het hart van de mens is geschreven.

    Vanuit dat perspectief moeten de normen van het natuurrecht niet beschouwd worden als richtlijnen die zich van buitenaf opdringen en zo goed als volledig beslag leggen op de vrijheid van de mens. Zij moeten integendeel ontvangen worden als een appel om trouw het universele goddelijke plan, dat ingeschreven is in de natuur van de mens, te realiseren. Geleid door dergelijke normen kunnen de volkeren – in hun respectieve culturen – op die manier dichter bij het grootste mysterie - het mysterie van God – komen. De erkenning van en het respect voor de natuurwet vormen bijgevolg, ook vandaag nog, het grote fundament van de dialoog tussen de aanhangers van de verschillende godsdiensten en tussen gelovigen en niet-gelovigen. Daar ligt een belangrijke ontmoetingsplaats en dus een fundamenteel uitgangspunt voor een authentieke vrede.


    Het recht op leven en op godsdienstvrijheid

    1. De plicht om de waardigheid van elke mens te respecteren, waarvan het wezen het beeld van de Schepper weerspiegelt, houdt in dat men niet zomaar naar eigen goeddunken kan beschikken over de menselijke persoon. De persoon die kan genieten van een grotere politieke, technologische en economische macht, mag die niet misbruiken om de rechten van minder fortuinlijke personen te schenden. Vrede is juist gebaseerd op het respect voor de rechten van alle mensen. De Kerk is zich daarvan bewust en zet zich daarom in om de fundamentele rechten van alle personen te verdedigen. Zij eist in het bijzonder respect voor het leven en voor de godsdienstvrijheid van eenieder. Het respect voor het leven in al zijn stadia vormt een punt van doorslaggevende betekenis: het leven is een gave; het subject kan er niet ten volle over beschikken. Op dezelfde manier brengt de bevestiging van het recht op godsdienstvrijheid de mens in relatie met een transcendent Principe, dat hem onttrekt aan de menselijke willekeur. Het recht op leven en op de vrije uitoefening van het geloof in God valt niet onder de bevoegdheid van de mens. Vrede heeft nood aan een klare en duidelijke grens tussen datgene waarover de mens al of niet zelf kan beschikken: op die manier wordt vermeden dat onaanvaardbare elementen worden binnengebracht in het waardepatrimonium dat eigen is aan de mens als zodanig.

    1. Wat betreft het recht op leven moeten alle verschrikkelijke schendingen in onze samenleving aan de kaak worden gesteld: naast de slachtoffers van gewapende conflicten, van terrorisme en de vele vormen van geweld, zijn er de zovele stille doden die veroorzaakt worden door honger, abortus, experimenten met embryo’s en euthanasie. Daarin kunnen we toch niet anders dan een aanslag op de vrede zien? Abortus en experimenten met embryo’s vormen de directe ontkenning van de ontvankelijke houding tegenover de andere, een houding die onontbeerlijk is voor het stichten van duurzame relaties van vrede. Voor wat de vrije uiting van een geloofsovertuiging betreft, zijn de moeilijkheden die zowel christenen als andersgelovigen vaak ondervinden om in alle vrijheid en in het openbaar hun geloofsovertuiging te belijden, een ander zorgwekkend symptoom van het gebrek aan vrede. In verband met de christenen in het bijzonder moet ik met pijn in het hart opmerken dat zij soms niet alleen gehinderd worden, maar dat zij in sommige staten soms zelfs vervolgd worden. Recent nog werden enkele tragische gevallen van afschuwelijk geweld opgetekend. Er zijn politieke regimes die één enkele godsdienst opleggen, terwijl andere, zogeheten neutrale regimes niet alleen overgaan tot een gewelddadige vervolging, maar zich ook schuldig maken aan een systematisch cultureel misprijzen van gelovigen. In al die gevallen wordt een fundamenteel mensenrecht niet gerespecteerd, met alle zware gevolgen van dien voor een vreedzame samenleving. Dat kan alleen maar een negatieve mentaliteit en cultuur voor de vrede in de hand werken.

    De natuurlijke gelijkwaardigheid van alle personen

    1. Aan de oorsprong van de vele spanningen die de vrede bedreigen, liggen ongetwijfeld de ontelbare en onrechtvaardige ongelijkheden die nog zo tragisch aanwezig zijn in de wereld. Daartussen vindt men, en dat vaak op een bijzonder geniepige manier, enerzijds de ongelijkheid in de toegang tot levensnoodzakelijke goederen als voedsel, water, een dak boven het hoofd en gezondheidszorg, en anderzijds de hardnekkige ongelijkheid tussen man en vrouw in de uitoefening van de fundamentele mensenrechten.

    De erkenning van de essentiële gelijkwaardigheid tussen mensen, die voortkomt uit hun gemeenschappelijke transcendente waardigheid, vormt een element van eerste orde voor de uitbouw van de vrede. Gelijkwaardigheid op dit niveau is dus een goed van iedereen, dat ingeschreven staat in de natuurlijke grammatica, die deel uitmaakt van het goddelijke scheppingsplan; een goed dat niet genegeerd noch met de voeten kan getreden worden zonder ernstige gevolgen uit te lokken die de vrede in gevaar kunnen brengen. Deze bijzonder ernstige tekorten waarvan zovele volkeren het slachtoffer zijn, in het bijzonder op het Afrikaanse continent, liggen aan de basis van heftige eisen en slaan daarom een diepe wonde in de vrede.

    1. Ook de vaststelling dat onvoldoende rekening wordt gehouden met de bestaansconditie van de vrouw werkt allerlei vormen van instabiliteit in de sociale orde in de hand. Ik denk daarbij aan de uitbuiting van vrouwen die als objecten behandeld worden en aan de vele vormen van gebrek aan respect voor hun waardigheid; ik denk ook – weliswaar in een andere context – aan bepaalde hardnekkige antropologische misvattingen in een aantal culturen, die vrouwen nog altijd een plaats toekennen waarbij ze al te zeer overgeleverd worden aan de mannelijke willekeur. Met alle gevolgen van dien en waarbij hun waardigheid als persoon en de vrije uitoefening van hun eigen fundamentele rechten ernstig geschaad worden. Laten we ons geen illusies maken: de vrede zal nooit gewaarborgd zijn zolang deze vormen van discriminatie, die afbreuk doen aan de persoonlijke en door de Schepper in elke mens ingeschreven waardigheid, niet zullen zijn afgeschaft.[5]

    Een ecologie van de vrede

    1. In zijn encycliek Centesimus annus schrijft Joannes Paulus II: Niet alleen de aarde is door God aan de mens gegeven, die haar gebruiken moet met eerbiediging van de oorspronkelijke bedoeling, volgens welke ze hem geschonken is als een goed, maar ook de mens is aan zichzelf gegeven door God en hij moet daarom de natuurlijke en zedelijke structuur respecteren waarmee hij begiftigd is.[6] Het is door gevolg te geven aan dit consigne, hem door de Schepper gegeven, dat de mens samen met zijn medemensen een wereld van vrede kan stichten. Bovenop de natuurecologie bestaat er daarom een ecologie die we als menselijk zouden kunnen omschrijven. Die vereist soms een sociale ecologie. En dat vraagt op zijn beurt van de mensheid, als de vrede haar ten minste echt na aan het hart ligt, dat zij de verbanden tussen de natuurlijke ecologie – het respect voor de natuur – en de menselijke ecologie des te meer voor de geest moet zien te houden. De ervaring leert dat elke onrespectvolle houding tegenover het milieu schade berokkent aan de menselijke samenleving, en omgekeerd. Er is een steeds duidelijker wordend verband tussen vrede met de schepping enerzijds en vrede tussen de mensen anderzijds. Zowel de een als de ander vooronderstellen een vrede met God. Het poëtische gebed van St.-Franciscus, dat ook bekend staat als het Zonnelied is een even bewonderswaardig als actueel voorbeeld van deze veelvormige ecologie van de vrede.

    1. Het elke dag acuter wordende probleem van de energiebevoorrading helpt ons te begrijpen hoe nauw het verband wel is tussen deze twee soorten ecologie. In de loop van de laatste jaren hebben de Verenigde Naties zich daadwerkelijk en met veel energie geëngageerd in de industriële productie en daardoor de energiebehoeften sterk laten toenemen. En dat heeft op zijn beurt een wedloop zonder voorgaande naar de beschikbare energiebronnen veroorzaakt. Terzelfder tijd lopen andere regio’s op de planeet een grote achterstand op, die hun verdere ontwikkeling in de praktijk blokkeert wegens de fel stijgende energieprijzen. Wat moet er worden van de bevolking van die regio’s? Welk soort ontwikkeling of onderontwikkeling zal hen worden opgelegd door de schaarste van de energievoorzieningen? Welke onrechtvaardigheid en welk verzet zal die wedren naar energiebronnen uitlokken? En hoe zullen zij die van deze wedren uitgesloten worden dan reageren? Het zijn allemaal vragen die duidelijk maken dat het respect voor de natuur nauw verbonden is met de noodzaak om tussen mensen en landen relaties tot stand te brengen waarin er genoeg aandacht is voor de waardigheid van de mensen en voor het tegemoetkomen aan hun echte behoeften. De vernietiging van het milieu, het onechte of egoïstische gebruik ervan en de gewelddadige greep op de natuurlijke bronnen van de aarde veroorzaken scheuringen, conflicten en oorlogen, precies omdat ze het resultaat zijn van een onmenselijke opvatting over ontwikkeling. Een ontwikkeling die zich zou beperken tot het technische en economische aspect en daardoor de morele en religieuze dimensie veronachtzaamt, is immers geen integrale menselijke ontwikkeling en zal, juist omdat ze eenzijdig is, de vernietigingsdrang van de mens in de hand werken.

    Visies die de mens reduceren

    1. Het is dus hoogtijd, zelfs in het raam van de actuele moeilijkheden en internationale spanningen, dat we ons daadwerkelijk inzetten voor de geboorte van een menselijke ecologie die de groei van de vredesboom bevordert. Om zich aan een dergelijke onderneming te wagen, is het noodzakelijk zich te laten leiden door een visie op de persoon die niet getekend is door ideologische en culturele vooroordelen of politieke en economische belangen, die aanzetten tot haat en geweld. Het is begrijpelijk dat mensvisies variëren in functie van de verschillende culturen. Maar omgekeerd is het ontoelaatbaar dat antropologische opvattingen worden gehanteerd die in zich de kiem dragen van onderdrukking en geweld. Godsopvattingen die aanzetten tot onverdraagzaamheid tegenover medemensen en tot geweld tegenover hen, zijn evenzeer onduldbaar. Het is een standpunt waaraan klaar en duidelijk moet worden herinnerd: een oorlog in naam van God is nooit aanvaardbaar! Als een bepaalde godsopvatting aan de oorsprong ligt van misdadige praktijken, dan is dat het bewijs dat een dergelijke opvatting al is omgebogen tot ideologie.

    1. Vandaag evenwel wordt de vrede niet alleen in vraag gesteld door het conflict tussen visies die de mens herleiden, namelijk de ideologieën. Dat gebeurt net zo goed door de onverschilligheid voor datgene wat de ware aard van de mens uitmaakt. Talloze tijdgenoten ontkennen inderdaad het bestaan van een specifieke menselijke natuur en maken op die manier de meest extravagante interpretaties mogelijk ten aanzien van elementen die wezenlijk bepalend zijn voor de mens. Ook hier is klaarheid noodzakelijk: een zwakke opvatting over de persoon, die ruimte laat voor om het even welke opvatting, zelfs de meest excentrieke, bevordert de vrede slechts schijnbaar. In de praktijk verhindert ze de authentieke dialoog en geeft ze vrije baan aan de opkomst van autoritaire standpunten, die op die manier de persoon zelf zonder verweer laten en hem bijgevolg tot een makkelijke prooi voor verdrukking en geweld maken.

    Mensenrechten en internationale organisaties

    1. Echte en stabiele vrede veronderstelt respect voor de mensenrechten. Als deze rechten evenwel gebaseerd zijn op een zwakke opvatting over de menselijke persoon, kan het toch niet anders dan dat die rechten zelf er verzwakt uitkomen. Op een vanzelfsprekende manier wordt het fundamentele tekort van een relativistische opvatting van de persoon duidelijk, als men deze rechten wil rechtvaardigen en verdedigen. De aporie is overduidelijk: de rechten worden voorgesteld als zijnde absoluut, maar het fundament dat men ervoor aanvoert, is alleen maar relatief. Men hoeft dan ook geenszins verbaasd te zijn als iemand, oog in oog met de storende aanspraken op dit of dat recht, opstaat om het te betwisten of beslist het gewoon links te laten liggen? De rechten die aan de mens worden toegekend, kunnen alleen maar worden bevestigd, zonder vrees dat ze worden gelogenstraft, als ze geworteld zijn in de objectieve vereisten van de natuur, die de Schepper zelf aan de mens heeft geschonken. Anderzijds spreekt het vanzelf dat de mensenrechten ook plichten meebrengen voor de mens. In dat verband verklaarde mahatma Gandhi destijds terecht: De Ganges van de rechten ontspringt aan de Himalaya van de plichten. Alleen door klaarheid te scheppen over de fundamentele uitgangspunten kunnen de mensenrechten, die vandaag ononderbroken onder vuur worden genomen, op een geschikte manier worden verdedigd. Zonder die duidelijkheid eindigt het ermee dat iedereen hetzelfde woord mensenrechten in de mond neemt, terwijl ze met mens eigenlijk iets helemaal anders bedoelen: voor de enen betekent het de menselijke persoon, gekenmerkt door een blijvende waardigheid en altijd, overal en voor iedereen geldende rechten; voor de anderen betekent het een persoon met wisselende waardigheid en met rechten waarvan over de inhoud, de duur en de plaats onderhandeld kan worden.

    1. De internationale organisaties verwijzen voortdurend naar de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de Verenigde Naties die zichzelf, door de Universele Verklaring in 1948, de fundamentele opdracht hebben gegeven die mensenrechten te bevorderen. Die verklaring wordt beschouwd als een soort moreel engagement dat opgenomen wordt door de hele mensheid. Daar steekt een diepere waarheid in, zeker als de, in de Universele Verklaring opgetekende rechten hun fundament niet alleen vinden in de beslissing van de algemene vergadering die ze heeft goedgekeurd, maar ook in de natuur zelf van de mens en in zijn onvervreemdbare waardigheid van door God geschapen persoon. Het is dus belangrijk dat de internationale organisaties het natuurlijke fundament van de mensenrechten niet uit het oog verliezen. Dat zal hen behoeden voor het helaas altijd op de loer liggende risico te verglijden in de richting van een uitsluitend positivistische interpretatie. Als dat zou gebeuren, verliezen de internationale organisaties het gezag dat noodzakelijk is om hun rol te kunnen spelen van verdediger van de fundamentele rechten van de menselijke persoon en van de volkeren, de belangrijkste rechtvaardiging van hun bestaans- en beslissingsrecht.

    Internationaal humanitair recht en het recht binnen de staten

    1. Vertrekkend vanuit het besef dat er onvervreemdbare mensenrechten bestaan die verbonden zijn met de gemeenschappelijke natuur van de mensen, heeft men een internationaal humanitair recht uitgewerkt, waarvoor de staten zich hebben geëngageerd het te doen naleven, zelfs in tijden van oorlog. Dat is jammer genoeg niet toegepast geworden op een coherente manier, onafhankelijk van het verleden, in bepaalde oorlogssituaties die zich recent hebben afgespeeld. Dat was bijvoorbeeld het geval in het conflict dat zich enkele maanden in Zuid-Libanon heeft afgespeeld en waar de verplichting om onschuldige slachtoffers te beschermen en te helpen én de burgerbevolking niet te betrekken grotendeels werd genegeerd. Het pijnlijke conflict in Libanon en de nieuwe verschijningsvorm van conflicten - zeker sinds de terroristische dreiging nooit eerder geziene vormen van geweld in gang heeft gezet - vereisen dat de internationale gemeenschap herinnert aan het internationale humanitaire recht en het ook toepast in alle actuele situaties van gewapende conflicten, inbegrepen die conflicten die niet zijn voorzien in het vigerende internationale recht. Bovendien maakt de gesel van het terrorisme een wel heel grondige reflectie noodzakelijk over de ethische grenzen die inherent zijn aan het gebruik van de actuele instrumenten voor het behoud van de nationale veiligheid. Meer en meer verklaren partijen elkaar in feite niet meer de oorlog, vooral niet bij conflicten die ontketend worden door groepen terroristen die zich voorgenomen hebben hun doelen met alle mogelijke middelen te bereiken. Tegenover de wereldschokkende scenario’s van de laatste jaren kunnen staten vandaag niet anders dan de noodzaak ervaren zich te houden aan duidelijker regels. Die moeten hen in staat stellen zich op een efficiënte manier te verzetten tegen de dramatische uitwassen waarvan wij vandaag getuige zijn. Oorlog betekent altijd een mislukking voor de internationale gemeenschap en een zwaar verlies voor de mensheid. Als het jammer genoeg dan toch zover komt, is het op z’n minst aangewezen de wezenlijke principes en de waarden die de basis vormen van elke samenleving, te vrijwaren door gedragsnormen op te stellen die de schade zoveel mogelijk beperken en die proberen het lijden van burgers en alle andere slachtoffers van de conflicten te verzachten.[7]

    1. Een ander element dat voor grote ongerustheid zorgt, is het onlangs door bepaalde staten geuite verlangen om zich uit te rusten met atoomwapens. Oog in oog met een mogelijke nucleaire catastrofe is een onduidelijk klimaat van onzekerheid en angst ontstaan. Dat laat de onzalige tijd van de koude oorlog met al zijn angst en beven opnieuw herleven. Men kan dus alleen maar hopen dat het gevaar van een atoomoorlog definitief kan worden bezworen en dat de mensheid eindelijk een diepe en blijvende zucht van verlichting kan slaken. Hoe actueel klinkt in dat verband de waarschuwing van het Tweede Vaticaans Concilie: Elke oorlogsdaad die zonder onderscheid neigt naar de vernietiging van complete steden of uitgestrekte regio’s met hun bewoners, is een misdaad tegenover God en tegen de mens zelf, die krachtig en zonder aarzelen moet worden veroordeeld.[8]

    Ongelukkig genoeg blijven zich dreigende onweerswolken samenpakken aan de horizon van de mensheid. De weg die een toekomst van vrede voor allen kan verzekeren, loopt niet alleen over internationale akkoorden met het oog op de non-proliferatie van atoomwapens, maar over het vastberaden na te streven engagement die wapens te verminderen en definitief te ontmantelen. Dat geen enkel middel onbenut mag gelaten worden om door onderhandelingen die doelstellingen te realiseren! Hier staat immers het lot van de hele menselijke familie op het spel!

    De Kerk verdedigt de transcendentie van de menselijke persoon

    1. Tot slot wens ik het volk Gods dringend op te roepen, opdat elke christen zich werkelijk geroepen zou voelen om onvermoeibaar de vrede te bewerken en onverschrokken de waardigheid van de menselijke persoon en zijn onvervreemdbare rechten te verdedigen. In een geest van dankbaarheid tegenover de Schepper die de christen roept om deel uit te maken van de Kerk, die in de wereld teken en behoeder is van de transcendentie van de menselijke persoon [9], zal de christen nooit aflaten dit fundamentele goed van de vrede – zo belangrijk in het leven van iedereen - van de Heer af te smeken. Meer nog, hij zal met fierheid en met grootmoedige toewijding de zaak van de vrede dienen door zijn broeders tegemoet te treden, in het bijzonder zij die niet alleen arm zijn en aan ontberingen lijden, maar ook nog eens verstoken zijn van dit kostbare goed. Jezus heeft ons geopenbaard dat God liefde is (1 Joh 4,8) en dat de hoogste roeping van elke mens de liefde is. In Christus vinden we de meest verheven motieven om krachtige verdedigers van de menselijke waardigheid en moedige vredestichters te worden.

    1. Moge elke gelovige blijvend zijn steentje bijdragen aan de bevordering van een echt integraal humanisme, volgens de leer van de encyclieken Populorum progression en Sollicitudo rei socialis, waarvan wij straks de 40ste respectievelijk de 20ste verjaardag zullen vieren. Bij het begin van het jaar 2007 vertrouw ik mijn volhardend gebed voor de hele mensheid toe aan de Koningin van de Vrede, de Moeder van Jezus onze vrede (Ef 2,14), naar wie wij ons temidden van gevaren en problemen, wenden met een hoopvol hart. Moge Maria ons via haar Zoon de weg van de vrede tonen en onze ogen openen, opdat wij zijn Gelaat zouden weten te herkennen in het gelaat van elke menselijke persoon, hart van de vrede!

    Vaticaan, 8 december 2006

    Benedictus PP. XVI



    [1] Cf. Catechismus van de katholieke kerk, nr. 357

    [2] St.-Augustinus, Preek 169, 11, 13; PL 38, 923.

    [3] N.3: Katholieke documentatie 92 (1995), p. 918.

    [4] Homilie op het Islinger Feld van Regensburg (12 september 2006): Katholieke documentatie 103 (2006), p. 922.

    [5] Cf. Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de Bisschoppen van de katholieke Kerk over de samenwerking van man en vrouw in de Kerk en in de wereld (31 mei 2004), nrs. 15-16: Katholieke documentatie 101 (2004), p. 783-784.

    [6] Wereldkerkdocumenten 21, De honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Licap, (1991), nr. 38 p. 48-49.

    [7] In dat verband heeft de Catechismus van de katholieke kerk strenge en precieze criteria aangereikt: cf. 2307-2317.

    [8] Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, nr. 80.

    [9] Ibid., nr. 76.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 27/11-03/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 14/11-20/11 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 22/08-28/08 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Gastenboek
  • kunstgroeten uit Keerbergen
  • Athea & Lana wensen U nog een aangename dag....
  • Vriendelijke groetjes uit Tessenderlo.
  • groetjes uit Koekelare
  • Wandelgroetjes uit Borgloon

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!