GUSTJE OVER ZIJN VADER POLLEKE MESTAG EN OVER DE FAMILIE
Pol was weduwenaar met 2 kinders en coiffeur, toen hij voor de tweede maal huwde. En ik denk dat zulks per contrakt is gegaan, want er kwamen nog 5 kinders bij en zulks alle 2 jaar met verschil van 1 tot 2 maand. Ons huisgezin bestond toen uit 10 personen: Pa en Ma, Irma en Charel uit het eerste huwelijk. Marguerit, Leon, Jules, August, Cesar, uit het 2de huwelijk, en petje Braeckman, nen gepensioneerde ijzer weg bediende die bij ons een handje toestak in de keuken en slaapkamer had in de Kerkstraat bij Pier Van Soen, dit was onzen bakker.
Hier hebt Ge nu het gezin, compleet, en om dien groep groot te brengen moest er bij dien coiffeur stiel wat bij gedaan worden en Polleke, zooals men toen onze Pa noemde, en Mathilleke voegde er nen bazar winkel bij alsook rookgerief, cigaren, cigaretten en tabak. Van dien artikel maakte onze Pa gebruik want toen er geen clieente in de salon de coiffuur waren, stond hij aan de deur met een ferme cigaar in zijn bek, want Pol was ne ferme rooker. (
)
Alvorens voort te schrijven moet ik eerst de familie Mestag beschrijven, want dit waren echte Dendermonse tippen. Hier zijn de bezonderste: natuurlijk Pol en zijn broer Cobe, geweze mijnmeester en zijn vrouw Louise die de ziekte van haar man hadt opgenomen, hun zoon Cesar, dokter te Deurne Antwerpen, en kozijn Bertinus Mestag, laters pater in dAbdij te Dendermonde.
Nu ga ik voorts met Polleke. Beroemd geweest in en buiten de stad drie tot 4 uur in t rond. Mocht Ge van t klein bazarke spreken, zoowel klein of groot, ze zouden u wel gezegd hebben: ah, bij Polleke Mestag, die woont aan de denderbrug, dien aardige, die weet altijd iets te zegge. Dit is da Coiffeurke die t haar op de denderbrug kon doen groeien waar ook vele mensen hebben komen naar kijken. Dit kon niemand nabootsen, want t was zijn brevet, merk baume capilaire, zoo wel dienende om grijs haar zwart te maken (en, jp) beroemd zoowel in Belgie als in Nederland. Spijtig dat Pa zijn secreet niet heeft bekend gemaakt aan zijn 2 zoons Charel en Leon die ook den coiffeurstiel hadden aangenomen. Niemand mocht in t achterplaatse komen als hij aan de preparatie bezig was. Eens heb ik de gelegenheid gehadt, want om naar de W.C. te gaan, moest men door het klein plaatske gaan en W.C. stond op t eerste kant van den dender en ik zag juist Pa doore van eiers mengelen in azijn, t was juist al wat ik kon te wete komen.
|