De belangrijkste regel tijdens de Palio is: Het is niet belangrijk hoe je wint, het is belangrijk dat je wint ! Corruptie is daarom aan de orde van de dag en zelfs toegestaan. Zo bood één van de wijken eens 200.000 aan elk van de andere wijken om maar te winnen. Een voorstel overigens waar niet op ingegaan werd. De jockeys worden streng bewaakt door de wijken en dat houdt in dat zij voor de Palio geen deals kunnen sluiten. Omkoping doen zij echter niet uit eigen beweging, maar in opdracht van hun capitano.
Direct na de loting beginnen vlak voor de start de onderhandelingen tussen de fantini, waardoor de start soms wel drie kwartier moet worden uitgesteld.
Negen paarden staan tenslotte naast elkaar en één paard moet van een paar meter daarachter starten.
Wanneer er eenmaal is gestart is zo goed als alles toegestaan. Ze mogen elkaar de bocht afsnijden, elkaar met de zweepjes slaan etc. Wanneer de winnaar bekend is, snelt de hele wijk in de richting van het paard, dat heftig geknuffeld wordt. De Palio wordt in ontvangst genomen en al zingend trekt men dan naar de eigen wijk, waar een feest los barst, dat even lang duurt als de wijk overwinningen heeft. Gemiddeld betekent dit 40 dagen feest !!!
De Palio is zó belangrijk, dat een Italiaans spreekwoord zelfs luidt: " Chi dice Siena, dice Palio" ( Wie Siena zegt, zegt Palio) . Dit spreekwoord wordt gebruikt om aan te geven als twee zaken onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Men kan het ene niet zonder het andere noemen.
Siena is bekend om zijn paardenrace op de Piazza del Campo, die Il Palio wordt genoemd. Een palio is het vaandel, dat na afloop van de race aan de winnaar wordt uitgereikt. Deze race wordt sinds 1287 jaarlijks georganiseerd op 2 juli en is later uitgebreid met een tweede race op 16 augustus en gaat tussen de 17 wijken van Siena.
Aan de Palio kunnen echter maar 10 deelnemers meedoen : zeven deelnemers zijn verzekerd van deelname omdat zij niet hebben deel genomen aan de vorige wedstrijd en de drie overige worden door loting aangewezen.
De race bestaat uit slechts drie ronden over het Piazza del Campo en duurt derhalve maar enkele minuten. Het record staat op 1 minuut en 13 seconden !
Het parcours kent een paar scherpe bochten en het gebeurt vaak dat ruiters van hun paard vallen, want zij berijden de paarden zonder zadel. Dit heeft trouwens geen invloed op de uitslag want het paard (met of zonder ruiter), dat als eerste over de finish gaat bepaalt de winnende wijk.
Honderd dagen voor de Palio beginnen in de wijken al de voorbereidingen. Eerst wordt een leider (capitano) gekozen en vervolgens moeten de duizend tot twee duizend inwoners van elke wijk een financiële bijdrage leveren voor de jockey, die door de leider wordt aangetrokken. Zon jockey, die fantino wordt genoemd is een professional die tussen de 60.000 en 200.000 (!) kan verdienen, afhankelijk van zijn ervaring en eerdere overwinningen.
De paarden worden niet gehuurd, maar door loting aan de wijken toegewezen. Daar de paarden niet tot de top behoren, speelt de geluksfactor een grote rol.
Het Piazza del Campo wordt een week van tevoren in gereedheid gemaakt voor deze race. Langs de kant worden tribunes geplaatst en de piste wordt met hard zand uitgezet. Drie dagen voor de race zijn er dagelijks repetities om met de paarden het parcours te verkennen, maar de fantinos laten begrijpelijk - niet het achterste van hun tong zien tijdens deze repetities.
Sienas kathedraal stamt uit de 12e eeuw en vormt een van de grote voorbeelden van de Italiaanse gotische architectuur. De belangrijke voorgevel werd in 1380 voltooid. Doordat tijdens de bouw de pest (zwarte dood) uitbrak, verdween al het geld uit de stad. Jammer, want als de plannen voor de oorspronkelijke bouw zouden zijn uitgevoerd zou deze Duomo de grootste kerk van de christelijke wereld zijn geweest ..
Het Piazza del Campo is gebouwd op een stuk grond, dat ooit een open veld was. Vandaar de naam campo. Dit plein is één van de beste voorbeelden van wereldlijke architectuur en ligt precies op het punt waar de drie heuvels, waarop Siena is gebouwd, samenkomen. De omringende gebouwen werden gebouwd na 1297, nadat het gemeentehuis ( Palazzo Comunale) werd gerealiseerd. Ontwerpers kregen de opdracht om een mooi ontwerp te maken voor het gebied rond de regeringsgebouwen.
Met het plaveien van het halfronde plein werd in 1327 begonnen en kwam uiteindelijk gereed in 1349. Het schelpvormige plein is onderverdeeld in negen velden, die verwijzen naar de Raad van Negen, die Siena in de 13e en 14e eeuw bestuurde. Het is het centrum van de stad en alle belangrijke straten eindigen op dit plein.
Aan het plein ligt ook de Fonte Gaia, een fontein met reliëfs van ene Jacopo Querica. Het verfrissende en drinkbare water wordt aangevoerd door een 500 jaar oud aquaduct. Daarnaast trekt de hoge 102 meter hoge Torre del Mangia, de campanile van Siena, de aandacht.
Twee keer per jaar vindt op dit plein de Palio, een paardenrace, plaats, maar daarover later meer.
Siena. Na San Gimignano reizen we naar één van de mooiste Toscaanse steden, Siena, de hoofdstad van de gelijknamige provincie in Toscane.
Siena was een Etruskische nederzetting en later een kleine Romeinse stad. In de vijfde eeuw na Chr. werd het ook de zetel van een bisschop, maar echt van belang werd de stad toen een autonome commune de aristocratische regering verving. De republiek van Siena moest niet alleen politiek gezien steeds worstelen tegen Firenze, ook op het gebied van de kunsten waren zij elkanders rivalen.
In 1348 werd Siena zwaar gehavend door de zwarte dood en heeft daarna haar oude glorie nooit terug gekregen. Wel behield het haar autonomie binnen Toscane tot het jaar 1557.
Siena heeft ook een universiteit, die al in 1203 werd opgericht. Deze is vooral tot op de dag van vandaag vermaard door haar faculteiten rechten en medicijnen, alsook door de menswetenschappen.
We verlaten de stad Firenze, alhoewel er vanzelfsprekend nog veel over valt te vertellen, om ons te begeven naar het Middeleeuwse stadje San Gimignano, dat ongeveer 50 km. ten zuidwesten van Firenze op een hoogte van plm. 300 meter ligt.
Het stadje is al vanuit de verte herkenbaar door zijn vele torens. Deze torens waren vroeger particuliere verdedigingswerken om zich te kunnen verschansen in de onderlinge strijd tussen de aanzienlijke families.
Ooit waren hier meer dan 70 torens, doch er zijn nu nog 15 van over.
In de 12e en 13e eeuw beleefde deze stad zijn grootste bloei als marktplaats, maar ook als doorgangsstad voor pelgrims op de route naar Rome. Rond de stad zijn nog steeds de stadsmuren aanwezig, die het echter niet konden verhinderen dat de stad in het midden van de 14e eeuw onder de Florentijnse overheersing kwam.
Sindsdien verloor het stadje zijn politieke betekenis en door het veranderen van de doorgaande routes tevens zijn rol als marktplaats. Het heeft gelukkig wel tot gevolg gehad, dat het zijn Middeleeuwse karakter tot op de dag van vandaag heeft kunnen behouden.
Op bijgaande foto de Porta San Giovanni, de toegangspoort tot de autoloze stad. Dit is een goed bewaarde stadspoort.
In tegenstelling tot de andere plaatsen, die we bezocht hebben, is San Gimignano een oase van rust, doordat hier geen auto's worden toegelaten en dat maakt het bezoek aan deze stad des te interessanter
Deze foto geeft de Piazza della Cisterna weer. Een cisterna is een regenput. De cisterna, die tot op de dag van vandaag nog wordt benut, is midden op de foto te zien op dit driehoekige plein omzoomd door Middeleeuwse huizen.