Peter Gralier op zoek naar de kosmische spiritualiteit van Einstein
BRUSSEL (Kerknet) - De natuurkundige Albert Einstein is voor eeuwig verbonden met de beroemde formule 'E = mc²'. Maar Einstein, die op 14 maart 1879 geboren werd en op 18 april 1955 overleed, was veel meer dan de ontdekker van die formule en leverde belangrijke bijdragen tot verschillende takken van de natuurkunde. Tegelijk dacht hij na over de maatschappelijke problemen van die tijd en aarzelde niet daarover klaar en duidelijk stelling te nemen.
De zoektocht naar kennis van de briljante wetenschapper was intens verbonden met een kosmische spiritualiteit - een spiritualiteit die zowel op wetenschappelijke kennis als verwondering gebaseerd is. Cera gaf Peter Gralier de opdracht om zich te verdiepen in die wereld van Einstein en zijn inspiratiebronnen. Dat resulteerde in de vlot leesbare Horizont-publicatie: 'De marmeren glimlach van de kosmos. Albert Einstein en zijn kosmische religiositeit', die de lezer meevoert naar de wereld van Einstein, zijn bekendste wetenschappe lijke ontdekkingen en vooral naar zijn spiritualiteit.
Nederigheid en ontzag Peter Gralier geeft toe dat die kosmische religiositeit van Einstein wellicht een beetje elitair is. "Einsteins religiositeit is geen groepsreligiositeit. Ze is verbonden met het contact met een kosmos die de sociale conventies volledig overstijgt." Zijn religiositeit was niet gericht op een geloofspraktijk, maar ze stond wel open voor die dialoog met anderen. Zijn religiositeit was ook sterk esthetisch, omdat ze verbonden was met de aanraking door een sublieme schoonheid van de werkelijkheid en een kosmos die onze wensen en verlangens ver achter zich laat. Het is een religiositeit ook die gekenmerkt is door nederigheid en ontzag. Einstein aarzelde niet het woord God te gebruiken en was de overtuiging toegedaan dat God niet met dobbelstenen speelt. Einstein: "Iedereen die serieus betrokken is bij de wetenschap raakt ervan overtuigd dat in de wetten van de natuur een geest zichtbaar is - een geest die duidelijk superieur is aan de m ens." Hij vond het zelfs vreemd dat er, gezien de harmonie in het heelal, nog mensen zijn die beweren dat er geen God is. "Einstein was religieus. Maar de God van Einstein is niet persoonlijk. Als hij het woord God gebruikt verwijst hij naar de rationaliteit en de harmonie die de kosmos aan ons openbaart (...) Einstein liet zich niet inlijven door de atheïsten, maar ook niet door de drie grote monotheïstische godsdiensten."
Peter Gralier, 'De marmeren glimlach van de kosmos. Albert Einstein en zijn kosmische religiositeit', in de reeks 'Horizonten', Cera, Leuven, 2006, 68 p. |