Bojako herinnert me in haar reactie op "Immobiliën en hun bewoners" aan een ander verhaal over Mevrouw S.
Geschreven kan deze anekdote niet tippen aan een mondelinge versie, maar ik doe mijn best
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Herman mag sedert de ingang van zijn brugpensioen geen bijverdienste meer hebben, maar vóór die tijd was hij syndicus van het appartementsgebouw in de P
laan.
Geregeld kwamen er dan ook telefoontjes bij ons binnen die, het ene al meer dan het andere, met zijn taak te maken hadden.
Op een goeie dag kreeg ik zo Mevrouw S aan de lijn
- Hallo, met D.
- Madame, is owe man ni thoos?
- Met wie spreek ik alstublieft?(ik wist onmiddellijk wie het was, maar vind dat wanneer ik mijn naam noem, mijn gesprekspartner even beleefd mag zijn)
- Nen bewoener van de P
laan, kan ik owe man spreken?
- Mijn man is niet thuis, kan ik zeggen wie er gebeld heeft?
- t is met Madame van t ierste (er zijn 2 appartementen op de 1ste verdieping)
Joa, das no spijtig, da menier niet thoos is, want wèè zitten hier met een groet probleem in den bouw
Het zit noamelèk zuë
Dr is hier nen hiër in den bouw, en dat is gien doen ni meer, hiel den bouw heeft er last van en uwe man zou die eens moeten aanpakken oem dat te doen stoppen.
Ik merkte dat ze het moeilijk had om uit haar woorden te komen.
En hier komt mijn lelijke kant naar boven : Mevrouw S is werkelijk een onaangenaam mens, een stookster en een bemoeial die overal haar zegje over heeft en die meestal niet naar haar woorden moet zoeken.
Dat ze daar deze keer wel veel moeite mee had, bezorgde mij enig leedvermaak en ik vroeg naar verdere details, want ik voelde wel in welke richting haar ongemak uitging.
- Awel, der is nen hiêr in den bouw en die doet niet anders dan heelder doagen
zwoare geslachtsgeluiden maken! Dat is hier gewoon niet oem vol te houden. Menier(Herman dus) zou die daar toch es moeten over oanpakken!
Ik beloofde haar dat ik de boodschap zou overmaken, kon nog net de telefoon inleggen voor ik het uitproestte van het lachen.
Ten eerste ging het om de man van de derde verdieping(2 verdiepingen hoger dus dan mevrouw S en aan de andere kant van het gebouw), een alleenwonende bejaarde. Hoe die heelder dagen zware geslachtsgeluiden kon volhouden, was op zich al heel bijzonder.
Voor alle duidelijkheid : het ging niet over slachten, maar over geluiden van sexuele aard.
Ten tweede : wat kon Herman daar in s hemelsnaam gaan zeggen?
Omdat er niet onmiddellijk reactie kwam, belde Mevrouw S weinig later terug en toen is Herman een brief in de hal gaan hangen met het algemeen verzoek om na 22 uur de stilte in het gebouw te respecteren.
We hoorden geen klachten meer. Achteraf bleek dat de zware geslachtsgeluiden afkomstig waren van een wasmachine die te dicht bij de wand stond en bij het zwieren bonkende en piepende geluiden maakte.
Vanaf dan weten wij dat Mevrouw S, naast andere eigenschappen ook over een levendige fantasie beschikt.
|