GEVAARLIJKE TOESTANDEN TIJDENS WO IIxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zoo was er ne
Zondag foetbalmatch te Grembergen, t was vóór de middag, zwart Immy (vrouw die
Gustje nogal eens inlicht over toekomstige Duitse acties, jp) komt
bij mij: Nonkel Gust, zegt ze, verwittigt uw vrienden, want er wordt control
gemaakt door den duits op het plein, (
) ja, ik wist dat er verscheidene zouden
gepakt worden, want er waren mannen die regelmatig de match bijwoonde en Gust
was weer de velo op en de mannen gaan verwittigen niet naar Gremberegen te
komen, er is control vandaag.
Rap geëten en naar
Grembergen om deze te verwittigen van buite de stad, binds de match liep ik nog
eens rond om te zien of ik geen achterblijvers zag.
De match was maar
aan gang of Duits en zwarte deden hun verschijning op het plein en alles wierd
afgesloten. (
) of er mannen genomen zijn, weet ik niet, mijn dienst was gedaan
zonder commandement en zonder witte brigade, man alléénlijk, eige voldoening. En wilt ge nu nog eens weten wat ik nog deed binds den oorlog, wel te verstaan
den 2de, vraagt dan eens aan Victor Goossens, gepensioneerde
onderofficier, hoe dikwijls per dag ik naar de radio kwam luisteren en we van
kamer zijn moeten verhuizen en er goed nieuws kwam uit Frankrijk, hoe dikwijls
Gustje Mestag Ma Normandie zong dat men beneden (want we waren al op t
eerste versukkeld met onze radio) dacht: t is Frankrijk dat zingt, kwam ik
niet klaar bij de Fikke, ik walste weg naar Jef Bijl, zijn echte naam was Jef Van
Damme, maar daar was het gevaarlijker, rechtover woonde Jan Verriest, ne zwarte,
maar Jef trok het hem niet aan,
Goed nieuws? hij
gaf volle gaz met den brabançone, ik had al wel te zeggen: kom het aan doore
van Jan, we zitten er allemaal tussen, er was niets aan te doen.
ik dacht niets dan
vrienden te tellen en toch was zulks niet waar, op zekeren dag kwam er nen
naamlozen brief bij de veldgendarmerie astridlaan over mij, juist zooals binds
den eersten oorlog met dit verschil toen wierd ik verwittigt door nen duitsen
officier, zekere Bisshofs, die nevens mij zijn appartement had en niet kon
lijden dat de belgen naamloze brieven stuurde en nu door nen agent van politie,
die zijn orders moest gaan nemen. Den duits (
) had dien brief op zijn pupiter
laten liggen en Verhas, want t was hij, had t volgende kunnen lezen: Het huis
van Mestag moet dag en nacht bewaakt worden, t is lokaal der wite brigade en
hij staat aan t hoofd
(
) Dus Verhas is
direkt naar huis gegaan, zich in burger gezet en me komen verwittigen: Gust,
als ge soms t een of t ander hebt uit England, maak het weg, want ge kunt al
oogen blikke de duitse politseij krijgen
Het verbranden van
papieren was het werk van de vrouw, beelde en t overige was het werk van Gust
zijn hamer om het zoo klein mogelijk te maken, ne zak in en recht naar t land
van den akker, alwaar ik de ransels van de brusselse garde civik mannen hadt
ondergedolven die ze bij mij thuis hadden achtergelaten binds den oorlog 14-18.
Al mijn voorzorgen
waren dus goed genomen dank zij Charel.
|