Dinsdag 3 maartxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De dag begon met een koude douche. Letterlijk.
Dat is bij de eerste scheppen even snakken naar adem, maar vanaf de volgende valt dat best mee.
Yanti, de masseuse die hier driemaal per week langskomt, vraagt of ze ons een goede massage moet geven. We bedanken, want seffens vertrekken we naar de kampong(dorp), waar Rischa fieldworkdoet : lesgeven aan analfabete oude mensen, wegen helpen aanleggen, op de plantages werken
Zelf gaat ze met de brommer, omdat ze die in het dorp wil hebben, wij krijgen een bedrijfswagen en chauffeur mee.
Na een uurtje rijden, komen we via piepkleine bonkige wegeltjes in het dorpje aan.
Ja! Dit is het echte! Wij rijden tot op het dorpsplein, voor het kantoor van het dorpshoofd en gaan een ander gebouw binnen, waar Rischa en haar schoolmakkers logeren gedurende de maand dat ze hier fieldwork doen.
Hier slapen 28 jongens en meisjes op de grond, meisjes en jongens in een afzonderlijk lokaaltje. De meesten zijn moslim, want we zien nogal wat hoofddoekjes. Maar mensenlief, wat zijn ze hartelijk!
Allemaal komen ze uitgelaten handen schudden, we moeten direct een groepsfoto maken, onze naam op de gastenlijst zetten
Dan neemt Rischa ons mee naar de dorpsleider.
Eerst moeten we voorbij het bureau van zijn assistent. Deze man heeft puntig geslepen tanden : een gebruik dat hier en daar nog wordt toegepast. Hij doet zeer gewichtig, vraagt o.a. in luttel Engels waarom we hier zijn enz
Wij doen heel erg ons best om hem te verstaan en zijn vragen goed te beantwoorden.
Vervolgens brengt hij ons bij zijn baas.
Die zit in uniform, zoals zijn medewerkers- achter zijn lege bureau, spreekt enkel Indonesisch en vertelt of vraagt vanalles aan Rischa
In zijn bureau staat enkel een schrijftafel met onderlegger, één klein kastje waarop een hoop trofeeën en achter hem hangen de portretten van de president en vice-president.
Dan gaat hij met ons en de 2 assistenten naar buiten, waar een foto moet gemaakt worden.
Heel Rischas ploeg medestudenten komen er ook bij voor nog een groepsfoto in uniformvest ditmaal.
De jongeren die een fototoestel bezitten, willen ook allemaal een eigen foto en tenslotte willen ze ieder nog eens afzonderlijk met ons gefotografeerd worden!
Als de fotoshoot is afgelopen, bieden ze ons kokoswater aan. Samen wandelen we naar de plantage achter hun logement. Eén van de jongens klimt als een aap vliegensvlug die bijna gladde stam op, tot helemaal in de kruin, wat toch zon tiental meter hoog is en gooit enkele kokosnoten naar beneden.
Een dorpsassistent hakt wat van de bolster af en maakt een klein gaatje om ons te laten drinken. Er zit ruim een liter sap in zon verse noot. Het vruchtvlees is zacht en lijkt niet op wat wij gewoon zijn van kokosnoot. De smaak van de verse noot is vrij neutraal, net als het sap, en het vlees is doorschijnend wit, zoals een schelletje gerookte heilbot eruit ziet. In Europa krijgen wij alleen de oudere, ingedroogde noten.
De acrobatische jongen kruipt in een tweede boom, waarin nog meer kokosnoten hangen en trapt met zijn voet de noten los.
Samen met een deel van de klas en de officials wandelen we de plantage en het hele dorpje door.
indonesisch ijsboerke...
Het is bloed- en bloedheet! Ik probeer hier en daar in de schaduw te lopen, maar mijn armen zijn onbeschermd en ik voel het geweld van de stekende zon.
Het zweet loopt in beekjes van mijn hoofd.
Als we terug op het dorpsplein komen, staat er een grote schaal voor het logement, waarin een mengsel van kokossap, kokosvleesschillen, ijsblokjes en thee. Wij krijgen elk een glas aangeboden, maar hier durf ik niet van te drinken, hoe verfrissend het er ook uitziet. Er zitten ook al direct vliegen bij die schaal en als het ijs met putwater gemaakt is, zit ik straks vast met diarree. Ik verga weliswaar van de dorst en het spul ziet er heerlijk koel uit, maar ik verontschuldig me, zeg iets van mijn Crohn-probleem.
Rischa brengt een kartonnetje soja-chocomelk en iemand anders komt alweer met een vers opengekapte kokosnoot aandragen waarin een rietje steekt.
Er wordt tempeh goreng en rijstkroepoek op tafel gezet.
Enkelen komen bij ons zitten, anderen steken af en toe nieuwsgierig hun neus om de hoek. Zij willen vanalles weten over ons en ons land.
Omdat sommigen een zeer beperkte engelse woordenschat hebben, vraag ik papier en pen om tekeningetjes te maken : groenten en inlands fruit van bij ons, dieren als eekhoorn, konijn, ree, ons huis, een kale loofboom in de winter en een volle in de zomer
Dit was zó leuk!
Wanneer we vertrekken komen ze allemaal nog eens de hand schudden. We beloofden de fotos via Rischa door te sturen.
Alle studenten, dorpshoofd-goodbye my love zegt die tot mijn verrassing ineens breedlachend- en de assistenten staan ons uit te zwaaien als we het dorp verlaten.
Dan rijden we naar de Oudtstad, gaan er de originele Nederlandse huizen en de Nederlandse protestante kerk uit 1763.
Heel veel sporen uit de kolonisatietijd zijn er niet meer over : slechts enkele huizen en oude pakhuizen in verkommerde toestand. De hele buurt is er slecht aan toe en we zien velen op straat slapen, gewoon op de grond. t Is bittere armoede
we lopen langs houten hutjes van 1x3m, waarin mensen wonen, maar bij de grote gemetselde rechthoekige stadvijver liggen ook veel daklozen. Uit schroom durf ik hier niet fotograferen, maar een becakrijder, die zoals de meeste van zijn collegas in zijn eigen karretje slaapt, moet ik toch op de gevoelige plaat vastleggen.
|