Een geweldige smak tegen de
glazen terrasdeur doet me van mijn stoel opspringen.
Een houtduif, die zich te pletter heeft gevlogen, denk ik. Maar de
kamikazevogel die op het terras ligt te trekkebenen is een voor mij onbekende
soort. Ik ga voorlopig niet te dichtbij om hem geen extra stress te bezorgen :
misschien komt hij seffens bij en kan hij verder vliegen.
Enkele minuten later ligt hij helaas
roerloos en met gesloten ogen. Van op een afstand meende ik er een roofvogel in
te herkennen, maar nu ik hem goed kan bekijken geraak ik er niet wijs uit : 30
à 35 cm groot, bek van een kip , witte poten en een prachtig verenkleed : lichtgekleurde
veertjes met zwarte rand, een zwartbruine
brede, gespleten, korte staart. En fazantachtige vleugelpennen. Mijn
vogelboek brengt geen uitkomst; het dichtstbij komt nog de kwartelkoning(maar
die heeft zo geen sterke staart) en het auerhoen (zo goed als uitgestorven). Als
dit een zeldzame soort is, moet ik het melden in het Bezoekerscentrum van
Zoerselbos en ik ga op zoek naar een geschikte kartonnen doos. De vogel wordt
voorzichtig in de doos gelegd en ik fiets met mijn raadselachtige vondst naar
het Bezoekerscentrum.
Leo Cautereels, een autoriteit voor
wat Zoerselbos en Zoerselse geschiedenis betreft, zit in de woonkamer. Hij is
stomverbaasd als hij de onfortuinlijke vogel ziet, onderzoekt hem minutenlang
en kan hem niet thuisbrengen. Er wordt een vogelencyclopedie bijgehaald, maar
ook hij komt niet verder dan wat ik al dacht : een hoenderachtige, maar nooit
gezien
Toch goed dat ik het diertje naar
hier bracht, hij is duidelijk ook geïntrigeerd, gaat het verder laten
onderzoeken en mij opbellen als het resultaat bekend is. De plaats en tijd van
het vliegongeluk wordt nog genoteerd en dan fiets ik door de late herfstzon
terug naar huis. Ik heb het bospad genomen en moet geregeld slalommen om de
vele wandelaars te ontwijken.
Stom, dat ik geen foto heb genomen van mijn rare vogel, denk ik nu
Toemaatje : het woord hoender
is niet direct iets wat je dagelijks in de mond neemt, getuige daarvan volgende
anekdote
Toen onze zonen nog zoontjes
waren, bezocht Herman samen met hen de Antwerpse dierentuin, met een speciale
rondleiding achter de coulissen. Bij thuiskomst rolde het er over-enthousiast
uit : Mama-mama! We hebben HOEREkuikens gezien!!!
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|