Door het vervroegen van de syndicale verkiezingen houdt minister Demotte in zijn eentje de huisartsen in de wurggreep van de gemengde syndicaten. hun terechte eis voor erkenning als huisartsensyndicaat en recht op eigen beroepsverdediging zetten de huisartsen nu kracht bij in een petitie die ook door patiënten kan ondertekend worden op www.svh.be (BRON : http://www.medinews.be)
Onderzoekers van het UMC St. Radboud en het Donders Centrum hebben door MRI-opnamen van de hersenen kunnen aantonen dat patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) minder grijze stof in de hersenen hebben.
Ze hebben de hersenen van gezonde proefpersonen vergeleken met de hersenen van CVS-patiënten. Het resultaat van dit onderzoek bevestigt de stelling dat er bij CVS sprake is van een afwijking in de hersenen. Het is echter volgens de onderzoekers nog niet duidelijk of het waargenomen verschil wel de oorzaak is van CVS dan wel het gevolg. Prof. dr. J. van der Meer (Hoogleraar interne geneeskunst die deel uit maakte van het onderzoeksteam) is van mening dat de Nederlandse minister Hoogervorst van Volksgezondheid niet meer kan volharde in zijn stelling dat CVS geen ziekte is. Het is nu duidelijk, dat er een duidelijk lichamelijk verschil is aangetoond tussen mensen zonder en met CVS. In de Tweede Kamer heeft zich een meerderheid voorstander getoond van erkenning van CVS als een officiële ziekte. De kamer heeft het standpunt van de gezondheidsraad gevolgd. Hoogervorst heeft herhaaldelijk deze erkenning geweigerd. Hij heeft zijn weigering meer gebaseerd op het standpunt van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie).
Over het algemeen genomen vindt de kamer dat de minister het advies van de gezondheidsraad ten onrechte naast zich neer heeft gelegd. Erkenning van ME (zo staat het syndroom bekend) zou leiden tot duizenden WAO-aanvragen, wat weer miljoenen kan gaan kosten. (BRON : Zorgkrant.nl)
Intravaginale electro-stimulatie helpt bij chronische bekkenpijn
Uit een klinische trial, gepubliceerd in J. Reprod. Med. (2005 Apr., 50-4: 267-72), blijkt dat intravaginale electro-stimulatie zeer effectief is met betrekking tot de pijnbestrijding bij vrouwen met chronische bekkenpijnen (Chronic Pelvic Pain - CPP).
Het onderzoeksteam van het "Department of Obstetrics and Gynecology" van de Universidade Estadual de Campinas (Brazilië) evalueerden tussen mei 2002 en februarie 2004, 24 vrouwen met CPP. De behandeling bestond uit 10 behandelings-sessies van een 30-minuten durende intravaginale electro-stimulatie, en dit met een frequentie van 2 à 3 behandelingen per week. De pijn werd steeds vóór en na de behandeling geëvalueerd aan de hand van "visual analog scale". Tevens werd de pijn geëvalueerd na 2 weken, 4 weken en 7 maanden na het beëindigen van de behandelings-sessies. Het onderzoek toonden aan dat deze vrouwen significant minder klachten hadden na de behandeling.
Wenst u meer informatie over bekkenbodem-rëeductie, neem dan gerust een kijkje op de website van de kinesitherapeuten, gespecialiseerd in pelvische reëducatie : B.G.K.V.G.P.R.
Uit een gerandomiseerde studie van de British Medical Journal (BMJ) blijkt dat patiënten met spanningshoofdpijnen baat hebben bij acupunctuur doch daarbij hoeven niet persé de klassieke acupunctuurpunten aangeprikt te worden.
In het onderzoek kregen 270 patiënten óf acupunctuur óf oppervlakkige acupunctuur op 'niet-acupuntuurplaatsen' óf patiënten werden op een wachtlijst geplaatst. De patiënten uit de eerste twee groepen hadden in 9 tot 12 weken na randomisatie respectievelijk 10 (acupunctuur) en 11 (nep-acupunctuur) dagen hoofdpijn, terwijl de patiënten op de wachtlijst gemiddeld 16 dagen hoofdpijn hadden. De onderzoekers verwachten dat deze acupunctuur toch een rol speelt bij het effect op spanningshoofdpijnen waarschijnlijk als gevolg van het placebo-effect.
De studie stond onder leiding van Klaus Linde van het Centrum voor complementair onderzoek van de Technische Universiteit München.
Uit een eerdere studie van Linde (MC 19/2005: 809) blijkt dat bij patiënten met migraine nep-acupunctuur even goed werkt als echte acupunctuur. BRON : www.zorgkrant.nl
In de media is de laatste tijd aandacht besteed aan cafeïne. Het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) zou de overweging hebben om cafeïne weer op de dopinglijst te zetten. Dit omdat aan het licht was gekomen dat een aantal Australische sporters cafeïne inneemt om prestaties te verbeteren. De discussie laait weer op: Moet cafeïne toch weer terug op de dopinglijst?
Wat is cafeïne? Cafeïne vormt een natuurlijk bestanddeel van diverse producten die we dagelijks consumeren, met name koffie, thee en cola, maar ook chocola en bepaalde energiedrankjes. Cafeïne is ook bekend onder de benamingen coffeïne, guarana en 1,3,7-trimethylxanthine. Daarnaast wordt het regelmatig in voedingssupplementen verwerkt, vaak als kolanoot of groene thee extract. Meer informatie over cafeïne kun je vinden op: http://coffeefaq.com/caffaq.html
Werking Veel mensen hebben een kop koffie nodig om wakker te blijven. Dit komt omdat de stof een stimulerende werking op het zenuwstelsel heeft. Cafeïne behoort tot de groep van stimulantia. De meest gerapporteerde effecten zijn een verhoogde alertheid en waakzaamheid alsmede een verminderd vermoeidheidsgevoel en een verkorte reactietijd. Cafeïne wordt snel in het bloed opgenomen en heeft tevens een vochtafdrijvende werking. Het vormt vaak een onderdeel van afslankproducten ook vanwege de stimulerende werking. Voor duursporters kan cafeïne interessant zijn vanwege de verhoogde afbraak van vrije vetzuren en het daarmee samenhangende glycogeensparende effect. Onlangs is er ook onderzoek met cafeïne uitgevoerd, waarbij de resultaten aangaven dat cafeïne het tempo versnelt waarin het menselijk lichaam koolhydraten opneemt. Kortom, cafeïne kan prestaties verbeteren.
Cafeïne en de dopinglijst Uit verschillende studies is gebleken dat cafeïne prestatiebevorderend is, maar betekent dit ook meteen dat het op de dopinglijst hoort? Tot januari 2004 stond cafeïne op de dopinglijst. Het International Olympisch Comité (IOC) stelde toen een limiet aan het gebruik van cafeïne door sporters vast. Op de IOC-lijst was een grenswaarde vastgesteld voor cafeïne waarboven een urinemonster als positief wordt aangemerkt. Deze grenswaarde was 12 µg/ml. Deze grenswaarde gaf bij sporters onduidelijkheid. Sporters konden door verschillende redenen boven deze grenswaarde uitkomen. Wanneer iemand van 80 kilo drie koppen koffie dronk, was de kans klein dat hij positief werd getest. Maar de kans dat iemand van 50 kilo drie koppen koffie dronk en positief testte was een stuk groter. Er is zelfs een atlete na één kop koffie positief bevonden. Niet alleen doordat ieders metabolisme anders is, maar ook door geslacht, rookgedrag, lichaamsgewicht kan de grenswaarde bereikt worden. En zelfs omdat ieder kopje koffie anders wordt gezet en daardoor het cafeïnegehalte varieert. Uit een urinetest kan daarnaast ook niet opgemaakt worden of iemand opzettelijk of onopzettelijk cafeïne heeft ingenomen. Mede om deze redenen is cafeïne van de dopinglijst afgehaald, maar de belangrijkste reden volgt hieronder.
Geen doping Cafeïne voldoet eigenlijk niet meer aan de criteria voor doping, zoals die staan in de Wereld Anti-Doping Code. Deze criteria zijn prestatiebevordering, schadelijkheid voor de gezondheid, en in strijd met de sportethiek. Wat blijkt nu? Bij kleine hoeveelheden is cafeïnegebruik onschadelijk voor de gezondheid, maar kan wel prestatiebevorderend zijn. Bij grotere hoeveelheden begint cafeïne wel de gezondheid negatief te beïnvloeden, maar bij die doseringen draait het effect op de sportprestatie juist om en werkt het negatief.
Nu blijkt dat sporters in Australië cafeïne gebruiken als middel om prestaties te verbeteren, blijken er toch weer vraagtekens te ontstaan. Maar zoals gezegd, cafeïne maakt deel uit van vele alledaagse producten en dat maakt ook de handhaving lastig. Het laatste woord over cafeïne en de dopinglijst is echter nog niet gerept. WADA is op dit moment cafeïne aan het monitoren en houdt zich het recht voor om cafeïne in de toekomst eventueel op de dopinglijst te zetten. BRON : www.nieuwsbank.nl
Lichaamsbeweging verkleint risico op eierstokkanker
Uit een recent Canadees onderzoek blijkt dat lichaamsbeweging de kans op eierstokkanker verkleint. De onderzoekers ondervroegen in totaal 442 vrouwen met deze aandoening en 2.135 gezonde vrouwen over het niveau van hun lichaamsbeweging. De resultaten werden recent gepubliceerd in het International Journal of Cancer en staan ook te lezen in het magazine Test-Gezondheid.
Uit de resultaten blijkt dat een regelmatige lichaamsbeweging gepaard gaat met een lager risico op eierstokkanker. Het gaat hier wel om "normale inspanningen" en niet om topsportactiviteiten. Ook vrouwen met een baan die fysieke inspanningen vergen, hadden een lager risico op eierstokkanker dan vrouwen met een zittend beroep.
Hevige sportinspanningen boden geen bescherming, wellicht omdat deze het immuunsysteem kunnen verzwakken en de aanmaak van de schadelijke 'vrije radicalen' bevorderen. (Belga)