Er gaat een mooie legende.
In de eerste jaren van de christengemeente, na Pinksteren, zochten de broeders en zusters in het jonge Verrijzenisgeloof naar één teken, dat overal waar het christendom zou bloeien, zinnebeeld van eenheid zou zijn. Zo kwamen in een lange zomer afgevaardigden van de hele wereld bij elkaar in Rome om te zoeken naar zulk teken. Van overal kwamen ze: uit Jeruzalem en Antiochië, uit Filippi en Tessalonica, uit Athene en Zuid-Italië. Zelfs uit het verre Spanje dat pas bekeerd was.
De voorzitter zette het probleem uiteen. En ja hoor: de voorstellen kwamen.
Een graanhalm
Kijk, zei een afgevaardigde uit Jeruzalem: Ik stel voor dat wij als teken nemen: een graanhalm. De Heer heeft ons gezonden om vruchten voort te brengen. Honderdvoudig. Wie zal de parabel van de Zaaier niet herinneren
.
Dat voorstel kreeg luide bijval.
Ook de tekenaar vond het uitstekend om in beeld te brengen.
Een wandelstok
Maar zo eenvoudig was het niet. Want de man uit het verre Spanje kwam met een ander voorstel te voorschijn. Hij stelde voor een wandelstok te nemen als symbool. De Heer en ook de jong kerk moeten rondtrekken met de wondermooie boodschap van: God is Liefde. Jezus heeft zelf de opdracht gegeven om de hele wereld door deze vreugdevolle leer te verkondigen. De wandelstok is een teken dat je telkens weer wakker schudt om niet te blijven zitten. Het Evangelie moet verspreid worden.
Een vis
Er was iemand die sprak van een vis. Hij dacht aan de wonderbare visvangst en daarbij had Jezus ook gezegd tot zijn pas gekozen leerlingen: Voortaan zult gij mensen vangen voor het leven
.
Men sprak nog van het vuur, van een vredesduif, van levend water, van een grafsteen die man dacht allicht aan lege graf -
Uit de overvloed van voorstellen kwam men in het geheel niet tot een oplossing.
Een kruis
Toen stond een oude man recht. Het gewicht van de jaren drukte op hem. Een gefluister ging door de zaal. Het was die man, die heel veel jaren in de gevangenis had verbleven. En
zo sprak hij waarom houden we het niet bij het kruis
Het gemompel in de vergadering nam toe
Een jonge afgevaardigde sprong recht en zei vol pinkstervuur: Het kruis. Dat is een dwaasheid. Christus heeft het leven gebracht. Wij hebben een blijde boodschap. De oude man wild nog wat zeggen maar hij werd niet meer gehoor, vanwege het geweldige applaus dat de jongeman gekregen had.
Dus zouden ze een tiental jaren later weer bijeen komen. De tijd zou wel raad brengen. En zo gebeurde het. Tien jaren later waren ze er weer. Ze waren al wat ouder. Wat trager en met heel wat minder. De man met het voorstel van de graanhalm zweeg. Er was al veel onkruid in de jonde kerk.
En de Spanjaard met zijn wandelstok verteld over de velen die niet meer meegingen om de jezusboodschap blij te verspreiden.
Het vuur was ook al bij velen gedoofd.
De oude man die sprak van het kruis was niet meer bij hen.
Maar iemand zei: Ik wil je toch nog spreken over dat kruis
Eigenlijk: daarom ging het. Het kruis hoort en nu eenmaal bij. We kunnen het niet ontlopen. En al is Jezus er op gesorven
Hij heeft het och weer overwonnen. Het kruis is een teken van hoop en geloof in Gods liefde. Kom: neem het kruis als teken
Zo gebeurde het
|