De motorhome is leeggemaakt en opgeruimd, de bergen was verwerkt,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De tuin kreeg terug een beurt, mijn afspraak bij de tandarts werd nagekomen, de beerput is geruimd en de kuil daarboven terug opgevuld, de stapel post werd nagezien.
Kortom, alles is vandaag in zoverre normaal, dat ik deze namiddag met een redelijk gerust gemoed gezellig mocht gaan koffiekletsen bij buurvrouw Natoken.
Zeven heerlijke dagen hebben we doorgebracht in Sankt-Johann-in-Tirol, waar onze Dries nu al een half jaar woont. De enige camping, net buiten het dorp, ligt bij een boerderij, heel rustig en fris verzorgd, met een magnifiek uitzicht op de Wilder Kaiser. De boerin zegt dat we maar eens rond moeten rijden en een plekje kiezen dat ons het meest bevalt. Wij parkeren onder een grote spar, er zijn weinig andere kampeerders. Wel staan er nogal wat caravans van langverblijvers, maar de meeste daarvan zijn nu onbewoond.
Eerste programmapunt is uiteraard onze lang gemiste zoon ontmoeten.
We gaan op zoek naar zijn woning; die ligt in een typisch chalet in het dorpscentrum, boven een Grieks restaurant : Costas taverne!
Herman en ik schieten beiden in de lach als we dat lezen : Costas en zijn taverne zijn namelijk een belangrijk gegeven in de monoloog Shirley Valentijn , die ik nu al zolang speel.
We moeten even wachten en dan komt Dries er aan gefietst.
Hij ziet er goed uit : slank, bruin en zijn haar is kort(want geen geld voor gel, beweert hij). We gaan even het zeer ruime appartement verkennen, dat hij deelt met 3 vrienden. Zijn eigen kamer ligt op de mezzanine. Het is een leuke woonst met veel hout, ruime kamers en een balkon.
Samen wandelen we tijdens zijn middagpauze naar de supermarkt waar we broodjes met warme fleishkäse kopen, die we op een bank bij de rivier opeten.
Dan stappen we met hem tot bij Gärtnerei Mächteln, waarvoor hij werkt.
Onderweg wordt hij meerdere keren begroet : t is een echte dorpeling geworden!
Wanneer Herman en ik een poosje doorheen het dorp lopen, horen we opeens toeteren : Dries rijdt ons in een bedrijfswagen voorbij.
Omdat we op het middaguur nog niet in het toerismebureau terecht kunnen, nemen we alvast een kijkje in de barokkerk. Wat past dat hier toch mooi in de bergen, ook al is het dan suikerzoet.
De camping is ideaal, met uitzondering van de vele vliegen, die ons die eerste dag danig lastig vallen. De koeien zijn nog maar pas naar de alm boven op de berg gebracht en nu vallen de vliegen de mensen beneden lastig, legt de boerin uit.
In onze apotheek zit de tropische insectenspray en die blijkt gelukkig ook tegen opdringerige Oostenrijkse vliegen te helpen. Nu moeten we alleen nog zorgen dat we ze vanavond uit de motorhome kunnen verjagen.
Voor de allereerste keer sedert we de kampeerauto hebben, hebben we de zonnetent uitgedraaid en ligstoelen buitengezet. Het is bewolkt met opklaringen, maar wel heerlijk warm.
Na zijn dagtaak komt Dries met zijn eigen auto aangereden. Hij is blij met de halve verhuis die we voor hem meebrachten : de zomerbanden, de muziekversterker(een loodzware bak ter grootte van een kleine koelkast) nog een valies met kleren, een bak Duvel en 24 Jupilers.
De werkschoenen die we bijhadden zijn echter wat te klein, jammer!
Samen gaan we eten in de Huber-brouwerijtoren.
We zitten hoog op het torenterras met een prachtig uitzicht over de hele omgeving. Dries wijst en vertelt over de bergen en skigebieden die we van hieruit kunnen zien. Het eten is traditioneel Oostenrijks, maar erg lekker.
Op maandagavond gaat hij gewoonlijk pokerspelen en wij vinden dat hij dat voor ons niet moet laten, we hebben immers nog een hele week en bovendien willen wij deze eerste dag ook wel vroeg in ons beddeke kruipen. Wij wandelen een halfuurtje terug naar de camping en gaan eerst nog op vliegenjacht. Het valt gelukkig nogal mee om ze buiten te krijgen.
De volgende dag vertrekken we na het ontbijt, met de rugzak waarin picknick en regengerief richting Kitzbühlerhorn, de hoogste berg van Sankt-Johann.
Wij zijn zeldzame wandelaars. De weinige anderen die we op de berg ontmoeten, zijn alle ouder en doen het grootste deel van de tocht met de zetellift en gondelbaan, maar wij, stoere trekkers, stappen zeven uur en stegen(en daalden) 1000 meter tot de Harschbichl, waar we een botermelk met frambozen drinken: von glücklichen Almkühe ! beweert het bordje aan de hut. Het is alleszins heel erg lekker.
Helemaal daarboven vind ik toch wel de prachtigste gele steen voor bij onze vijver zeker! Herman wil hem wel meedragen in zijn rugzak. Honderd meter lager ligt de perfecte groen-grijze : die neem ik mee in de mijne! (thuisgekomen bleek dat die stenen respectievelijk 8,2 en 6,2 kg wogen)
De afdaling is zwaar voor mijn knieën en Herman heeft last van zijn tenen. We zijn blij als we eindelijk bij de motorhome komen, Maarrrr
Zó stom-stom-stom!!! Herman heeft de sleutels van de garage, waarin alle waardevolle spullen steken in
de garage gesloten.
Nu kunnen we geen gas meer aanzetten en al ons extra schoeisel staat er ook in!
Paz : Zeg dat het niet wààr is hé! Zeg dat het ni wààr is!!!Hoe is dat nu mogelijk???
Herman(heel beduusd) :Ik denk dat ik iets heel dom heb gedaan, ik zal het zelf moeten oplossen.
Ik installeer me met de Humo in de ligzetel buiten en laat hem zijn plan trekken.
Herman probeert met allerlei gereedschap het slotje te openen, wat niet lukt. Hij gaat bij andere bewoners met gelijkaardige sloten vragen of zij met hun sleutel willen proberen
Ik raad hem aan om bij de receptie naar een slotenmaker te gaan vragen, maar die blijkt om 6 uur gesloten, dus : te laat.
Iemand had al gevraagd : kan je van binnenuit niet in die garage? Ik zeg : misschien via die plaat onder ons bed, maar wanneer alles losgeschroefd is, komt er nog geen millimeter beweging in die plaat. Hardvochtige Paz (uiterlijk - want vanbinnen protesteert een hartje vol compassie) trekt terug naar de ligzetel en laat arme, schuldbewuste Herman verder sukkelen.
Een half uur later komt hij ineens triomfantelijk met een sleutelbos naar buiten. De aanhouder heeft gelukkig weer eens gewonnen! En dat precies wanneer onze Dries belt dat hij gedaan heeft met werken.
Wij beloven over een flink half uur in het dorp te zijn : eerst moet alles nog terug ineen geschroefd worden, matras en beddengoed op zijn plaats en daar gaan we !
Dries komt ons per fiets tegemoet.
We gaan in het chinees restaurant Lange Mauereten : buffet zoveel als je wilt, voor 9,5 per persoon. Het is zeer uitgebreid en bijzonder lekker.
Morgen zal een rustiger dagje worden, na die zware tocht van vandaag.
|