Telkens wanneer de persvrijheid wordt ingeroepen, ben ik beschaamd dat het om zulke banale dingen gaat: het liefdesleven van een politicus, een auteur die in zijn boeken mensen met naam en toenaam beledigt, een affiche van een toneelgezelschap dat Maria met een blote borst toont.
In mijn ogen is persvrijheid bedoeld om de macht te temperen, onrecht aan te klagen en wantoestanden te onthullen. Ze kan nooit een vrijbrief zijn om anderen te beledigen, te kwetsen, aan te zetten tot rassenhaat of tot het stellen van immoriele handelingen. Ontzetten veel vunzigheid wordt verspreid via het internet in naam van diezelfde vrijheid. Persvrijheid moet omzichtig gehanteerd worden en gaat volgens mij gepaard met respect en inlevingsvermogen.
Hugo De Ridden in Kerk en Leven, 19 april 2006, p. 7.