De voorbije vakantie heeft ons doen beseffen hoe goed het doet om regelmatig te fietsen.
Niet dat onze tweewielers ongebruikt in de garage stonden te roesten : ze komen geregeld van stal om een boodschap te doen, maar recreatief gebruik was er de laatste maanden nauwelijks bij.
Daar hebben we nu verandering in gebracht en we genieten volop; zeker nu het ideaal fietsweer is. We vertrekken omstreeks halfvijf s avonds om de grote hitte te vermijden en toeren dan 35 tot 45 km. We hebben fietskaarten zàt, maar de tochtjes die we tot hiertoe maakten, deden we op het gevoel.
Het is onbegrijpelijk, maar wij ontmoeten zelden of nooit andere fietsers of wandelaars.
De wegen die we nemen zijn niet altijd de ideale fietspaden, mul zand soms en vaak ook scherpe steentjes, maar hoe prachtig kan het hier nog zijn!
Een van onze tochtjes leidde langs het Marmerven in Brecht, dat nu helemaal met prikkeldraad omheind is. Toen we even stopten om te kijken er waren veel reigers- werden we aangevallen door dazen. Als gekken sprongen we terug de fiets op en trapten zo hard als het terrein en onze conditie het toelieten, want die nijdige beesten lieten niet af. Mijn ventje kon ze gauw achter zich laten...daar waar IK fietste dus! Gillend, met mijn paardestaartje zwierend en met één hand mezelf overal kletsend waar die ondingen neerstreken, raakte ik ze uiteindelijk toch kwijt.
De bulten zullen nog dagenlang een souvenir blijven.
Ook aan het Klokkeven bij Rijkevorsel heerste dezelfde plaag. En we hadden daar nog zo graag een frisse duik gedaan in de vroegere zandwinningsputten. Het water zag er zo uitnodigend uit, zo groot, zo fris, zo verlaten...helaas was er ook duidelijk zwemverbod. Zucht......
Als die ene visser er niet had gezeten, hadden we het misschien toch nog gewaagd.
Okee, ik weet het wel : het is nu natuurgebied en de fauna zou verstoord worden, maar waar kan je in dit landje nog vrij zwemmen? Een overvol strandje van de Lilse Bergen of het Zilvermeer zegt me niet zoveel.
Ik troost me maar met de gedachte dat we toch weer door de dazen zouden worden opgevreten.
Het leuke van deze fietstochtjes is het onverwachte :
We vertrekken bijvoorbeeld naar de Blommerschothoeve, waar je vorige zomer nog heerlijk zelfgemaakt ijs, recht van de eigen koeien, kon eten. Als we daar vandaag aankomen, zijn de houten picknicktafels verdwenen en het melkhuisje, waar het ijs werd verkocht, is terug als melkhuis in gebruik.
O en we hadden zon grote goesting in dat onwaarschijnlijk lekkere roomijs!
Dan schiet het ons te binnen : bij Gofies in Lille, dààr moeten we zijn! Nog veel lekkerder, zelfgemaakt ijs in talloze varieteiten. Nu maar hopen dat ze open zijn, want het is een heel eind fietsen.
En we hebben geluk! Er zit slechts één familie in het ijssalon en wij installeren ons buiten onder een parasol tussen de bloemen en de vijvertjes.
Het moeilijkste is een keuze maken uit al die lekkernijen, want het ziet er allemaal om ter lekkerst uit en de baas, die ons zelf bedient, is een heel vriendelijke jonge kerel.
Ik had een marsepino noir(ijs-marsepeinspaghetti-chocoladesaus) en Herman een pannenkoek met kriekjes en ijs. Om duimen en vingers van af te likken! Wie me niet gelooft, moet maar eens gaan proberen. In de zomermaanden is het er vreemd genoeg rustiger dan in de winter.
Ons avondmaal hebben we er met plezier voor gelaten en 41 km fietsen zal ook wel enige calorietjes verwerkt hebben.