Wie Bojakos reactie op mijn blog van gisteren gelezen heeft, weet dat wij al jaren dikke vriendinnen zijn. Onze oudste zonen raakten in de lagere school met elkaar bevriend en even later werden de mamas dat ook. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Blijkbaar zijn we elkaar voor het eerst opgevallen bij een oudercontact toen onze zonen in het 3de leerjaar zaten.
Ik zat in de volle klas al midden tussen de andere ouders, toen Bojako met haar ventje binnenstapte en meteen was er leven in de brouwerij!
Niet alleen zagen ze er allebei bijzonder sjiek en mondain uit, er ging zoiets bruisend en energiek van hen uit, alleen maar door hun entree.
Nadien verraste zij ook door haar tussenkomsten en opmerkingen, die humoristisch én to the point waren. (En dan kennen jullie haar wel zeer aparte stèm nog niet!)
Toen ik vernam dat hun engelstalig neefje tijdelijk bij hen verbleef en in dezelfde klas zat, vond ik ze nog exotischer en interessanter.
Wanneer we elkaar later beter leerden kennen, bleek dat zij mij ook had onthouden van dat eerste contact.
Op een of andere manier moet dat exotisch toch zijn overgesprongen, want zij vond mij er Amerikaans-indiaans uitzien.
Wanneer onze vriendschap precies ontstaan is, weet ik echt niet. Het klikte gewoon en daar ben ik nog alle dagen blij om.
Ik moet me danig inhouden om haar palmares van goede eigenschappen niet in hoofdletters af te drukken, wie haar blog regelmatig leest, weet wel wat een prachtmens ze is.
Oei-oei
en ik wou het eigenlijk over ons gezamenlijk toneelverleden hebben, een zalfke over haar weemoed strijken, door deze foto bij te voegen.
De eerste keer dat we samen op de planken stonden was in 1985 voor het 50-jarig bestaan van de parochieschool. Ik wil er snel bijvoegen dat Bojako (links op de foto) met pruik en zwaar verouderende grime een bemoeizieke tante speelde en dat dit dus niet haar gebruikelijke looks waren.
We hebben nog meermaals samen gespeeld, zij hield er inmiddels al geruime tijd mee op. Voor Bojako was het hoewel steeds met grote inzet puur amusement. Ik ben ermee blijven doorgaan, voor mij is het een passie.
Soms mis ik haar relativeringsvermogen, wanneer ik weer eens met een rol vecht, hoewel ik met de jaren mijn beperkingen op toneelgebied begin te aanvaarden.
Ik wroet en zoek en streef nog even sterk naar de perfectie. Vroeger wist ik dat ze niet bestond, nu aanvaard ik dat . Dat geeft rust en grotere spelvrijheid, ik durf zelfs te denken dat het me met de jaren beter doet spelen.
Mijn goede toneelvriend Gust, die nu alweer een jaar met de engelen speelt, beweerde altijd :Als ge iets goed wilt doen, dan moet ge ernaar stinken.
Ik heb vaak gewenst dat sommige medespelers dit niet zo letterlijk zouden nemen
k heb een zeer scherpe reukzin en geuren kunnen mij van de grootste verrukking tot de grondigste afkeer brengen. Mensenlief, wat kunnen we stinken als we samen op de planken staan en soms binnen elkaar intiemste nabijheid!
Ik denk dan ook dat Gust het overdrachtelijk bedoelde (hij rook zelf trouwens altijd fris), dat we ons erin moeten smijten, werken, proberen, op ons gezicht gaan en opnieuw beginnen.
Wanneer je dan ineens die klik voelt, als is het nog maar voor één korte passage
dat is zo overweldigend! Weten dat het klopt, dat je puzzelstukje ineens goedvalt
Dat geeft onbeschrijflijk veel energie! Tegen die voldoening kan weinig tegenop.
Daarvoor doe ik het, daarom blijf ik het doen.
|