Op verzoek van Ludovikus en ook een beetje uit gemakzucht: een stukje tekst...
Moeilijk om te kiezen hoor : ik wil niet teveel prijsgeven en als je ergens een stuk uitlicht is het verrassingseffect van veel uitspraken verloren voor wie komt kijken. Daarom begin ik maar met het begin, logisch hé...
EERSTE BEDRIJFxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
SHIRLEY (Neemt een slok.)
Vroeger dronk ik nooit wijn. Tegenwoordig wel, vind ik lekker, vooral als ik aan 't koken ben. Sandra heeft het me aangepraat. Ze zegt tegen me: ' Ma, niemand drinkt tegenwoordig nog rumcola. ledereen drinkt wijn. Allee ma, neem nu es een glas Riesling.' Kinderen. Die zijn van alles op de hoogte. Niet dan? Sandra was toen net in haar quasi intellectuele fase. Zij, en die vriendin van haar Marie-Louise. Het was toen allemaal witte wijn en Bruce Springsteen wat de klok sloeg. Die twee gingen niet meer naar de gewoon café's in de stad, ze hingen de godganse dag in zon praatcafé, ge weet wel, waar al die kunstenaars komen. Op een avond. hebben ze daar ehm, dinges...ontmoet... hoe heet die ook weer, ehm ............ . Het schijnt zelfs dat Marie-Louise een handtekening van hem heeft gekregen. Ontbijt ook geloof ik.
Nou ja, god zij dank hebben we dat nu achter de rug. Al goed. Die twee zaten uren aan die tafel, en alles wat ge van hun hoorde was: 'Fantastisch. Het was keitof gisteravond, ' Dan was het vijf minuten stil en dan de ander: 'Het was echt keitof. En maar lachen, lachen? Dan gingen ze weer een half uur in trance en dan hoorde ineens: 'Oh, megabangelijke avond'. En hoe lang ze daar ook zaten, ge kwaamt er niet achter wat ze nu zo keitof of megabangelijk vonden. Geen idee waar 't over ging.
(Pauze.)
Dat ontbijt misschien? Niet dat ik ze niet mis, de kinderen. Sandra heeft nu een appartement, samen met Marie-Louise. Eric woont in een kraakpand aan t slachthuis. Ik zeg tegen hem: 'Als ge dan toch in een kraakpand moet wonen, kunt ge dan geen leukere plek zoeken? In Doel bijvoorbeeld? ' ' Ma, zegt hij tegen me, 'Doel is geen plek voor een dichter.' Dat is Eric z'n laatste plan, namelijk. Hij heeft altijd een plan. Nu wil hij weer de eerste Vlaamse straatdichter worden. Ik haat de bloemen in de wei / Ik haat de gouden wolkenrand erbij. Hij is niet goed snik.
|