Katuit, of het afsluiten van de drukke ‘grote’kermisweek…
Zoals de meeste historische ommegangen is de Dendermondse Reuzenommegang ontstaan uit een processie. ‘Katuit’ markeerde vroeger het einde van de Dendermondse zomerkermis, die op zijn beurt verbonden was met het kerkwijdingfeest van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (11e eeuw) op de feestdag van Sint-Jan-Onthoofding, zijnde 29 augustus.
In het midden van de 15e eeuw deden de eerste reuzen hun intrede in de Dendermondse ommegangen. Sedert 1522, na een beslissing terzake van de bisschop van Kamerijk, viel de Reuzenommegang op de donderdag na de vierde zondag van augustus (wat soms ook 1 september kon opleveren). Sedert 2005 is gekozen voor een nieuwe datumbepaling: de laatste donderdag van augustus.
Tot in de jaren 1960 bleef de Reuzenommegang een zeer eenvoudige optocht, waarbij de drie Gildereuzen in de namiddag tentoongesteld werden voor het Stadhuis. Daarna volgde een rondgang door de stad. De begeleiding van de Reuzen, elk voorzien van twee dragers, beperkte zich tot twee trommelaars, twee politieagenten en enkele fakkeldrage
In 1967 werd het initiatief genomen om Katuit te herwaarderen en om rond de drie Gildereuzen een echte ommegang te bouwen. Onder impuls van regisseur Franki Hervent kwam er in 1968 een eerste grote vernieuwing, toen de trommelaars - als begeleiders van de reuzen - vervangen werden door de Harmonie van de Katholieke Burgerskring. Opeens stelde men vast dat de Reuzendragers hun kunstige danspassen veel beter konden uitvoeren op de harmoniemuziek van het 'Ros Beiaard' en 'Ons Banier'. Het jaar nadien werden de harmonie en de fakkeldragers voorzien van middeleeuwse kostumering. Katuit was voorgoed herboren.
In het begin van de jaren 1970 werden ter gelegenheid van Katuit verschillende wagenspelen opgevoerd met medewerking van de Dendermondse toneelgezelschappen. Later werden dit mimespelen en optredens van kunstgroepen zoals Vredon, Fro en Incar. Het is pas midden de jaren ’70, met de realisatie van de Ros Beiaardommegang 1975 als extra impuls, dat Katuit echt ‘groot’ wordt en in omvang toeneemt. De Reuzen worden omringd door fakkeldragers, hellebaardiers, harmonieën, gildegroepen, vendeliers, ruiters, knaptanden en kopvleesdragers.
Vanaf 1977 deden de eerste praalwagens hun intrede. Van dan af werd de ommegang van jaar tot jaar uitgebreid met volkse of historische taferelen. Er werd wel zorg voor gedragen dat de reuzen steeds de hoofdrolspelers bleven.
In de voorbije twintig jaar werd Katuit nogmaals uitgebreid en vernieuwd, met onder meer een hele reeks nieuwe aantrekkelijke praalwagens, een bijkomende inbreng van toneelgezelschappen en professionele straatartiesten en het inlassen van speciale effecten. Sinds de heraanleg van de Grote Markt 2004, werd ook de apotheose van Katuit verder uitgebreid.
|