Dit is een verhaal van een jongeman die op een zeer mooie maar
tegelijkertijd tragische manier geleid is door Allah. Hij vertelt:
Ik was een persoon die graag bij zijn vrienden was. Wij waren altijd
samen, altijd op zoek naar manieren om onszelf bezig te houden met
verwerpelijk vermaak en verdorven zaken, waar we onze dagen mee vulden
en onze nachten mee doorbrachtten. Dit terwijl mijn lieve arme vrouw
thuis eenzaam haar dagen voorbij zag gaan. Zij klaagde steeds vaker over
de eenzaamheid en de dagelijkse ellende waarin zij leefde maar ik had
daar geen oor voor, en negeerde het. Op een nacht kwam ik,
zoals gewoonlijk in die tijd, rond een uur of drie thuis. Mijn vrouw en
dochter lagen al lang te slapen. Ik ging naar de woonkamer en zette mijn
verdorven gedrag waar ik net van thuiskwam gewoon binnenshuis voort
door wat vieze films te gaan kijken. Plotseling ging de deur van de
kamer open !!! Daar zat ik dan, oog in oog met mijn vijfjarige dochter.
Ik keek haar recht in de ogen, aan de andere kant werd er tot mijn grote
verdriet teruggekeken met een teleurgestelde en trieste blik.
Verstijfd was ik, elke poging om iets te zeggen op dat moment stokte al
bij de eerste klank. Na een seconde of wat die in mijn verlamde
situatie als een eeuwigheid voelde bereikten de eerste klanken mijn
bewustzijn. Het was haar lieve stem waarmee ze zei: Papa, je zou je
moeten schamen, ben je niet bang voor Allah
Heb toch vrees voor Allah!
en zij zei dit drie maal, deed de deur dicht en ging terug naar haar
kamer. Ik bleef onthutst achter en wist niet hoe te reageren.
Een tijd lang zat ik als door de bliksem getroffen stil en bewegingsloos
voor me uit te staren met open mond. Toen ik een beetje uit mijn
toestand begon te raken irriteerde ik mij gelijk mateloos aan de
verachtelijke beelden die nog steeds speelden en die er nu opeens heel
anders uitzagen. Ik stond op, deed de tv uit en begon na te denken over
de gebeurtenis die mij voor de rest van mijn leven haarscherp zou
bijblijven, uit nervositeit begon ik door de kamer te ijsberen. Haar
woorden hadden mij heel diep geraakt. Zij riepen bij mij een gevoel op
dat ik tot dan toe nooit had ervaren. Ik besloot voor mijzelf
dat het het beste was om naar haar kamer toe te gaan, dus ik begaf mij
zenuwachtig die kant op terwijl ik nog klampachtig zat te bedenken wat
ik zou zeggen. Eenmaal daar aangekomen, zag ik dat zij weer in slaap was
gevallen. Ik ging kapot van binnen en dacht dat ik gek werd. In het
holst van de nacht zat ik mijzelf op te vreten terwijl ik niks dan de
stilte hoorde. Ik voelde mij ellendig als nooit tevoren, maar wat moest
ik doen? Wat kon ik doen? Ineens werd de oorverdovende stilte
onderbroken door een geluid dat alles veranderde, een geluid dat ik
altijd al heb gehoord maar waar ik nooit naar heb geluisterd, een geluid
waar ik de laatste jaren liever mijn oren voor sloot en pas blij was
als die afgelopen was. Het was de oproep tot het ochtendgebed. Een
rustig gevoel kwam over mij en ik begon na te denken. Aarzelend besloot
ik om de kleine wassing te gaan verrichten, toen ik daar klaar mee was
besloot ik mij op weg te begeven naar de moskee. Ik had niet veel zin om
te gaan maar de woorden van mijn kleine dochter bleven mij
achtervolgen. De Imam opende het gebed en las een aantal verzen
uit de Koran. Op het moment dat hij knielde en ik hem volgde, barstte
ik spontaan in tranen uit. Ik kon mij niet inhouden al zou ik het gewild
hebben. Dit was de eerste keer in zeven jaar dat ik weer voor Allah
stond om het gebed te verrichten. De huilbui deed mij goed. Ik was
opgelucht en het voelde alsof alle ongeloof, hypocrisie en verdorvenheid
die ik in mij had, samen met de tranen uit mij wegstroomden. Thuis
aangekomen, ging ik zitten en wachtte totdat het tijd was om naar mijn
werk te gaan. Nog steeds zat ik mij te verwonderen om de reeks
gebeurtenissen. Toen ik op mijn werk kwam, zag ik mijn collega
verbaasd en vreemd naar mij kijken. Het was natuurlijk een vreemde
gewaarwording voor hem dat ik zo vroeg binnen was, terwijl ik daarvoor
door mijn levensstijl vaak ofwel altijd laat was. Hij wilde meteen het
fijne ervan weten. Ik vertelde hem wat mij overkwam, waarna hij zei:
Wees Allah dankbaar voor het geven van zon dochter die jou aan het
denken heeft gezet en wees Hem ook dankbaar voor het niet sterven in de
toestand waarin je verkeerde. Ik voelde mij na een tijdje
werken onwijs vermoeid (ik had namelijk nog steeds niet geslapen) en
vroeg om een halve dag vrij te nemen om de rest van de dag uit te
rusten. Ik verlangde ook naar het zien van mijn kleine dochter. Ik kon
gaan, dus vol goede moed ging ik onderweg naar huis. Ik keek er zo naar
uit om mijn dochtertje te spreken, mijn excuses aan te bieden, haar te
bedanken en te omhelzen. Er stond mij heel wat anders te wachten.
Toen ik het huis binnenliep, kwam mijn vrouw in paniek en huilend op
mij af. Mijn hart begon sneller te bonzen, ik vreesde al het ergste. Ik
vroeg angstig wat er aan de hand was en zij overdonderde mij met precies
dat ergste waar ik voor vreesde. Ze was dood, mijn vijfjarige bloempje,
waar ik sinds de nacht ervoor nog meer van was gaan houden, was
overleden. Ik kon het niet geloven. Haar woorden die mij zo diep hadden
geraakt waren de laatste die ik van haar gehoord heb. Een
onbeschrijfelijk heftige pijn kwam over mij. Ik kon mijzelf niet meer
beheersen en tranen begonnen wild te stromen. Ik besefte mij na
een tijdje dat dit een beproeving van Allah was om mijn geloof op de
proef te stellen, en wist dat ik mij sterk moest houden. Ik belde mijn
collega op en vertelde moeizaam wat er gebeurd was. Toen ik hem vroeg of
hij kon komen om mij te helpen met het wassen en begraven van mijn
dochter, gaf hij hier meteen gehoor aan. Wij verrichtten het gebed voor
haar en droegen haar naar de begraafplaats. Op de begraafplaats zei mijn
collega tegen mij: Het is niet gepast dat een ander dan jij jouw
dochter in het graf plaatst. Ik pakte haar met tranen in mijn ogen en
legde haar voorzichtig in het graf terwijl ik dacht; ik ben niet mijn
dochter aan het begraven maar het licht dat mij weer naar Allah heeft
geleid."
|