voor hen die willen zien Ivan Grud, geboren in Rotterdam 18-11-1940,
de idealist, humorist, pessimist, atheïst, en niet te vergeten de waarnemer, die voor u waarnam van hetgeen er in de wereld afspeelt, en al waar hij een geheel eigenwijze kijk op heeft,
en dit zeker niet altijd op een fijnzinnige manier vertaald.
Zoals gezegd, geboren rotterdammer, en wel in het jaar 1940
Een jaar waarin hij waarschijnlijk al in de moederschoot tijdens het bombardement op de binnenstad van Rotterdam, besefte dat, wilde hij zijn kop boven water houden,
dit maar meteen waar moest maken, en hij liet zich dan ook in deze roerige tijd geboren laten worden.
Het fijt dat hij reeds op vijftien jarige leeftijd naar zee vertrok
was niet direct het gevolg van trek in avontuur,
als wel om een steentje bij te dragen in deze verschrikkelijk tijd van armoede, die deze na de oorlog mee zich mee bracht.
Ivan Grud heeft eigenlijk nooit echt binding gehad met welke natie dan ook, dan was hij weer in Nederland, of hij vertrok al weer naar elders.
Indonesië is het land waar hij het langs achtereen vertoefde, dat is ook het land, met de cultuur die hem het meest geïnspireerd heeft, en aangezet tot de dichtkunst.
Hij heeft een dichtvorm die soms als verwarrend en filosofisch beschreven wordt, maar dan toch al lezende,
het beoogde bij de lezer weet over te brengen, niet in de laatse plaats door zijn beeldende manier van dichten.
Ivan Grud wens u dan ook veel leesplezier.
Ivan Grud.
Rikus Kiers, de grote dichter wijde het volgende gedicht aan deze Rotterdamse schrijver.
Ivan de realist
Ivan de gevoelige voelspriet
Van grove misdaden
Bevechter van het kwaad
Die niets echt zitten laat
Zijn taal is zeer apart
De zinnen soms verward
De boodschap helder wit
Rozen in maatje kwart
Bloed gruwel wreedheid
Wilde de brave mijden
Zekerlijk niet meiden
Zijn preek gerechtigheid
Niet af te laten vreugde
Die alle droefheid doodt
De man die deugde
Verjaagt het avondrood
Ivan de bewogen realist
Die nooit zijn idealen mist
Heeft werkelijkheid bevroed
En is nog lang niet uitgewoed
Schrijver: Rikus Kiers, 19-10-2006
25-03-2007
Zeemansgraf
Olijftak omrande viermaster oogde verbleekt alsof zij reeds rouwden Anker op de hand verschrompelt eens krachtig kon niets meer houden Stoere tatoo trots teken van weleer nu een spookschip de olijftak een veer
De oude zeeman sleet dagen langs de maas Vermoeid betraande ogen turend in de verte getaand gelaat miste schip en maat Altijd trekt het water gekrijs van meeuwen Jan van Gent gure wind ruisen der golven dat hij zo goed kent
Zijn leven lang op zee gezworven avonturen de wilde vaart zij was zijn grote liefde geen vrouw die het evenaart De zee met haar herinneringen die hij altijd bij zich draagt graag had hij op haar willen sterven als zij het had gevraagd
Zijn vrienden nimmer wederkerend vertrokken met hemelen schip hij had hen allen weggebracht om nooit meer aan te meren uit het duister van de nacht
Vermoeid zet hij zich neder daar op die verlaten ka daar hoort hij de zang der meerminnen in zijn gehoor zoet zalvend zijn de woorden velen gingen hem reeds voor
Berustend glijdt hij in het water omarmt door de nimf die hem kust boven hem sluiten zich de golven hij ervaart de serene rust
De stilte is te horen slechts onderbroken door een witte schreeuw de drager van zijn ziel vertrokken is de meeuw
Vriendschap duurde vele jaren Zwijgend overeen kon nooit kapot Uitwisseling gedachten vergaren Wederzijdse kennis heimelijk stelen Vertrouwen nimmer beschamend Vreugde verdriet samen te delen
Toch daar het vermeende moment Voor beiden toch nog onverwacht Sluipend als koorts brengend virus Overvalt het als een inktzwarte nacht Om zwijgend de overeen komst te laken Dat vriendschap nimmer zou verzaken
Voorzichtig probeert men tij te keren Wrijving echter ongemeend gestaag Geen woorden van raad aangenomen Lijdzaam berusten hier de beste raad Het gevaar van niet te lijmen breuk Poging tot inzicht lijdt tot wandaad
Staat immers niet geschreven In de woorden van weleer Hij onderworpen aan de boezem Koestert adder aan de borst Met niet aflatende kwaadaardige giften Met nooit te stillen hongerige dorst
Nu geen gemeend gegeven Woorden zijn voor hem venijn Zij door liefde gegeven Voor altijd bij haar zijn Verdwaast laat hij zich lijden Vriendschap voorop gestaan Vermoordt te niet gedaan
Wulps bemint zij in overvloed Geeft zich gewillig over Judas in mij maakt gebruik Gif absorberend wat zij verwoordt Wetende de ziel vermoord
Daar het keerpunt de steen gegooid Verminkte slinks met leugens Vals gedreven volgens plan Achterlatend mij mat binnenuit gekeerd Passionele driften hebben niets geleerd.