Witteke ligt in haar kistje. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Al bijna een jaar zagen we ze steeds meer vermageren.
Toen we haar deze zomer lieten onderzoeken, was er niets speciaals te vinden en was ze ondanks dat vermageren nog speels en nieuwsgierig.
Een andere voeding leek even een oplossing : ze scheen terug wat meer eetlust te krijgen, maar dat was maar tijdelijk.
De laatste dagen was het gewoon zielig om aan te kijken : nauwelijks eten, stram lopen, met haar kopje naar de grond.
Ze leek niet meer te weten wat ze wou : binnen, buiten, dadelijk terug naar binnen, in haar bakje, er weer uit, heel even op schoot en dan weer weg
Ze zag er zo minnetjes uit, dat je alles zou proberen om haar haar zinnetje te geven, alleen : ze wist het precies zelf niet.
Ik liep zelf rond als een kip zonder kop, wou niet dat ze uit mijn zicht was omdat ze, verzwakt als ze was, misschien niet terug binnen zou geraken en ergens liggen sterven zonder dat er iemand bij was.
Dries was er helemaal door overstuur. Toen we de toestand gisteren bespraken en er rekening mee moesten houden dat we poes zouden moeten laten inslapen, zaten we met drieën aan tafel te huilen.
Toen ik deze morgen het telefoonnummer van de dierenarts opzocht, kwam Dries even over huis met de taxi.
We konden dadelijk bij de dierenarts terecht.
Die kon net als wij vaststellen dat Witteke op was, dat ze gezwellen had en dat het meest genadige was om ze een spuitje te geven.
Vooraleer het zover was, wipte ze, stram als ze was, toch nog even van de tafel, verkende traagjes de ruimte, gaf Dries de kans en de tijd om ondanks zijn grote verdriet, te doen inzien dat dit werkelijk de beste oplossing was. We hebben ons Witteke in een zachte handdoek terug mee naar huis genomen en in haar slaapbakje gelegd, waarin we ze straks zullen begraven. Dries heeft een mooi plekje onder een rododendron dichtbij ons huis gekozen en daar zullen we haar straks begraven, als Herman thuiskomt.
Dries is nog even naar bed, hij moet pas om halfvier weer met de taxi weg. Ik hoop maar dat hij kan slapen en terug wat bij zijn positieven is als hij straks weer aan het werk moet. Witteke was zo'n lief, zachtaardig poesje, dat nooit krabde of beet . Ik denk aan haar eerste jaren, hoe sterk en levendig en grappig ze was...hoe ze zot van plezier haar eerste zomernachten hier, 2 meter hoog naar motten sprong en buitelend terug neerkwam. Het was PJan zijn poes, als kitten gekregen van een klant, maar omdat hij ze niet mocht houden op zijn kamers, Witteke na een jaar bij ons bracht. Ik moet hem op de hoogte brengen. En hoe zeg ik het tegen Jade ?
|