Ik groeide op tot een volwassen meid, Maimunah.
Ik groeide op tot een volwassen meid, en besteedde aan mijn familie maar weinig tijd. Ik voelde me van mijn ouders vervreemd en van mijn cultuur, mijn wortels ontheemd. Mijn moeder kwam nooit naar de ouderbezoeken, mijn vader negeert me vanwege mijn broeken. Mijn broer, met wie ik vaak goed kon praten, heeft ons huis laatst plotseling verlaten. Van kleins af aan had ik altijd een droom; een gezellig huis, sfeervol, een home! Maar we leven al jaren langs elkaar heen, het voelt thuis zo koud, zo kil als een steen.
Ik draag sinds mijn dertiende al deze kleren, zoek liefde van jongens, van mannen, van heren. Ik hoopte altijd dat ik met mijn zichtbare string op een dag de blik van een mooie jongen opving en vervolgens in zijn armen alles zou gaan vergeten wat ik in mijn bewustzijn niet langer wil weten. Eindelijk voelen wat liefde, wat warmte is, na al die jaren van vreselijk gemis. Nadat ik mij aan hem had gegeven wilde ik voor altijd met hem samen leven. Het bleef maar spelen in mijn gedachten, maar hij zei iedere keer dat ik nog moest wachten. Ik ging van hem houden, me diep aan hem hechten, wou voor een leven met hem samen vechten. Ik raakte zwanger, het was niet zo bedoeld. Ik was zo blij, had me nooit zo gevoeld! Toen de vreugde opwelde en ik het hem vertelde sloeg hij in mijn gezicht, ik verloor evenwicht, viel op de grond, hoorde toen uit zijn mond: "Ik zal wel betalen, maar je moet 't weghalen, ik ben er niet klaar voor om me te binden, ik denk dat je maar een andere jongen moet vinden."
Zo heb ik mijn liefste en mijn baby verloren en kan geen een man mij ooit nog bekoren. Ik besloot te gaan leren, heel hard te studeren, mijn hoofd van mijn hart te laten gaan winnen, een heel nieuw leven voor mijzelf te beginnen, niemand te vertrouwen; ze zullen niet van me houwen... Maar vandaag kwam ik mee naar deze moskee, Ik wou niet gaan, ik had geen tijd. Maar ik voel hier iets dat mijn hart verblijdt. Ik wist niet dat hier meisjes kwamen zoals mij, die zitten dicht naast je, voor je, zij aan zij. Ik zie in hun ogen iets dat ik herken, en merk dat ik niet langer de enige ben. Ik durf niet te voelen, durf niet te kijken, maar zie een hand naar m'n been uitreiken. De hand is warm, van een zuster die lacht, ik kijk in haar ogen, ik zie zoveel kracht! Ze zegt: "Ik houd van jou vanwege islaam, zul je altijd hier blijven komen gaan?"
Een traan uit mijn oog valt neer op mijn wang, dit is heel wat anders dan eigenbelang. Dit is wat ik miste in mijn eenzame leven, dat mensen elkaar vanwege Allaah kunnen geven. Ogen van een hart dat mij ziet hoe ik ben, is een gevoel dat ik al lang niet meer ken. Mijn hart was te lang niet met Allaah verbonden, ondanks dat heeft Hij mij hierheen gezonden. En kijk wat ik vind en wat ik hier tref: wat een prachtig gevoel; wat een heerlijk besef! Ik wil mij bekeren; over mijn roots gaan leren. Ik heb nooit geweten, nooit eerder gedacht; ik behoor tot een oud islamitisch geslacht! Laat ik blij zijn, er trots op gaan wezen, alles over islaam gaan leren en lezen. Op een dag met een broeder gaan trouwen die omwille van Allaah van mij zal houwen. Zodat ik onze kinderen een bodem kan geven voor een islamitisch, succesvol leven. Ik hoop dat jullie er altijd zullen zijn, voor ieder meisje met verdriet en pijn. Zodat jullie haar alles leren, en zij met zelfvertrouwen terug kan keren naar de harde buitenwereld die op haar wacht, geef elkaar die liefde, die warmte, die kracht!
|