WO I: DE DUITSERS VALLEN DENDERMONDE BINNENxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We zijn in t begin van den oorlog 14-18. De kanoniers met hun kanonnen vluchten uit Lebbeke, ze zeggen hier in Dendermonde wel, tis Lembeek dat beschoten wordt, maar de soldaten wisten het beter. De Staf, met aan thoofd géneral Michel en deze der garde civiek, waren vereenigd op het stadhuis, ik zien nog den adjudant der garde civiek (die zijn bakkerij had recht over mijn atelier) al wenend naar huis loopen, de muit van zijn canari vogel open zetten, laten vliegen en bijna zoo snel mogelijk loopen als dat beestje vliegen om over de veerbrug te gerake, want t was de vlucht naar Grembergen, Zele, Lokeren enz.
Ik stond aan mijn deur, toen ik het laatste commandement van Michel hoorde, retourné, retourné, vous nentendez pas ce sont nos canons qui tonnent, maar ten duurde niet lang of pak en zak den auto in en generaal was weg.
T was juist een uur geleden dat de facteur me nen brief bezorgde van mijn vriend Jozef De Leije, gestuurd uit de Congo. en ik ben bijna zeker dat ik een der laatste ben die over de veerbrug zijn geweest, toen de brug door onze soldaten was gesprongen, wel te verstaan ne meter vierkant. want t zijn de duitsers zelf die dachten dat het gros van t leger den overkant van t schelde zaten die de brug hebben doen springen, want t was ne klop.
Ik kwam van Lokeren waar we gevlucht waren, was juist in Zele op weg om naar Dendermonde te komen, toen de duitsers de brug deden springen. Ik vergeet te zegge dat bij den eersten inval de plundering reeds begonnen was, zoowel door duitsers dan door burgers. (
) Mijn atelier was gespaard gebleven, ik nam aanstonds materiaal en begon de deur van mijn broer Cesar toe te nagelen en te bezette met planken, t zelfde bij Trientje Gijssels, een snoepwinkel, bij de Piscordé, bij De Munck (oud huis Pero), bij Janneke Verlaekt waar nog een kat ingesloten zat in de kelder (
) en dan moest ik zelf gaan loopen om over de veerbrug te geraken, want de Duitsers waren al over de koornaert. Na t springe van de brug is de staf terug bij de stad gekomen, tis te zeggen bij den brouwer Wapenaer te Gremberge, alwaer ik zelf verscheidene malen om een bewijs heb moeten gaan om in de stad te geraken, want ge moest kunnen bewijzen dat uw huis nog bestond, dus niet afgebrand was, en ge moest op uur over en terug met de boot overgezet worden en dit heb ik kunnen doen tot de 3de inneming van de stad en toen zijn we versukkeld naar Blankenberghe en Holland Breskens.
|