Oude geschriften en afbeeldingen tonen ons dat de rammenas of Raphanus sativus al in het oude Egypte bekend was. De rammenas was ooit het basisvoedsel voor de Egyptische boeren en slaven die de piramiden bouwden. Dit wortelgewas bleek bovendien een echt cultuurgoed te zijn tijdens de Oudheid. Zo staan in de tempel van Apollo in Delphi een zilveren wortel, een loden koolraap en een gouden rammenas afgebeeld. Vandaag lijkt hij wat in de vergeethoek geraakt. Tijd dus om deze oude knol van onder het stof te halen...
Variëteiten De rammenas is een wortelgewas, wat betekent dat enkel het ondergrondse deel, de wortel dus, wordt gebruikt voor consumptie. Dat er zomer- en wintervariëteiten bestaan, merk je al aan de benamingen: de rammenas of zwarte radijs is de wintervariëteit. De Fransen spreken over radis dhiver et dautomne en de Engelsen noemen hem winter radish. Er zijn rassen met een ronde wortel en er zijn er met langwerpige wortels. Wanneer er geteeld wordt op grond die slecht doorlaatbaar is, worden best ronde rassen gebruikt omdat de langwerpige te snel vertakken. De zwarte rammenas heeft een erg scherpe smaak. Hij is vooral verkrijgbaar in oktober, november, december en februari. Rettich is de Duitse benaming voor de witte zomerrammenas. Rettich komt van het Latijnse woord radix, wat wortel betekent. Rettichwortels kunnen wit, rood, roze, paars of bruin zijn, maar onder de schil zijn ze altijd wit. Ze hebben een vrij pittige smaak maar zijn milder dan de zwarte rammenas. Rettich is er vooral in maart, april en augustus maar ook in mei, juni en juli.
En dan is er nog de daikon, ook oosterse of Japanse radijs genoemd. Het gaat hier om een Japans hybrideras van de rammenas dat bij ons vooral in juni, juli en augustus te vinden is. De plant groeit zowel boven- als ondergronds veel sterker uit dan de gewone rammenas. Het vruchtvlees van de daikon is in tegenstelling tot de zwarte rammenas zoet en zacht van smaak. In vulkanische streken van Japan teelt men een reuzenvariëteit: de Sakurajima mammouth, een ronde witte wortel die tot 45 kg kan wegen!
De wortels van de daikon zijn meestal wit, maar wegens de toenemende westerse belangstelling worden kleurvarianten geteeld. Red meat bijvoorbeeld is een ronde daikon met rood vruchtvlees, een witte schil en een groene kraag. De green meat variant is langwerpig met groene schil en lichtgroen vruchtvlees. De ronde tricolor heeft rood vruchtvlees en een groen-witte schil en de murasaki-shikibu is bovenaan paars, wit onderaan en heeft wit vruchtvlees.
Bij aankoop is het belangrijk dat de wortels van de rammenas stevig aanvoelen en niet gerimpeld zijn. Wanneer het lof nog niet verwijderd is, moet het een frisgroene kleur hebben. De zwarte rammenas bewaart het best buiten de koelkast, op een koele plaats (12°C) gedurende een tweetal weken. De rettich kan wel in de koelkast en is daar, zonder lof, zon 14 dagen houdbaar. Nadeel is dat deze groenten snel uitdrogen en dus best afgedekt bewaard of af en toe bevochtigd worden.
In de keuken Daikon is zeer populair in de Aziatische keuken. Deze groente is voor Japanners wat de aardappel voor ons is. Je kan daikon rauw eten, gekookt in soepen of opgelegd in zoet-zuur. Tegenwoordig zijn de gekiemde zaden of daikonkers erg in trek.
Zwarte rammenas en rettich worden vooral rauw gegeten. In schijven tussen de boterham met wat peper, zout of gomasio (een mengsel van zeezout en gemalen sesamzout), als bijgerecht bij een warme maaltijd of geraspt in salades in combinatie met appel, biet, wortel of ananas. Wanneer rammenas gestoofd wordt met wat knoflook doet de smaak aan raapjes denken.
Rammenas wordt zelfs als medicijn gebruikt in de alternatieve geneeskunde, onder meer tegen hoest. Hiervoor wordt de top van de groente afgesneden en wordt er een gaatje dwars door de rammenas geboord. De groente wordt uitgehold, en er wordt een lepel honing opgeschept. Dan laat men de groente gedurende een nacht uitlekken boven een kopje of glas en s morgens is de hoestsiroop klaar.
Hoe lang is het geleden dat je met de blote voetjes in het gras hebt gelopen? Dokters adviseren dat een ochtendlijk tripje door het natte gras een ideale manier vormt om je mentale gezondheid op peil te houden. De zomer is de ideale moment om je geest te prikkelen.
1. Door in de vroege ochtend op het gras te trippelen, ontstaat er een verkoelend effect op je lichaam. Zo raakt je lichaamstemperatuur in balans, zeker tijdens warme dagen en nachten.
2. Een wandeling op blote voeten heeft een heilzaam effect op je bloedcirculatie. Door te wandelen activeer je de spieren in de benen, en wordt het bloed richting hart geduwd. Deze cardiovascualaire training en de koele ochtendatmosfeer voorkomt dat je minder snel uitgeput raakt.
3. Groen gras geeft een zachte indruk voor je ogen. Het zenuwsysteem in je ogen staan in verbinding met degene in je voeten. Door deze langs je voeten te activeren, vaart ook je zicht er wel bij.
4. Blootsvoets lopen helpt om te ontstressen. Spieren en aders krijgen meer energie waardoor ook je lichaamsimmuniteit verhoogt.
5. Ook het contact met de natuur maakt een mens gelukkig. De dauwprikkels verhogen dat gevoel nog.
- 2 venkelknollen - 1 kleine krulandijvie - 100 g rucola - 150 g harde blauwe kaas (Roquefort, Fourme d'Ambert) - 50 g walnoten, licht geroosterd en grof gehakt - 1 eetlepel xeresazijn - 2 eetlepels balsamicoazijn - 1 rode ui - 4 cl olijfolie - 3 cl walnootolie - peper en zout
Bereiding - Was de krulsla en zwier droog. - Snijd de venkel en de rode ui in heel fijne plakjes op de allessnijder en leg ze in ijskoud water met ijsblokjes. - Mix de twee soorten azijn en voeg geleidelijk aan de olijfolie en de walnootolie toe om een vinaigrette te bekomen, kruid de vinaigrette met peper en zout. - Snijd de blauwe kaas in blokjes. Meng de venkel en de rode ui met de krulandijvie, rucola en de blauwe kaas, druppel de vinaigrette over de salade.
Vorige maand hield de VN een wereldwijde opiniepeiling. Om het eenvoudig te houden werd er slechts 1 vraag gesteld: "Zou U alstublief uw eerlijke mening willen geven over de oplossingen voor het tekort aan voedsel in de rest van de wereld?" Dit bleek echter een verkeerde vraagstelling te zijn, waardoor deze opiniepeiling jammerlijk is mislukt, want...
In Afrika, wisten ze niet wat voedsel was. In Oost-Europa, wisten ze niet wat eerlijk was. In West-Europa, wisten ze niet wat tekort was. In China, wisten ze niet wat mening was. In het Midden-Oosten, wisten ze niet wat oplossingen zijn. In Zuid-Amerika wisten ze niet wat alstublief was. In de VS, wisten ze niet wat de rest van de wereld was.
In het herfstnummer 2002 van The Vegetarian, het tijdschrift van de Engelse Vegetarian Society, stond een reisverslag over een uitstap naar België. Het voornaamste reisdoel was het "Festival van de pompoen en andere zeldzame, vreemde en vergeten groenten", dat sinds 1980 elk jaar wordt gehouden in Tourinnes-Saint-Lambert in Waals-Brabant. Hoogtepunt van dit evenement is de wedstrijd om de zwaarste pompoen van het jaar en om de mooist geklede pompoen, die dit jaar werd gewonnen door een Fransman die zijn exemplaar had verkleed als klok...
Reuzenbes
Botanisch hoort de pompoen niet thuis bij de groenten maar is hij een reuzenbes onder de watervruchten. Tegelijk is hij verwant aan de komkommerachtigen, waartoe eveneens meloen, augurk en courgette behoren. Van de pompoen bestaan er in de hele wereld wel 850 soorten, verschillend in vorm, kleur, grootte en smaak. In winkels en op markten zijn soms exemplaren te bewonderen van 50 kg. In het Guinness Book of Records worden pompoenen vermeld van 400 kg met stengels van 10 meter! Het exemplaar dat dit jaar winnaar werd op hogergenoemd festival woog ruim 120 kg. De niet eetbare soorten die zich uit witte bloemen ontwikkelen zijn als herfstdecoratie in het interieur of winkelraam een kleurrijke blikvanger die met succes een najaarssfeer weten te scheppen.
Wereldburger
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat de prachtige geel-oranje kelkvormige bloemen van de pompoenplant al 10.000 jaar voor onze tijdrekening op de vruchtbare bodem van Zuid-Amerika de wildernis sierden. Bij opgravingen en in holen en grotten werden zaden van drie oude wilde pompoensoorten teruggevonden, vooral in de nabijheid van Oaxaca (Mexico). Voor de indianen van de Nieuwe Wereld vormden pompoenen samen met maïs en bonen het basisvoedsel en deze groente verdiende dan ook hun goddelijke verering.
Etnologische botanici stelden vast dat de Mayas en de Azteken de oerinwoners van Zuid-Amerika de pompoen altijd samen met maïs en bonen verbouwden. Ook in andere regionen duikt dit combinatiepatroon op, waardoor specialisten van mening zijn dat de volkeren uit de pre-Columbiaanse tijd reeds intuïtief wisten hoe te voldoen aan de basisbehoeften van de menselijke voeding. Volgens de moderne voedingsleer verkrijgt men door de verbinding van verschillende koolhydraathoudende spijzen namelijk uitstekende plantaardige eiwitcombinaties.
Op de akkers van de Pawnees, een indianenvolk dat in het gebied van Kansas en Nebraska (V.S.) leefde, werden zeven soorten pompoenplanten verbouwd. Het zou de verdienste van de Pawneevrouwen zijn - die bekend stonden als bekwame tuiniersters - dat de pompoen zich van wilde plant tot cultuurplant heeft ontwikkeld.
Net zoals de tomaat en de aardappel heeft de pompoen zijn weg naar Europa gevonden. De Grieken en de Romeinen verwerkten pompoenzaden in amandelolie voor huidverzorging. Vanaf 1550 staat de reuzenpompoen (Cucurbita maxima) vermeld in de plantkundeboeken. In het 16de- en 17de-eeuwse Europa prijken pompoenen in stillevens van de Vlaamse schildersschool.
Oranje goud
Pompoenen leveren met 10 kcal per 100 g weinig energie maar hun vezels en zetmeelgehalte brengen een goed verzadigingsgevoel teweeg, wat voor zwaarlijvige mensen op dieet erg welkom is.
Hun voornaamste pluspunt is het gehalte aan bètacaroteen (provitamine A). Met 2 mg per 100 g is pompoen na wortels en spinazie de caroteenkampioen: 200 g pompoen levert reeds de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid caroteen. De felst gekleurde diep-oranje soorten zijn de rijkste caroteenbronnen. Gezien provitamine A een belangrijke rol speelt bij het neutraliseren van vrije radicalen is ze van groot belang voor het immuunstelsel.
Verder zijn nog de vitamines E, C en die van het B-complex vertegenwoordigd. Wat mineralen en spoorelementen betreft, komt kalium op kop met 323 mg/100 g vruchtvlees. Verder zijn nog calcium, magnesium, ijzer, fosfor en silicium aanwezig.
Aan te stippen valt dat pompoen nitraat-arm is en geen purine bevat.
Pompoen bevat 80-90% water, wat samen met de ideale natrium-kalium verhouding van deze groente een waterafdrijvend middel vormt met ontzurend karakter. Goed nieuws dus voor jicht- en reumapatiënten. Ook bij nier- en hartkwalen die gepaard gaan met waterophoping kan pompoen in de voeding goede diensten bewijzen.
Pompoenpitten
Pompoenpitten zijn in de volksgeneeskunde een eeuwenoud middeltje tegen blaas- en nierklachten en tegen goedaardige prostaatproblemen. Reeds in het oude China noemde men de pompoen de keizer van de tuin. De fascinerende werking van zijn zaden berust op het samenspel van waardevolle nutriënten. Fytosterolen en alkaloïden helpen bij prostaatvergroting; kalium en vitamine E versterken de blaasspieren; selenium zorgt bij sporters voor celbescherming bij intensieve belasting; zink versterkt het immuunsysteem en het vitamine B-complex zorgt voor een probleemloze stofwisseling. Bovendien zijn pompoenpitten een efficiënt middel tegen darmparasieten.
Pompoenpitolie is zeer aromatisch, dik en bruin, en het is even wennen aan haar sterke smaak. Ze wordt verkocht in donkerkleurige glazen flessen of blikken bussen van hoogstens een halve liter. De olie moet beschermd worden tegen het licht opdat ze niet ranzig zou worden. Op de lijst van olieën staat ze hoog gerangschikt met 64% onverzadigde vetzuren, waarvan 28% enkelvoudige en 53% meervoudige. Pompoenpitolie bevat het kankerremmende mineraal selenium, wat niet direct synoniem is voor genezing maar voor vertraging of eventuele preventieve bescherming. Ze wordt eveneens aangeraden ter versterking van het spier- en bindweefsel omdat ze magnesium en vitamine E bevat. Uitwendig gebruikt verzacht ze brandwonden.
Folklore
Op de vooravond van Allerheiligen wordt in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten een feest van Iers-Keltische oorsprong gevierd: Halloween. Van uitgeholde pompoenen worden met wat snijwerk een soort lantarens gemaakt waarin men kaarsen laat branden. De lampions sieren tuinen en vensterbanken. Kinderen verkleden zich in heksen, tovenaars, spookjes en roepen trick or treat! aan alle deuren. Ook bij ons is het gekend.
Naast Halloween komt in de V.S. de pompoen ook voor op Thanksgiving, op de vierde donderdag van november. De laatste jaren zijn door de groeiende belangstelling voor vegetarisme talrijke alternatieven voor de gevulde kalkoen in tijdschriften en kookboeken te vinden (onder meer de befaamde Tofurkey of kalkoen turkey van tofu!). De traditionele pompoengerechten (zout en zoet) blijven hun traditionele plaats in het menu behouden.
Pompoenen kweken, oogsten en bewaren
De pompoenfamilie omvat zoveel soorten, verschillend in vorm, grootte, kleur en gebruiksmogelijkheden, dat het kiezen van het zaad de moeilijkste opgave is. Bij de pompoenen (Cucurbita maxima en Cucurbita moschata) bestaan verschillende rassen: gele reuzen, Golden Debut, Butterball, Lunga di Napoli, Ponca, Gold Nugget, Table King Bij de courgettes (Cucurbita pepo of mergpompoen) vinden we onder meer de rassen Elite Blackini, Kussa, Clarita, Tondo di Piacenza, Greyzini, Eldorado, Gold Rush en de spaghettipompoen. Onder de pattisons met hun merkwaardige ronde vorm, lichtjes afgeplat met gelobde randen, onderscheiden we Patty Pan, White Bush, Peter Pan, Custard Yellow, en Sunburst.
Het kweken van pompoenen is niet arbeidsintensief een echte vrijetijdshobby. Wie geen tuin bezit kan kleinere soorten houden in bloempotten of -bakken. De grotere exemplaren vragen wat meer ruimte voor hun rankende takken. Het liefst groeit pompoen op humusrijke grond - vandaar dat een plant soms spontaan opduikt op een composthoop uit een gekiemd zaadje. Hoewel hij afkomstig is uit regionen met tropische temperaturen, gedijt hij goed in onze Midden-Europese zomer. Het is een plant met een enorm aanpassingsvermogen. Op een zonnige plek met een buurplant die hem af en toe wat schaduw verschaft is hij best tevreden. De groei van pompoenen wordt zelfs nog bevorderd als ze allemaal samen in een bed staan.
Bij de grote exemplaren is het nuttig een vlakke steen, tegel of plankje onder de zware vrucht te leggen om ze tegen het rotten op de natte aarde te beschermen. Pompoenen zijn vorstgevoelig. Wees niet verwonderd slakken rond je pompoenen te vinden, want die trekken ze aan. In droge periodes veel water geven.
Pompoenen oogsten doet men het best als ze volledig rijp zijn - dus als de stengel houtachtig is geworden en de vrucht een hol geluid voortbrengt wanneer men erop tikt. Je bewaart de groente bij voorkeur in een koude, droge ruimte (10-13°) - een vochtige kelder is niet geschikt. De bewaarperiode verschilt volgens de soort, maar de reuze-tuinpompoen kan men toch houden tot de eerste vorst dreigt. Wie een eerste poging wil wagen, vindt specifieke aanwijzingen op de zaadzakjes in de handel.
Culinair
En nu is het de hoogste tijd om de pompoenen de keuken binnen te rollen. Pompoen op het menu is geen garantie voor een smakelijke maaltijd als je niet een beetje thuis bent in de kruidenkeuken. Op zich is het vruchtvlees flets, zowel rauw als warm bereid. Geraspte pompoen als deel van een rauwkostschotel kan met om het even welk sausje op smaak gebracht worden. Bij de warme bereidingen heeft men de keuze tussen een Aziatisch (koriander, piment, kardemom, gember, kerrie) of een Europees (muskaatnoot, oregano, paprika, knoflook, kaneel, kruidnagel, peper) kruidenarsenaal. In een ideale mix domineert het ene kruid het andere niet. Blijf er uiteraard vooral op letten dat het gerecht nog naar pompoen smaakt!
Er bestaan allerlei sterke dieren. Denk maar aan leeuwen en tijgers, olifanten, beren, stieren, walvissen, wurgslangen, mensapen en krokodillen. Het is moeilijk te zeggen welk dier het sterkste is, want hoe kan je de enorme armspieren van een gorilla nu eerlijk vergelijken met de krachtige kaken van een krokodil? Dat gaat niet.
Onderzoekers hebben een truc bedacht om deze vraag toch te beantwoorden. Ze hebben gekeken hoeveel keer een dier zijn eigen lichaamgewicht kan tillen. De uitkomst was verrassend.
De sterkste gewichtheffer is de neushoornkever! Hij kan mestballen optillen die maar liefst 850 keer zijn eigen lichaamsgewicht wegen. Dat komt overeen met een mens die ongeveer 80.000 kilo optilt.
Een andere sterke gewichtheffer is de gouden mol. Die draagt tot 150 keer zijn eigen lichaamsgewicht. En natuurlijk mogen we de mier niet vergeten, die tot 50 keer zijn eigen lichaamsgewicht kan tillen.
De olifant komt er bekaaid vanaf. Hij kan ongeveer een vierde van zijn eigen lichaamsgewicht tillen. Echter, al zou je een 1 op 1 gevecht doen met alle soorten landdieren dan zal de olifant waarschijnlijk wel winnen, vooral omdat hij gewoon heel erg groot is.
Van alle dieren ter wereld zal de blauwe vinvis wel het allersterkste zijn, puur omdat hij gewoon heel erg groot en zwaar is.
- 1 pizzadeeg - een beetje bloem - 500 gram gemixte champignons - 4 teentjes look, gepeld en in fijne schijfjes gesneden - 4 takjes tijm, blaadjes afgeplukt - 50 gram boter - zeezout en zwarte peper - 200 ml tomatensaus - 300 gram spinaziebladeren, gewassen en droog gezwierd - 2 balletjes van 125 gram mozarella, in stukjes gesneden
Verwarm de oven op volle sterkte en rol het pizzadeeg uit op een oppervlak met bloem. ` Giet stevig wat olijfolie in een wokpan. Gooi de champignons erin en kruid met de look en tijm. Laat bakken tot de champignons gaar zijn, voeg dan een beetje boter toe om ze lekker blinkend te maken. Breng op smaak met peper en zout.
Voeg de tomatensaus toe en roer. Kook enkele minuten en voeg de spinazie toe. Giet het vocht weg tot je een dikke brij hebt. Verspreid deze op de pizzabodem, werk af met schijfjes mozarella en breng op smaak met zout en peper. Vouw het deeg dubbel zodat je een halve maan krijgt en druk de kantjes aan zodat de vulling er niet uit kan. Bak tien tot vijftien minuten in de voorverwarmde oven.
·De streek van de Semois, ten zuidwesten van België vlakbij de Franse grens, is een zwaar onderschatte regio, zo stelde 'Vlaanderen Vakantieland'-reporter Ben Roelants met eigen ogen vast. 'We waren er in de eerste week van de paasvakantie en hebben er geen enkele toerist bespeurd', zegt Ben. 'Toch vormde de streek één van de grootste verrassingen van het jaar, vooral door de prachtige decors en de schitterende meanders van de Semois.' Om deze redenen moet u de Semois zeker eens opzoeken:Als u nog niet overtuigd bent, geeft Ben u deze wijze tips mee.
·Om te trekken... 'Als toeristische regio hebben de Naamse Ardennen, waarvan de vallei van de Semois deel uitmaakt, het niet gemakkelijk, vooral omdat de streek niet echt over een topattractie beschikt', zegt Ben. 'Durbuy daarentegen, gelegen in het meer populaire deel van de Ardennen, is bekend als de kleinste stadskern van België, waardoor toeristen geneigd zijn om erheen te trekken. Ik ging met mijn ouders ook altijd richting Durbuy of Saint-Hubert; de regio van de Semois kwam niet bij ons op. Vandaag kan ik niet wachten om er nog eens heen te gaan om er met de motor door de kronkelende bochten van de Semois te rijden. Het moet echt een droom voor elke motorrijder zijn. Als ik er één route zou mogen uitkiezen, dan zou ik zeker eens de route du Maquis doen, een tocht van 94 kilometer langsheen de voormalige schuilplaatsen van de verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Velen van hen doken onder in de bossen rond de Semois en je kan gaan opsnuiven hoe hun leven moet geweest zijn.'
·Maar ook wandelaars kunnen er hun hart ophalen. Voor de meest fervente trekkers onder ons is er het Ardennen Eifelpad, een GR-route die doorheen vier landen loopt en de mooiste plekjes van de Ardennen en de Eifel met elkaar verbindt. Gezien de megatrekking een stevige 793 kilometer lang is, kiezen de meeste wandelaars ervoor om maar delen van de wandeling te doen, zoals de tocht langs de Semois. Een stevige korte trektocht is de 45 kilometer lange tocht van Bouillon tot Bohan, waarbij wandelaars in twee dagen tijd zo'n 1.700 hoogteverschil moeten overbruggen. Een busje brengt de wandelaars naar Cap B2 of Cap Bohan om te overnachten. Meer info op www.trekkingschool.be
·Om te onthaasten... Eén ding is zeker: in de groene vallei van de Semois luidt onthaasten de boodschap. 'Ik vroeg me tijdens de voorbereiding en het maken van deze reportage af of hier veel te doen zou zijn. En eigenlijk moet ik toegeven dat dat niet het geval is. Maar misschien is dat net de charme van deze streek. Want wie net op zoek is naar rust en kalmte dichtbij huis, kan dat hier zeker vinden. Bovendien zijn de prijzen er een pak lager dan in het populairdere stukje Ardennen. Je hebt er nochtans ook authentieke dorpjes als Vresse-sur-Semois, Alle-sur-Semois, Membre, Bohan en Laforêt, bekend als één van de mooiste dorpjes van Wallonië. Wat ik ook zo bijzonder vond aan de streek, is de teloorgegane industrie. Een voormalige leisteengroeve die nu opnieuw wordt ingepalmd door de natuur, daar gaat iets poëtisch van uit, vind ik. Hier en daar vind je er nog zo eentje, zoals Ardois'alle in Alle-sur-Semois, waarin je een rondleiding kan krijgen en naar grappige anekdotes kunt luisteren over de mijnwerkers die te veel alcohol dronken om toch maar warm te krijgen in de koude schachten.' Meer info op www.ardoisalle.be
·Om te sporten... Je vindt hier misschien geen grote kastelen of historische gebouwen, verbluffende natuur is er wel genoeg. Sportievelingen voelen zich misschien wel geroepen om hun survivaltechnieken bij te schaven in de trekkingschool van Vlaming Geert Van Speybroek, ooit nog redacteur bij het tijdschrift Flair. 'De man was vijf jaar wildernisgids in Canada en noemt de regio rond de Semois dan ook 'mon petit Canada'. Of de vergelijking echt opgaat, laat ik in het midden, maar wat ik wel heb ondervonden, is dat een kanotochtje op de Semois een uitstekend idee is voor gezinnen met kinderen. De rivier is heel rustig en kalm, en dus geschikt voor beginners.' (www.trekkingschool.be)
Ben mocht ook voor het eerst in zijn leven een stukje vliegvissen op forel met fervent visser Pascal Droeven. 'De man heeft een viswinkel in Vresse-sur-Semois (www.lafrayere.be), waar je echt alles terugvindt. Blijkbaar vraagt elke maand een eigen kleur van kunstvlieg, die dan als lokaas dient voor de vissen. In maart zijn dat meer natuurlijke kleuren, terwijl je in de zomer bontere vliegen moet gebruiken. Ik vond het eerlijk gezegd heel ingewikkeld, en zag er ook echt niet het plezier van in. Om het nog erger te maken, gooide Pascal zijn vangst gewoon terug in het water, in plaats van de vis te houden om later op te eten (lacht)! Ik heb dan maar verse forel bij een aantal andere vissers gekocht, en hem daar gezellig op een vuurtje geroosterd en opgegeten (lacht).
·Om te genieten... Omdat het gebied nog niet zo bekend is, vind je er nog goed verborgen logeerpareltjes terug. 'Ik heb met de cameraploeg gelogeerd in een fantastische B&B in Membre-sur-Semois, Les Alisiers genaamd. 's Avonds kan je hier aanschuiven aan de table d'hôte en ik kan je verzekeren: het is de moeite! De eigenaar was in een vorig leven nog chef-kok en dat werpt tot op vandaag zijn vruchten af. Ik heb er voor amper 35 euro een heerlijk viergangenmenu gegeten, aperitief, dessert en kaastafel inbegrepen. Zijn everzwijnenschouder was echt overheerlijk; je proefde dat het rechtstreeks bij een jager was gekocht en dus heel vers was. Van de table d'hôte-formule ben je voor- of tegenstander, omdat je met de andere gasten aan één tafel zit en het gezelschap wel eens kan tegenvallen. Ik heb er echter een heel gezellige avond gehad en kan het echt aanbevelen. De B&B heeft er sinds kort een vierde gastenkamer bij, onder de vorm van een schattige caravan, ingericht als een poppenhuisje (www.les-alisiers.be).'
Een andere bijzondere B&B is die van het Vlaamse koppel Bart en Nel Levrier, gelegen in Bohan. 'L'Artiste (www.chezlartiste.be) is heel eigenzinnig ingericht door de man des huizes, die kunstenaar is en elke kamer met zijn eigen kunstwerken en schilderijen heeft aangekleed. Een aanrader voor wie van modern houdt', aldus Ben.
·Nog enkele aanraders: 1. La Maison de Tourisme in Vresse-sur-Semois. 'Destijds woonde hier een kunstenaar, Albert Raty, die er veel van zijn collega-schilders uitnodigde', zegt Ben. 'Er heerste een libertijns sfeertje rond het huis en het kreeg al snel een naam in de omgeving. Veel van die landschapsschilders hebben er de Sint-Lambertusbrug vereeuwigd, een heel mooi bruggetje in het hart van de stad.' Info: www.wallonie-tourisme.be
2. In Bohan ligt het Réserve Naturelle de Membre-Bohan, een natuurgebied van 177 hectare groot. Het gebied omvat buitengewone panorama's, zoals het point de vue du Jambon.
3. L'Atelier de Pinocchio, Rue Ste Agathe 49a, Laforêt. Een zeer klein atelier waar mevrouw Françoise Pierret-Renouprez zelf poppen maakt.
De patisson, een schotelvormige vrucht met zacht gekartelde rand, behoort ongetwijfeld tot Moeder natuurs mooiste creaties in het groenterijk. Geef toe, hij is prachtig om te zien, en een uitdaging om te beschrijven. Gaat het om een soort vliegende schotel, of eerder om een sierlijk hoofddeksel zoals ook het Nederlandse synoniem prinsenmuts suggereert? Waar het woord patisson vandaan komt, lijkt op het eerste gezicht een prachtig taalkundig mysterie. Ondertussen hebben etymologische detectives deze vraag beantwoord. Bij het zien van de groente moesten de Amerikanen blijkbaar denken aan een nu in onbruik geraakte geplooide taartenpan, of patty pan. De Fransen verbasterden dit woord tot het huidige patisson, dat ook door het Nederlands werd overgenomen.
In de tuin De patisson, of hij nu crèmekleurig, geel of groen is, gestreept of niet, behoort tot de botanische familie van de Cucurbita, waaronder pompoenen en courgettes vallen. Zoals alle komkommerachtigen is deze vrucht afkomstig uit Zuid- en Centraal-Amerika. Onder meer de Incas konden hem - gemengd met maïs en groene bonen - erg waarderen. Ook Colombus is de vrucht niet ontgaan, want hij stopte aardig wat plantgoed in zijn galjoen richting Spanje. Toen de patisson op het Iberisch schiereiland aankwam, werd hij eerst gebruikt als siervrucht. Als klein neefje van de pompoen mocht hij al vlug veel tuintjes en decors helpen versieren. Ook in de moestuin is onze patisson een vrij decoratieve kruipplant met mooie grote oranje bloemen, waaruit in zeer rijke grond de vrucht tevoorschijn komt.
en in de keuken De patisson werd relatief laat ook de keuken binnengehaald. Zijn delicate smaak kunnen menige tong verleiden, maar toch blijft ook op het bord zijn decoratieve karakter een grote rol spelen. Zowel de grotere als de mini-patissons kan je uitlepelen en vullen met soep of allerhande lekker bereide stoofpotjes. In dat geval snij je gewoon van de bovenkant een breed, plat deksel af. Van de onderkant kan je een dun plakje snijden, zodat hij makkelijker recht blijft staan. De mini-patisson leent zich uitermate als garnituur of aperitiefhapje, bijvoorbeeld gevuld met ratatouille. Ook op een spiesje misstaat hij niet. Je kan mini-patissons ook gebruiken in slaatjes, met pasta, in een wintergroentestoofpot (die je eventueel opdient in een grotere patisson), enzovoort. De kleintjes kan je ook fijnsnijden en zo in de pan bakken. Wanneer je integrale patissons wil garen, kan je ze stomen of in de oven plaatsen, gewikkeld in aluminiumfolie, en met een weinig olijfolie.
In tegenstelling tot zijn familieleden pompoen en courgette vind je de patisson niet bij eender welke groenteboer. Soms heb je meer succes bij de bloemenwinkel! Je kan het best zoeken naar de mini-patissons, die zon 6 à 8 cm breed zijn. De schil moet je met je nagel makkelijk kunnen doorboren, maar haal ze er zeker niet af, want dan verlies je de mooie vorm. Als de vrucht in een vroeg stadium geoogst wordt, heeft ze stevig vlees en een fijne smaak. Op het einde van de zomer is ze op haar best. De patisson is voor 90% water, maar bevat daarnaast ook ijzer, magnesium, koper, vit. A, B, C, en veel vezels. Ook de bloemen van de patisson zijn eetbaar.
Vrijgezelle schildpadvrienden vinden eindelijk de ware liefde.
Vrijgezelle schildpadvrienden vinden eindelijk de ware liefde.
De reuzenschildpadden Al en Tex hebben eindelijk de liefde van hun leven gevonden. Na meer dan 20 jaar als vrijgezel, werden de twee voorgesteld aan een koppel vrouwelijke soortgenootjes.
Aangezien Al en Tex hun laatste vriendinnetjes in de jaren 80 hadden, konden de twee vrijgezellen wel wat hulp van hun verzorgers gebruiken. De zoo koppelde hen aan Patches en Corky, twee meisjes uit de Atlanta Zoo. Een goeie keuze, zo blijkt, want er is sprake van liefde op het eerste gezicht.
Clooney en Pitt Nochtans zien de twee mannetjesschildpadden er niet bepaald uit als George Clooney en Brad Pitt. Al is ondertussen 130 jaar oud en weegt ongeveer 250 kilogram. Bij de 90-jarige Tex duidt de weegschaal zo'n 160 kilogram aan. De twee vrouwtjes zijn een pak jonger (60 en 70) en lichter (90 en 115 kg), maar dat kan hun geluk niet verstoren.
Afspraakje Het regelen van een afspraakje tussen de jongens van Knoxville Zoo en de meiden van Atlanta liep nochtans niet van een leien dakje. Aangezien geen van beide dierenparken plaats heeft om de vier schildpadden te huisvesten, moeten de koppeltjes heen en weer gebracht worden. De jongens gingen eerder al op bezoek in Atlanta, nu zijn de meisjes in Knoxville aangekomen.
Baby's Het einddoel is natuurlijk de komst van een paar babyschildpadjes, die verdeeld zullen worden tussen de twee zoos. De bezoekers van de parken zullen echter nog even geduld moeten hebben. Reuzenschildpadden moeten na het paren namelijk vier tot vijf maanden gescheiden leven voor ze zich succesvol kunnen voortplanten. Al en Tex zullen dus tevreden moeten zijn met een langeafstandsrelatie.
Nu is hij nog een lief Sloveens knuffelbeertje, geadopteerd door een Sloveens gezin, maar wat moet er van Medo geworden als hij een volwassen bruine beer is?
Een maand geleden wandelde een kleine bruine beer doodgemoedereerd de tuin van de familie Logar in het Sloveense dorpje Podvrh (ineens waren de klinkers op) binnen. Hij zag er erg onderkomen uit, wellicht had zijn moeder hem in de steek gelaten. De vriendelijke familie besloot daarom de zorg van het drie maanden oude berenjong op zich te nemen.
Ze gaven hem zelfs een naam: Medo, wat Sloveens is voor beer. Beertje de beer, dus. Beetje inspiratieloos, maar niet getreurd: Medo heeft het geweldig naar zijn zin in zijn nieuwe omgeving. Hij heeft een eigen sofa om op te kauwen, hij ravot met zijn adoptievader Matavz en hij is de beste maatjes met de hond des huizes. Medo wil er nooit meer weg, en de familie Logar wil hem ook nooit meer kwijt.
Dolletjes, maar het probleem is dat Medo binnen afzienbare tijd een vervaarlijke volwassen bruine beer zal zijn, die de hond des huizes liever opeet dan ermee te ravotten. Daar heeft Matavz Logar rekening mee gehouden, beweert hij: hij heeft al een bouwaanvraag lopen om een groot stuk van zijn land te omheinen, zodat Medo er kan leven zonder iemand kwaad te berokkenen.
De Sloveense dierenbeschermers steigeren bij het idee en eisen dat Medo terstond uit zijn pleeggezin wordt weggehaald en naar een dierentuin wordt overgebracht. Die strijd om het hoederecht over het berenjong houdt al weken de Sloveense samenleving in de ban. Misschien is co-ouderschap een optie.