xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op 26 juni 1949 mochten Belgische vrouwen voor het eerst deelnemen aan parlementsverkiezingen.
t Moet zijn dat ik dat absoluut wou meemaken, want nauwelijks een dag eerder trok ik voor de allereerste keer mijn keel en oogjes open.
Dat was wel een beetje misrekend, want niet alleen vonden ze mij toen nog veel te jong om te gaan stemmen, ik verbrodde het meteen ook voor ons moeke, die uitgeteld in t moederhuis lag en dus zèlf haar eerste stembeurt moest laten voorbijgaan.
Volgens de mondelinge overlevering was ik een mager, uitgerekt, onaantrekkelijk boeleke van 51 cm en 2kg800; zwaar geschalodderd door de ijzers, een boreling die zonder aarzeling in de categorie gestroopt konijn werd geclasseerd.
In den beginne was ik dus .... MAGER !
En dat bleef ik.
Het eerste jaar althans.
De bezoeken aan het kinderheil bezorgden ons moeke een schuldcomplex : borstvoeding wou niet lukken en flesvoeding verdroeg ik niet.
De opmerkingen in het controleschriftje logen er niet om : het kinderheil gaf moeke keer op keer slechte punten.
Ten einde raad kwam ze met mij bij Dokter Van Heule terecht, een kinderarts die toen naam begon te maken. Hij schreef het wondermiddel, karnemelk van Lacsoons voor en ziet : Paz begon te eten !
Tegen mijn eerste verjaardag was ik de kwaaien uit en dat was maar goed ook, want enkele dagen later werd ons Jeske al geboren, een zusje dat slechts luttele maanden melk dronk en zover mijn herinnering strekt, al van op peuterleeftijd zwarte koffie. Jeske is tot op vandaag mager gebleven.
Ik kreeg de smaak van melk te pakken.
Tot mijn 12de walgde ik van koffie... De blikken drinkbussen die met half koffie-half melk-en-een-suikerklontje werden gevuld, omdat het drankje anders zuur zou worden op de speelpleinen waar we s zomers naartoe gingen, vond ik ver-schrik-ke-lijk smaken.
Thee was iets voor bij t vieruurtje : alleen te doen met suiker, citroen en een petit-beurreke of een marieke.
Een vieruurtje was trouwens eerder uitzondering dan regel, het was meer een gezellige tractatie voor bijzondere gelegenheden. Van dat occasionele petit-beurreke zou ik dus niet dik kunnen worden.
Op mijn 12de was ik een hoog opgeschoten, slanke en doodverlegen plechtige communicant.
1961-62 : Naar de 6de Latijnse in Sint-Ursula : de enige ronde uitstulpingen aan mijn
lang, houterig lijf waren de beginnende borsten, die ikzelf liefst van al onzichtbaar had gemaakt.
Ze zaten immers in de weg om de jongens-filmrollen te spelen, die ik in mijn hoofd had...
Alleen in mijn hoofd ja, te verlegen als ik was, om zelfs nog maar op een normaal stemvolume te spreken, behalve dan bij ons thuis.
wordt vervolgd
|