Bij het aanschouwen van de bos rozen Sprak zij slechts dank je zonder blozen Verafschuwde die altijd liefdevolle blik Vanzelfsprekend zo bovenop veel te dik Hunkerend naar dat brute die vent in hem Niet dat softe vragend met omfloerste stem Nee, haar wil overweldigen dwingt te bukken Haar kleren nat kussend van het lijf te rukken En onder het afwassen van de vaat Waarbij hij haar het afdrogen niet toestaat Bedenkt zij de wildste dromen vol erotiek Maar tussen de koele lakens voelt zij zich ziek
© Schrijver Ivan Grud
|