Ketelbinkie 5
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik hoorde mijn maatje als in doodsnood gillen, en evenredig de matrozen lachen en joelen.
Het geheel nam ongeveer twintig minuren in beslag, de lol kon niet op.
Dan ging het rumoer over in gefluister, en ik had door
hoe laat het was.
Op dat het moment dat de deur van onze messroom werd open gesmeten en in de deuropening de verhitte matrozen stonden, was ik aan het afwassen.
Ik bedacht mij geen moment en in een doodsbange reactie greep ik het grote broodmes en stond in een sprong op de tafel.
Ik drukte mij in de hoek, en hakte met het mes naar alle uitgestoken handen. Dit was nieuw voor de mannen, maar zij waren toch niet van plan om het door te zetten, ik was,
let wel, ik, was kinderachtig, en men kreeg mij nog wel.
Nu dat nam ik dan maar voor lief, maar verlopig was ik er vanaf.
Het was later zelfs zo dat ik van alle oliemannen een goedkeuring kreeg, en ook de oudere zeebonken van het dek mij zeiden, dat ik het goed gedaan had.
Zij vonden dat het achterlijke gedoe, nu maar eens afgelopen moest zijn.
Nu had ik het, ach jee, de reclassering line, bij het aanmonsteren, niet goed opgepikt, maar het begon na het volgende wat ik mee mocht maken, mij duidelijk te worden.
Het wilde dat na het avondeten en afwassen, de messroom van de dekgasten in het weekend nogal eens gezellig was.
Er werd dan gekaart, gedamd, schaak gespeeld en sommigen zaten een boek te lezen. Deze boeken kwamen uit de boekenkist die door het zeemanshuis Stella Maris beschikbaar was gesteld, en men ging er netjes mee om.
Zoals gezegd de bemannen bestond uit allerlei verschillende types. Ik had bijvoorbeeld een hutmaat een ligmatroos die uit Katwijk kwam.
Katwijkers zouden volgens de andere zeelui altijd naar vis stinken.
Ook hygiëne was hen vreemd, waarom weet ik niet.
Maar wel was het zo, dat als ik hem vroeg wanneer hij te kooi ging, moet jij je sokken niet uitdoen, hij altijd antwoordde, die heb ik al uit.
De lucht die eraf kwam zal ik u besparen.
Ook hadden wij een Limburger, die eveneens aan dek werkte als ligmatroos.
Hij heette Kris, hij was aangemonsterd in samen werking met de reclassering. Het was mij opgevallen dat hij erg, bijna fletse, lichtblauwe ogen had.
Hij kwam regelrecht uit een psychiatrische kliniek, zoals hij zelf min of meer trots aangaf.
Dat van de reclassering was niets bijzonders, daar was ik inmiddels wel achter gekomen. Maar dat van de psychiatrische kliniek vond ik minder.
Ook had hij de onplezierige gewoonte, om als hij mij porde, het wakker maken, smorgens, niet mijn kooilampje aan te doen. Nee hij deed dit door de kooigordijntjes dicht te laten, en dan zijn benige hand op mijn keel te leggen, tot ik vanzelf wakker schrok.
Na mijn beklach hierover tegen de Donkeyman mocht hij mij niet meer porren, maar ik hoorde hem daar niet over.
Het was op die zondagavond tegen een uur of zeven toen het gebeurde.
Kris zat een boekje te lezen, hij had eerst zitten zeuren tegen een andere matroos die het aan het lezen was, dat hij dit boek speciaal wilde hebben, het was een strip boek.
Deze haalde zijn schouders op en gaf het hem.
Ook al om de vrede met hem te bewaren, we wisten dat Kris nogal eens opvliegend kon zijn.
Hij zal ongeveer een half uur hebben zitten lezen, toen hij wat onrustig werd, en af en toe luidkeels riep, teringlijders,
klootzakken, moet je mij doen.
Daarop begon hij bladzijden uit het boel te scheuren, waarop de andere zeelui reageerden, Kris rustig nou joh, dat kan je toch niet maken.
Toen gebeurde het, Kris stond op en daagde iedereen uit, nu ware er flinke matrozen en deze keken elkaar aan, en maakte het bekende gebaar, zo van die is helemaal getikt.
Maar Kris werd getikter, plots liep hij naar de brandbijl die in twee beugels aan de wand van de messroom hing.
Trok deze los, en zwaaide er woest mee boven zijn hoofd.
Ik zag dit alles als eerste, vanuit de deuropening.
Iedereen was opgestaan en stak de armen bezwerend naar Kris uit. Rustig nou joh, maande men hem.
Kris begon in te hakken op tafels en stoelen, en ook de koffieketel ging eraan.
Allemaal vlogen nu de messroom uit.
En wij stonden in de gang toe te kijken, naar Kris die met schuim op zijn mond zijn gang ging.
Inmiddels was er iemand naar midscheeps gegaan, om de stuurman te waarschuwen.
Toen Kriss aanstalten maakte na zijn kreet, nu eerst die ouwe even een kop kleiner maken en hij wilde de mesroom verlaten, trokken de matrozen snel de deur dicht.
Dat was wel goed, maar ook wekte het een dubbele woede op bij Kris. Hij hakte hevig in op de gesloten deur,
en gilde, laat mij er uit, klootzakken.
Toen de eerste stuurman arriveerde, waar een ieder aan boord toch respect voor had en deze hem maande om rustig te worden, had dit geen enkel effect.
Dan kwam de kapitein naar achteruit, gewapend en wel.
Deze sommeerde Kris de bijl weg te leggen, daar hij anders genoodzaakt was om te schieten, om zodoende de bemanning te beschermen.
Kris gilde nog een poosje door, maar dan werd het stil, heel stil. Toen de stuurman de deur heel voorzichtig een kiertje open deed, nadat hij had gehoord van de matrozen die door de patrijspoorten hadden staan kijken dat het kon, zagen wij Kris ineengedoken op de vloer zitten jammeren.
Kris werd meegetroond naar midscheeps, en in het hospitaal opgesloten, met de blindluiken voor de patrijspoorten.
Soms als ik er langs moet om eten te halen in de kombuis, hoorde ik hem gillen. Hij zou in Amerika van boord gehaald worden. Wat er verder met hem gebeurt is, weet ik niet, maar ik vermoed dat hij op het vliegtuig naar Nederland is gezet.
xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />Ivan Grud (wordt vervolgd)
|