Er was eens een heel lief meisje die samen met haar ouders en haar kleine zusje woonde. Dit meisje is 10 jaar en heel erg geïnteresseerd in de Islam. Haar moeder was haar grote voorbeeld, zij deed haar altijd na. Op een dag ging ze naar de moskee en pakte ze de Quran. Ze reciteerde erin met haar prachtige mooie zuivere stem. Mensen die buiten liepen, kwamen de moskee binnen om naar dit prachtige
stem te luisteren. Ze reciteerde surah ar-rahmaan, haar lievelings surah. Ze was klaar met de surah en zag dat ze omringt was door mensen die naar haar prachtige stem luisterden. Allemaal in koor riepen ze; Allahoe Akbar! Onderweg naar huis zag ze een vrouw lopen met zware tassen. Ze vroeg of ze een handje kon helpen met het dragen van al die zware tassen. De vrouw keek haar aan en zei: Moge Allah (swt) jou belonen voor het aanbod die je me gaf. Eenmaal thuis, deed ze de deur open en hoorde haar moeder huilen. Zij rende zo snel als ze kon naar haar moeder en vroeg wat er aan de hand was. Haar moeder omhelsde haar en zei: Papa wacht op ons in het paradijs. Het lieve meisje pakte de hand van haar moeder en zei: Mama, veeg je tranen weg. Papa is niet weg, hij is in goede handen. De volgende dag gingen ze naar de moskee om Salatoel Djanaza te bidden voor haar overleden vader. Ze kon haar ogen niet geloven, de moskee was bomvol. Haar vader is in goede handen dacht ze, ze pinkte een traantje weg en opende haar handen voor een dua. Het meisje was nog steeds erg liergierig en natuurlijk haar vrolijkheid kon je niet van haar afslaan. Na het gebed gingen ze naar het uitvaartcentrum om haar vader voor het laatst te kunnen zien. Ze gingen naar binnen met haar moeder en zusje. Het meisje keek naar haar vader en tikte haar moeder aan en zei: Mama kijk, hij straalt rust en Noor uit. Haar moeder zei: Ja mijn dochter, dat klopt. Bij de begravenis van haar vader was het meisje ook aanwezig. Ze zag hoe haar vader de grond in werd geplaatst en bleef maar staan. Ook toen ze aarde over de kist gooiden en je niks meer kon zien, bleef het meisje staan. Ze wilde daar niet weggaan. He t meisje pakte haar Quran tevoorschijn en reciteerde surahs uit de Quran voor haar vader en zei: Papa, maak je maar geen zorgen over ons, Allah (swt) en zijn Engelen zijn bij ons
Samen met haar moeder liepen ze naar huis. Jaren gingen voorbij. Het meisje studeerde ondertussen in Mekkah. Toen ze klaar was met haar studie, kwam ze terug en gaf lezingen over de meest bijzondere onderwerpen, zoals; het paradijs, de Engelen en over de profeten. Eigenlijk over alles wat je maar kunt verzinnen. Ze was ook nog eens docent geworden die kinderen leerde hoe ze de Islam moeten leren. Ze gaf hun les over de profeet, hoe ze moeten gedragen en hoe dankbaar ze moeten zijn jegens Allah (swt). Ze leerde de kinderen de Quran en al gauw leerden ze hele Quran uit hen hoofd. Na een lange tijd gingen de kinderen en de juf naar een weeshuis. Daar aangekomen speelden de kinderen met elkaar. De juf was ondertussen iets lekkers gaan halen, waarna ze de kinderen aan trakteerde. 1 week bleven we bij ze. De weeskinderen waren gehecht aan mijn leerlingen. Helaas kwam hier ook een einde aan. We namen met pijn afscheid van de weeskinderen. Ik beloofde om in de toekomst InshaAllah iets leuks met ze te doen. Eenmaal teruggekomen, maakten de leerlingen een verslag over wat ze daar allemaal hebben gedaan en wat daar geleerd hebben. Ze waren enorm blij met deze juf, dat de kinderen haar opvolgster zouden zijn. EINDE!
|