Deel 4 : Vette en magere jaren
Ik werd zo mogelijk nog verlegener dan ik al was, durfde zelfs geen winkel meer binnengaan en voelde mij alleen thuis nog veilig voor afkeurende en kritische blikken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Als mijn ouders, broers en zussen ergens naartoe reden of op familiebezoek gingen, koos ik ervoor om thuis te blijven en voor mijn 13 jaar jonger zusje te zorgen.
Dat in mezelf gekeerd zijn, maakte dat ik er nog lomper en plomper uitzag dan ik al was en dat besefte ik wel, maar ik durfde gewoon niets.
Naar de meisjeschiro ging ik nog wel, tijdens mijn ziekte had ik ook vaak bezoek gekregen van de leidster en mijn vriendinnetjes van de jeugdbeweging, maar wanneer er volksdans gedaan werd, haakte ik af : mijn lichaam laten zien en bewegen, dat kon niet, daarvoor schaamde ik me er te erg voor.
Mijn ouders probeerden me wel te stimuleren om allerlei activiteiten mee te doen, maar bij de minste druk klapte ik dicht.
Toch ging ik die zomer mee naar Zwitserland met het ziekenfonds, Jeske mocht -een jaar te vroeg-, samen met mij mee. Ik hield van de bergen en de omgeving, maar ik haatte het kamp en het gebrek aan privacy.
Ik werd voortdurend hartstochtelijk verliefd op onbereikbare mannen, die van niets wisten, ik hield mijn verliefdheden trouwens voor iedereen geheim, schreef er dagboeken van vol en voelde me diep ongelukkig over mijn uiterlijk.
Mijn ouders beschermden me. Als Moeke nog maar een zweem van kritiek van iemand anders op mijn zware lichaam bespeurde, ging ze systematisch in de verdediging. Ze troostte me ook, dat het vanzelf zou beteren, toen ik vroeg of ik geen pillen kon nemen om te vermageren.
Zij informeerde bij onze huisdokter, maar die was zich toen al zeer bewust van het gevaar voor anorexia op mijn leeftijd (niet dat ik dat woord toen heb horen vallen) hij wilde in elk geval niets voorschrijven of speciale dieten laten volgen, misschien ook wel omdat ik nog lange tijd nadien hartruis had.
Ik mocht evenmin zware turnoefeningen doen, met als gevolg dat de turnlerares me vaak nijdig liet voelen dat ik beter wat meer moeite zou doen, zodat ik slanker zou worden.
Ik was groot, dik en onzichtbaar, dat laatste was mijn hartsgrondige keuze en dat wilde ik blijven tot de dag dat ik toonbaar zou zijn.
Van dat moment droomde ik zowel overdag als s nachts.
Toen ik 17 was, werden eindelijk mijn keelamandelen verwijderd.
Het scheen de hoogste tijd, die totaal verziekte amandelen waren de bron van mijn reuma en al de miserie die dat had meegebracht.
De operatie gebeurde onder lokale verdoving, ik kon alles horen wat de specialist tegen onze huisdokter zei, die de operatie bijwoonde. Cest du cuir vivant! hoorde ik de chirurg zeggen (het is levend leder) . Ik dacht in paniek och, lieve god, ze gaan die er toch wel uitkrijgen zeker, ik lig hier nu precies al te stikken!
Tegenwoordig houden dokters toch meer rekening met de gevoelens van hun patiënt en zouden hen geruststellen ipv te beangstigen.
Maar goed, die amandelen gingen er onder nog meer commentaar over hun ontzagwekkende toestand uiteindelijk toch uit. Na twee dagen ziekenhuis mocht ik terug naar huis, de oorpijn die ik na de ingreep had, staat nog steeds in mijn geheugen gekerfd.
Vanaf toen begon mijn gewicht stilaan te normaliseren en toen ik na een chirokamp thuiskwam, waarop we uren en dagen de Sirtaki dansten, begon men op te merken dat ik slank werd.
Ik was dol op de Sirtaki! Jes en ik kochten het plaatje met de muziek van Zorba, zetten onze draagbare platenspeler in de tuin en stonden die hele zomer buiten te dansen. De koekjes bij de thee werden gerantsoeneerd en ik telde mijn boterhammetjes, terwijl de kilos er begonnen af te vliegen.
Toen ik mijn laatste humaniorajaar aanvatte, oogste ik bewonderende blikken van de turnlerares en openlijk lovende commentaar over mijn turnprestaties.
Ik vergaf haar vroegere ongevoeligheid en kon alleen maar gelukkig zijn. Ik had een heel nieuw, mooi omhulsel gekregen, dat geen pijn meer deed, één dat me vreugde bezorgde en deugddeed als ik ermee bewoog.
Tot mijn grote verbazing en blijdschap begonnen jongens mij nu op te merken en vanaf mijn 18de mocht ik af en toe eens op zaterdag naar de dansavond van de jeugdclub.
|