xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zaterdagnamiddag en eindelijk krijgen we nog eens wat zon in deze somberste februarimaand sedert 1966!
Dat laten we niet onbenut en profiteren ervan om te voet enkele brieven te gaan bussen.
Onderweg ineens telefoon van onze Wout, die we deze ochtend nog pas gehoord hadden.
Mama, hoeveel woorden, beginnend met de letter G, komen er voor in het Weesgegroet?
Gauw weesgegroetje opgezegd, terwijl we zeven G-woorden tellen. t Is voor een zoektocht waar hij met Jade aan deelneemt.
Als we het gesprek afgesloten hebben, zeg ik het Weesgegroet nog een keer en kom slechts aan 6 G-woorden. Herman en ik doen er elk al wandelend nog eentje, dit wordt een echte bedevaart! Het blijven zes Gs. Dus dadelijk teruggebeld naar Wout met de juiste oplossing.
Ik ben streng katholiek opgevoed, maar in geen jaren heb ik nog zoveel Weesgegroeten achtereen gepreveld.
Mijn vrome dagen zijn sedert lang voorbij, maar ik kén die dingen nog wel.
Duizenden weesgegroeten heb ik gezegd en in extreem moeilijke momenten springt de formule na jaren soms weer als een pavlov-reflex naar boven.
Want één ding is wel zeker : het monotone herhalen van die oude vertrouwde woorden heeft heel dikwijls rust gebracht.
Wout kent het weesgegroet nog, maar twijfelt aan de exacte tekst.
Kleindochter Jade zal hem waarschijnlijk nooit uit het hoofd kennen.
Soms vraag ik me echt af of die kennis nu nog alleen in een quiz of een zoektocht aan bod komt.
|