Parabeltje van een plattelandsdiaken
Het verhaal van de onbewoonbaar-verklaarde woningen!
Er was eens een engel, dienaar de wereld van de mensen gezonden werd, om te zien wat er aan de hand was met de woningen in het huis van de Vader.
Vele mensen hadden namelijk nadat zij de hemel waren binnengegaan geklaagd dat er voor hen geen woongelegenheid was geweest in het huis van de Vader op aarde.
Dit had grote verbazing gewekt in het hemelhuis en God, de Onuitsprekelijke, vond het nodig dat één van zijn engelen zou gaan kijken hoe het met het aard-huis van de Vader stond.
De engel kwam in de wereld en probeerde alle deuren van de woningen van het huis van de Vader. Maar de deuren waren op slot, de sleutels waren verdwenen, de bewoners hadden elders hun toevlucht gezocht en overal hingen bordjes onbewoonbaar verklaard.
Slechts enkele woningen waren nog bewoond. Duizenden stonden leeg. De enkele woningen die nog bewoond waren, waren die van de vijf-geboden-onderhouders, van de één-uur-op-zondag mensen, van de ritualisten, van de kerk-rechters, van de moralisten en van de hiërarchische monarchen. Zij woonden nog in het huis van de Vader, maar alle andere woningen stonden leeg.
Om de oorzaken te ontdekken van het leegstaan van al deze woningen, riep de engel een vergadering bijeen van de nog-bewoners van het huis van de Vader. Hij vroeg hen, waar alle andere bewoners waren en waarom zoveel woningen onbewoonbaar verklaard waren.
De nog-bewoners zetten de engel uiteen dat zij de plannen en de bedoelingen van God, de Onuitsprekelijke, theologische, eschatologische, pneumatologisch, ecclesiologisch, heilshistorisch, monarchistisch, hiërarchisch en omnilogisch bestudeerd hadden en dat zij tot de conclusie waren gekomen dat voor hén en voor hén alleen een woning was bedoeld in het huis van de Vader. Zij hadden daarom geleidelijk de woonvergunningen van de andere bewoners ingetrokken en de woningen onbewoonbaar verklaard.
De oren van de engel tuitten wel een beetje bij het aanhoren van al deze geleerde woorden, maar hij begreep waar het om ging en ging verdrietig en terneergeslagen heen.
Onmiddellijk nam hij contact op met God, de Onuitsprekelijke. Van hem ontving de engel duidelijke instructies: Ga naar de stad van de mens. Laat nieuwe sleutels maken. Zorg dat de woningen opgeknapt worden. Zet de deuren en de ramen wagenwijd open. Heel de bordjes onbewoonbaar verklaard weg en schilder ze over met
Toen volgde een lange lijst met namen.
De engel ging direct aan de slag.
Hij liet nieuwe sleutels maken. Hij schakelde een schoonmaakbedrijf en een bouwonderneming in. Hij kocht verf en kwasten en schilderde zelf alle bordjes onbewoonbaar verklaard over.
Met heldere kleuren schilderde hij de namen van de nieuwe bewoners op de bordjes: armen, hongerlijders, verdrietigen, outcasts, veréénzaamden, vreemdelingen, zachtmoedigen, barmhartigen, vredestichters, zuiveren van hart, vervolgden om mijn Naam, van kwaad betichten, zondaars, gevangenen-bezoekers, naaktenkleders, vreemdelingen-opnemers, zieken-bezoekers, te drinken-gevers, hongerstillers, bevrijders, gerechtigheidzoekers, vergevers uitdelers,
En zo ging hij dagen door met schilderen.
Toen alle bordjes klaar waren en de verf in de zon mooi was gedroogd, hing hij de nieuwe bordjes boven de deuren van alle keurig opgeknapte woningen.
De nog-bewoners van het huis van de Vader begrepen niet wat er allemaal gebeurde. Zij maakten bezwaren en vroegen de engel met welk gezag hij dat allemaal deed.
Toen antwoordde de engel dat het gebeurde op gezag van God, de Onuitsprekelijke.
Nadat hij zo de woningen van het huis van de Vader weer had opengesteld en in orde gebracht, liet hij een open brief plaatsen in alle wereldkranten en een boodschap voorlezen in alle televisieprogrammas, dat voor allen die een wonng zochten in het huis van de Vader, weer een woning gereed was.
Ieder hoefde maar naar het bordje boven de deur te kijken en als hij zich onder het opschrift thuis voelde mocht hij de woning betrekken. Ook de nog-bewoners mochten blijven wonen, als zij zich aan één van de groepen verwant voelden. Zo werd het aard-huis van de Vader weer bewoonbaar voor álle mensen van goede wil.
Diaken Maurice Temmerman
|