Wij hopen u verder te kunnen boeien met dit blog over onze stad! Vergeet ook niet af en toe nog eens te kijken op het voorgaande blog http://blog.seniorennet.be/jp_dendermonde
22-07-2012
Fratsen in 'Club des dix'
OVER
FRATSEN IN DE KARABIJNCLUB CLUB DES DIX
t was banket bij mijn schoonbroer, ik was
toen al getrouwd.
na t eten was het gezellig samenzijn, het 1ste
bedrijf: we moeste nog aan den dessert beginnen, petje Camiel hadt op zijne
koer ne ganse dierentuin, vogels konijne, kiekes en wat weet ik al, onder
andere een kiek met ne lamme puùt
welke charel dat beestje had binne gebracht,
weet ik niet, in al geval het liep rond op de tafel en hof zijne puut op over
de gateau en liet een eitje vallen, ja, de carabeiners waren niet difficiel,
namen een stukje papier, een mes, krabte het eitje schoon af en terug aan t
smullen.
2de bedrijf: tafels en stoelen
vlogen door de venster t vestje in, gelukkiglijk t was stil water of anders
koste ze gaan vissen hebben aan t sluske achterkant van St.-Rochusstrotje, de
wonderbare visvangst begon, en dhaken waar Camiel zijn vleesch aan hing, want
hij was slachter, en koorde aan hingen, begon de concoer. Dat ze dien nacht in
t volkshuis niet geslapen hebben, weet ik zeker, toen woonde er Miel Van
Vlemmeren en zijn vrouw Emmerans, er zijn nog afstammelingen die er nog zulle
kunnen over mee praten en welk plezier ze hebben er van genoten. t was warm
weer, klaar licht, de vensters wijd open en van den over kant konden ze alles
goed afzien
3de bedrijf: we veranderde van
plaats van de restaurant naar de café met de 3 reuzen, ik zat in den hals van
de reus Mars, t was de kleine Trip en al zingende rond de café, ja, ik had al
rap die prop die in het gat stak waar de buis der stoof zat, gezien, rond
gedraaidt en getrokke, den eerste keer lukte het niet, ik dacht me achteruit te
trekken als ik die prop goed heb en den Trip heeft alles op zijn kadaver, maar
t was mis. Die schauw was in geen twee jaar gekuist en wel 2 emmers gelijk
ploefte het over onze kop de grond op. We kwamen er al erger vóór dan 2 schouw
vagers. De club des dix mannen, altijd gedienstig, liepen om eemers water en
borstels en op uw oogen open en toe erkende men de café en de mannen niet meer, zoo
min dan ik en Robert in plaats van vet of boter te gebruike, zooals we gewoon
waren te doen, namen we ook zeep en koud water en wierden we zwarter om
zwarter. juist op dien oogenblik kwam de vrouw binnen en alle man was aan t
lachen en met Cesar Heessens te zeggen: Gust is hier niet en ze zag me afkomen
dacht ze weer een werk van Cesar, na uitleg was de bui over ( ),
Hier een ander
sport waar ik deel van maakte: t was de carabijnschutters Club des Dix, eerst
bij den Thure Coppens kerkstraat en later bij mijn schoonbroeder Camiel Moens
Brusselsestraat waar we door een buis schoten in zijn slaapkamer om den afstand
regelmatig te kunnen zijn.
Ik maakte deel uit
dier maatschappij van voor 14, heb er verscheidene feestjes en schietingen
bijgewoond tot na 18, einde van den oorlog, met t ongelukkig gevolg waar ik
nimmer wil over spreken (de dood van Gustjes eerste vrouw, jp) en ben verhuisd naar Londen,
ik wierd buitenlands
eerelid gemaakt. De koningschieting greep plaats natuurlijk met een brokske
eten er bij. ik wierd uitgenoodigd, mogt mee eten, maar niet mee schieten, t
mocht geen buitenlands eerelid zijn
Ik kwam toch af,
de leden met hun Koning aan t hoofd stonden me af te wachte aan de statie ( ) Het gevolg van die koningschieting zullen we
maar daar late, tis al te lang geleden en ben terug naar Londen gevaren.
Onder de
carabijners waren bezondere goeie schutters, onder andere garde civiekmannen
zooals R. Vertongen, Jène Vertongen, Cesar Heessens, Jef Heessens, Felix
Heyvaert, Louike Lentdecker, Gustje Mestag, den Thuur om maar deze te noemen,
stond de club
opgeschreven voor schietinge zooals bij Boeykens Huyvelde nabij den ijzere weg,
doude en nieuwe kroon Zele of aan den anker café dicht bij t strùe huiske, t
mocht nog naar de vlammende keskes voor paling zijn, allen hadden schrik van
ons.
De schieting van
Appels wil ik nog eens vernoemen, ik was toen nog in Londen, t volgende had
zich voor gedaan bij Petje Camiel zooals men mijn schoonbroeder noemde, t was
Appels kermis, schieting bij Sacré op t zand en kreeg een uitnoodiging om te
komen schieten. In Londen bestaan er huizen waar alle sporten gedaan worden en
ik daarheen, er waren juist 2 Engelsmans naar blazoen schieten met carabijn, 2
vlak in de roos en 1 dichtbij
ik vroeg me dit
blazoen en stuur het op naar Dendermonde: Ge moogt me verwachte, zoo ben ik me
hier aan t entraineeren, kom met dien trein in Dendermonde en de mannen stonden
aan den trein en vertrokke gezaamentlijk naar Appels met bezoek aan eenigte kapelletjes.
T was den toer aan Club des dix en omdat ik buitenlands eerelid was, moest ik
eerst beginnen.
Pardon Heeren, wij
in Londen zijn niet gewoon te werken, dit wordt voor ons gedaan, wil zoo goed
zijn mijn carabijn te laden, ik was op dien oogenblik niet in staat het zelf te
doen. dit wierd seffens gedaan, ik had nog al last om te viseeren, eenige
kalseien tegen mijn voeten en ik stond vast en t was roos ook,
Ja, de mannen
hadden er moed op, we moeten onze voorman volgen en ze deden het ook. De tweede
ronde begon, t was wederom aan Gust, maar ik weigerde, ik zeg: ik ben hier niet
gekomen om de boeren hunne centen uit hunne zak te schieten, maar ik wist heel
goed dat ik het blazoen niet meer zou geraakt hebben. ten tweede, Cesar Heessens
was me in mijn ooren komen blazen, hier over in de danstent is een Engelse en
ik daar heen, t was bij Verstraeten, waarlijk er was een engelse die mee
gekomen was met haar twee kameraadjes, Marta Geerinck die ze in Londen had
leere kennen en Lewiske Huau. T was juist nen halve, dus voor niet, t is de
moment om te probeere, we draaide rond en bleven ronddraaien en dat er van
schieten niets meer in huis, kwam moet ge niet vragen. Maar dat we na dien alle
gezaamtlijk naar huis zijn gegaan, was zeker.
Bij ondernemingen
zegt men nog al eens: den dien of de geen heeft den eerste steen gelegd en zoo
was het met Cesar die de weg tot de liefde heeft getoond en t is later mijn
vrouw geworde.
Ik heb in Hamme
zelf op de velodrom gereden vóór de beroemde koereurs Van Hauwaert, Stol de
vliegende Hollander en de zot Buys, zoo als men toen Leon noemde. Het kuipke
was nog niet vol of Gustje Mestag was al met een prim van 2 fr. weg, geschonken
door Franske Roels, nen Hamse coereur die nog gekoppeld is geweest met De Neef
van Lokeren
Het velorijden was
ook mijn geliefkoost sport, vermits ik zelf op de velodroom van kareveld (in
Sint-Jans-Molenbeek, jp) heb
gereden op die kleine lattekes, er was geen koers of ik was er tegenwoordig
ik heb er Van
Hauwaert, Lapize, zoo wel als Karelke Verbist, Aerts achter motors wete rijden
en veel andere.
Parijs Brussel:
aankomst op Berchem St. Agatha ( ) waar ik Van Hauwaert zijn velo heb zien
wegsmijten, toen hij op t laatste geklopt was door Lapize Men verkocht er reeds
de photo van Van Hauwaert als overwinnaer, gans den doortocht hoorde men door
de luidspreker Van Hauwaert, Van Hauw. en nog Van Hauwaert en al met eens op het
plein Van Hauwaert met in zijn wiel Lapize, die op t laatste zijn wiel
vooruitsmeet en won.
Bij ronde van
Belgie reedt ik naar Antwerpen, Brussel en Oostende om de vóór match koersen te
zien en terug na de aankomst gezien te hebben naar Dendermonde. Den arrivé in
Oostende was gewonnen in de sprint toen ik er was door Vandenberghe.
Om een gedacht te
geven dat ik zoo wat in alle sporten dée, is t volgende: t was de eerste maal
dat de concoer in Luchtballonnen in Belgie plaats had, t was op het plein Berchem
St. Agatha, t regende gans den dag, maar Gust bleef tog altijd daar en kwam
maar terug naar Dendermonde, wanneer aangekondigd wierd: vertrek morgen om drie
uur. En of ik er weer stond, want ik moest het vertrek zien
Berchem is voor
mij een slecht aandenken, t was nen arrivé van de ronde van Belgie op Karreveld
t was schrommeleik warm en om beschermd te zijn van de zon had ik ne parasol
mee genomen, ik was al driemaal plat gevallen, veel tijd verspeeld, ik was geen
kwartier voor de aankomst toen de eerste coereurs me voorbij vlogen, en ik kon
niets anders doen dan bedrukkelijk naar huis keeren.
Het kaatsspel in
Dendermonde meer dan 50 jaar geleden
volgende ploeg
wijd en zijt gekend als beste kaatsers ploeg: Veraerts sergeant in den depot,
Camiel Moens slachter, Gabriel Baillon zoon der firma Baillon, Raymond Wielants
kassier bij Heyvaert ( ), Jules De Wolf koloniale waren, Fred Vermeir pachter
en Mil Goossens, zoon van De Platte uit de Palais
De volgende ploeg
was ook niet te verleggen: Mestag Leon mijn broer, Dieltjens Pierre
vertegenwoordiger Firma De Bruyn, Louis De Lentdecker ijzermagazijn, Pierre Van
Der Mijns brugge student in t Collège en kreeg altijd de toelating om mée te
spelen van den Superior Ledoux, ne waal onderofficier bij de piotte, en
Adjudant Vandermeir ook ne waal en bij de kanoniers.
En hier mijne
ploeg: Gustje Mestag, Paulinus wachtmeester kanonier geboorte Denderbelle, de
witte - zoo noemde men Louis De Rakker - brigadier bij de kanoniers, Fonske
Goossens, de broer van Mil ook ne Platte uit de palais en onze vervanger, de
kilo van St. Gilles stoker Machinist bij den ijzere weg
We zijn ook de
ploeg die laatst aangebleven zijn van de 32 ploegen en die laatst gespeeld
hebben op de Groote Markt
(naderhand zijn ze
verhuisd naar de Kerkstraat vóór t collège)
We bleven dus met
drie: Lebbeke, Hofstade en mijne ploeg, er wierd geloten, we komen eerst uit,
dan Lebbeke, dus Hofstade viel in den hoed
we speelde dus
tegen de ploeg van Hector Dubois, Honoré Mertens, Waegeman van Grembergen doch
schoolmeester in Lebbeke, Uitersprot van Buggenhout geleende man, en Jef De
Moor van Aalst, dien tijd mogt ge twee geleende mans nemen
We wierde bij t
Comiteit geroepen die ook jurijleden waren: de Heere Octaaf en Charles De
Leije, René Vertongen, René DHondt en Raymond Wielants
ze zouden gaarne
hebben dat we de prijze konde afspelen tegen Hofstade en zegde: ge moet uw
ploeg versterke, in plaats van kilo neemt Rieke Moens van Herdersem, wij zorgen
er voor en t kost geen centiem.
Het wierd gedaan,
we speelde, wonnen en de prijzen wierde afgespeeld. Dendermonde Hofstade. Het
is de laatste maal dat de wijme schermen vóór de vensters van t stadhuis zijn
geplaatst, als ook deze van de Wwe Bijl en dat de stedelijke
harmonie op die houte kiosk voor kaatsspele heeft moete blaze.
Er was
schrikkelijk veel volk, Hofstade had zich nog versterkt en kwam op met Jef
Moreau, Fr. Verheijde (de slinke), Van Nest van Herp, Jef De Moor en de Lep van
Aalst en mijn ploeg met Moens.
Fonske die altijd
roeiman hadt gestaan, wilde absoluut kleine kier spelen, een plaats die ik gans
mijn leven had gedaan, zelf jaren lang als vervanger bij de gebroeders Moortgat
uit de boomwijk en waar ik verscheidene prijzen heb mee helpe winnen
ik stond mijn
plaats af en t spel begon. Fons speelde slecht, maar wilde van geen verandere
weten, we stonden 0-6, mil zijn broer sprong van tussen t volk, nam Fons hupt
en geknupt op en zet hem op mijn plaats en ik kleine keer, t spel erneemt en
we spelen 6-6 toen 7-6 en t 8ste verliezen we, dus rust.
Moens gaat bij
Moreau: in t kaatsspele was dit kat en hond. Jef, durf ge wedde dat Ge verloren
zijt, maar Moreau durfde niet, t was nog goed afgeloope voor Henri, want we
zijn er verloren met 14 spelen gelijk, en de laatste bal ging 2 maal om en
weer, de Witte had maar zijn hand tege te legge, de kaats lag achter hem en
slaat den bal over de meet, dus mauvaise en we waren verloren.
De stedelijke Harmonie had het lastig voor
de laatste maal, want er moest 30 maal gespeeld worden, hetgeen na elk gewonne
spel gebeurde, en zoo eindigde de kaatspelen op de Groote Markt tot tijdens den
oorlog 14-18
Zoo was er ne
Zondag foetbalmatch te Grembergen, t was vóór de middag, zwart Immy (vrouw die
Gustje nogal eens inlicht over toekomstige Duitse acties, jp) komt
bij mij: Nonkel Gust, zegt ze, verwittigt uw vrienden, want er wordt control
gemaakt door den duits op het plein, ( ) ja, ik wist dat er verscheidene zouden
gepakt worden, want er waren mannen die regelmatig de match bijwoonde en Gust
was weer de velo op en de mannen gaan verwittigen niet naar Gremberegen te
komen, er is control vandaag.
Rap geëten en naar
Grembergen om deze te verwittigen van buite de stad, binds de match liep ik nog
eens rond om te zien of ik geen achterblijvers zag.
De match was maar
aan gang of Duits en zwarte deden hun verschijning op het plein en alles wierd
afgesloten. ( ) of er mannen genomen zijn, weet ik niet, mijn dienst was gedaan
zonder commandement en zonder witte brigade, man alléénlijk, eige voldoening. En wilt ge nu nog eens weten wat ik nog deed binds den oorlog, wel te verstaan
den 2de, vraagt dan eens aan Victor Goossens, gepensioneerde
onderofficier, hoe dikwijls per dag ik naar de radio kwam luisteren en we van
kamer zijn moeten verhuizen en er goed nieuws kwam uit Frankrijk, hoe dikwijls
Gustje Mestag Ma Normandie zong dat men beneden (want we waren al op t
eerste versukkeld met onze radio) dacht: t is Frankrijk dat zingt, kwam ik
niet klaar bij de Fikke, ik walste weg naar Jef Bijl, zijn echte naam was Jef Van
Damme, maar daar was het gevaarlijker, rechtover woonde Jan Verriest, ne zwarte,
maar Jef trok het hem niet aan,
Goed nieuws? hij
gaf volle gaz met den brabançone, ik had al wel te zeggen: kom het aan doore
van Jan, we zitten er allemaal tussen, er was niets aan te doen.
ik dacht niets dan
vrienden te tellen en toch was zulks niet waar, op zekeren dag kwam er nen
naamlozen brief bij de veldgendarmerie astridlaan over mij, juist zooals binds
den eersten oorlog met dit verschil toen wierd ik verwittigt door nen duitsen
officier, zekere Bisshofs, die nevens mij zijn appartement had en niet kon
lijden dat de belgen naamloze brieven stuurde en nu door nen agent van politie,
die zijn orders moest gaan nemen. Den duits ( ) had dien brief op zijn pupiter
laten liggen en Verhas, want t was hij, had t volgende kunnen lezen: Het huis
van Mestag moet dag en nacht bewaakt worden, t is lokaal der wite brigade en
hij staat aan t hoofd
( ) Dus Verhas is
direkt naar huis gegaan, zich in burger gezet en me komen verwittigen: Gust,
als ge soms t een of t ander hebt uit England, maak het weg, want ge kunt al
oogen blikke de duitse politseij krijgen
Het verbranden van
papieren was het werk van de vrouw, beelde en t overige was het werk van Gust
zijn hamer om het zoo klein mogelijk te maken, ne zak in en recht naar t land
van den akker, alwaar ik de ransels van de brusselse garde civik mannen hadt
ondergedolven die ze bij mij thuis hadden achtergelaten binds den oorlog 14-18.
Al mijn voorzorgen
waren dus goed genomen dank zij Charel.
Ik durf verzekeren
dat Kentering een club is buiten alle politiek en ik er geen deel zou hebben
van gemaakt in geval het tegen overgestelde, sedert den oorlog 14 heb ik niets
anders deel uitgemaakt dan van onpartijdige maatschappijen en altijd de meeste vriendschap
mèe ondervonden, en zóo is Kentering ook
Met hart en ziel
was ik spelend lid zoo lang ik kon, en met groot spijt heb ik moeten stop
zeggen, er blijven me nog de zoete herinneringen over van herhalingen en
vertooningen en ik hoop dat men iemand in de maatschappij zal vinden die Gustje
zal kunnen vervangen in geval van tombola en kaarten verkoopen, dit is mijn
vurigste en laatste wens.
Ik herinner me nog
heel goed ons vertooninge binds den laatste oorlog in Moerzeke, regen, kar en
paard, t water meer binnen dan buiten, en we moesten er toch door, kaarte
verkocht, de zaal bom vol, we speelde Hare Hoogheid wil niet trouwen, onze
naam was ginder gemaakt en hadde ne schromelijke groote bijval en zoo dikwijls
we naar Moerzeke vertooning kwamen geven, hoorde men anders niet dan t is de
groep van t Prinseske en Erna. Het volk was ten uiterste tevrede, maar wij
niet, we moesten terug naar de stad met een vlaag regen op onze cadaver.
De volgende keer
was het slechter, we waren aan t spelen, was het nu Gasparone of de Graaf
Van De Luxemburg, juist durf ik het niet zegge, maar wat ik weet dat het den tijd
was van de vliegende bommen en de zaal weer stampvol, ik was juist op de koer
toen er nen bom overkwam en ontplofte in Baesrode, ik had het goed gehoord,
zweeg om geen paniek te verwekken, maar verwittigde toch de spelers en t is
maar na het einde dat het publiek geweten heeft wat er voor gevallen was.
Daar kentering de
eenigste operette gezelschap hier in de stad was en met eige volk speelde, zoo
als George Dierickx, Fredje Lentdecker, de Vander, Antoinette en Celineke De
Deijn om maar deze te noemen en onder t Voorzitterschap van mijne vriend
Willem De Decker, broeder Alexis en Pa Armand en kentering altijd onder de
beste vriendsbanden werkten, waren we hier de geliefkoze en overal welkom zoo als
in Schoonaerde, Berlaere, Baesrode, Appels, Lebbeke, Zele waar we ook eens van
de oorlogsbrokke hebben gedeeld. ( )
Welke moed die
maatschappij gehad heeft om den oorlog door te brengen. Vooreerst t was om
ontspanning te bezorgen voor het volk en door ons volk, we mochte geen ander
stukken spelen dan gecensureerde, vooral geen joodse of Franse schrijvers, voor
herhalingen moesten we toelating hebben om later op straat te zijn, want we hadden
toen twee leden uit Lebbeke, ik zal ze hier maar noemen: t was onze Jan en
Hector, t waren onze beste oppassers niet tegenstaande ze begonnen als
figuranten en later als acteurs In alle weer en het zij regen, wind, hagel,
sneeuw, vorst, ons Lebbekaars waren daar en altijd van de eerste, ik heb ze nog
wete komen bij ijzel met hun kousen over hun schoenen zonder morren omdat de
leden van de stad niet waren opgekomen
( ) Ne volgende
avond waren we terug aan t repeteeren, t was in de Roxy, toen vliegers
overkwamen en hun eitjes liete vallen, juist achter de statie, al ons spelers
waren ook verdwenen, ik stond nog alleen in de zaal, ik dacht: de kelders zijn
groot genoeg, ze zullen daar wel schuil vinden en ik blijf hier.
Zekeren avond
gaven we vertooning in Zele, prachtig weer, t was weer t zelfde spel met de
vliegers, de vertooning liep ten einde, alles was ingepakt en t was of
Dendermonde stond in brand, schooner vuurwerk kon men zich niet voorstellen, we
vertrokken met kloppend hart en buiten Zele ( ) vernamen we maar eerst dat het
t afweergeschut van Antwerpen was dat naar de vliegers der bondgenoten schoot
en toch ging kentering zijn weg voort. ( )
De vertooning in
schoonaarde t was op ne Maandag, een autocar was aangesproken en in pan
gevallen, van schoonaarde telefoneerde men gestadig: waar blijft Kentering, t
volk is ongeduldig en wij van hier zonder nieuws van de garagist, ik stuurde
Nancy, mijn vrouw, bij den overste der Engelse - hier waren we al bevrijdt - ons
geval uitgelegd en er wierden aanstonds twee chauffeurs gecommandeerd die
moesten gratis de reis naar schoonaerde doen. Binds den tijd dat de chauffeurs
om de wagens waren, was men bezig met grimeeren aan deze die eerst moesten
opkomen, alsook de kostumeering en we kwamen juist in tijds binnen, want ne
gewone chauffeur zou in zoo een record tijd dien afstand niet kunnen berijkt
hebben. De plank op en aan den trok en alles liep goed van stapel.
De braderij in de
Dijkstraat, daar kan Mr De Herde best over mêespreken, hij was toen
Voorzitter van het comiteit en is me komen vragen: Gustje, uw harmonie is
onpartijdig, zou ik niet mogen rekenen op uwe medewerking en mijn antwoord was:
welken dag en uur, mijn mannen zullen er tegenwoordig zijn, tot wanneer moeten
ze spelen, moest ik niet vragen, mijn artiste vroegen niet beter zoo lang
mogelijk muziek maken, hier moet ik bij
voegen Mr De Herde had mijnen tamboerslager, Emiel Van Gool, al
aangesproken en was al verzekerd van den uitslag. Het huis nevens Pier Coppens,
ne verkens slachter, stond leeg, wierd ingericht om concert te geven met
uitzending per radio, ik en nog eenige vrienden lieten eenige liedjes horen als
afwisseling en na ons volledig program uitgevoerd te hebben, maakte we een
wandelconcert in de wijk langs alle kanten toegewijfd.
Hoe lang dit heeft
geduurd, weet ik niet en aan den Heer Bestuurder van de Banque dAlost wil ik
dit niet gaan vrage, het is toch al zoo lang geleden en sedert dien tijd heeft
dien vent al zoo veel aan zijn ooren gehad.
Het heeft niet
lang geduurd of ik had weer zijn bezoek, ge moet me nog eens uit den nood
helpen, t was Mijnheer August, de passerel moet ingehuldigd worden, er zijn
volksspelen, zonder muziek gaat dat niet. ( ) ik had zelf niet noodig mijn
muziekanten te raadplegen, zeg me datum en uur en ge moogt op ons rekenen.
Bij de inhuldiging
op gestelde uur kwam Gustje al spelende met de Marche Sambre et Meuse aan bij Mr
De Herde waar het comiteit ons stond af te wachten en stoetsgewijze naar de
passerel, alwaar Heer Alfons Goossens het lint doorsnee onder t spelen van den
brabançon. Na t einde van de ceremonie wierd er door mijn harmonie een aubade
aan den Heer Voorzitter en leden van t comiteit gebracht, de gevolge kunt ge
zelf wel denken, telken male er een potje wierd gedronken met muziek rond
astridlaan, dijkstraat en Bogaerdstraat wierd er gesignaleerd voor de volgende
café, altijd nieuw leven in de wijk. In de Veerstraat hadden ze ook
volksfeesten ingericht, maar van niets en over niets gesproken en op hun program
stond hulde betoon aan Peeke Mertens, den oudsten inwoner van de Veerstraat, die dachten t is gedaan met de passerel, dat muziek komt bij ons, niemand was
aangesproken en ik was in regel met de kant Bogaerdstraat en volgde wat me was
opgelegd. Het comiteit met muziekanten waren ons goed aan t amuseeren bij Irène
Bal tot Guillaume Pets kwam binne gestormd met een franse coleire: eh wel, waar
blijfde, we wachte al zoo lang.
Wat schilt er, man?
waar blijft die
serenade van Peeke.
Wie hebt u er voor
aangesproken en ik ben in accoord met den Heer Bestuurder voor deze kant. Ik
moet nog een aubade geven aan Jean De Groote en t word toegestaan; komen we
naar de Veerstraat, maar eerst ne kleinen halt Kasteelstraat bij P. Rooms