Moeilijk plassen en erectiestoornissen kunnen bij mannen het gevolg zijn van problemen met hun bekkenbodem en niet met de prostaat. Dat betoogt uroloog Bert Messelink van het UMC Groningen. Zelfs de meeste urologen zijn nog niet alert genoeg op de mannelijke bekkenbodemspieren, vindt hij. Vooral mannen die lang hun plas ophouden, kunnen volgens hem klachten krijgen. Vaak komen ze uit de horeca.
Bekkenbodemklachten zijn niet uitsluitend voorbehouden aan vrouwen. Alleen onderkennen nog veel te weinig artsen, laat staan de mannen zelf, dat de oorzaak van allerlei mannelijke onderbuikklachten niet altijd de prostaat hoeft te zijn. "Mannen weten zelfs nauwelijks dat ze een bekkenbodem hébben," aldus uroloog Bert Messelink van het UMC Groningen.
Van vrouwen is bekend dat bevallingen de nodige schade aan de bekkenbodemspieren kunnen aanrichten. Bij mannen heeft de bekkenbodem vanzelfsprekend niet te lijden door geboortes.
Mannelijke bekkenbodemellende is meestal een gevolg van het te veel aanspannen van de grote spierplaat onderin de buik, die als een soort hangmatje de blaas en de endeldarm hoort te steunen. Dat overmatig aanspannen kan leiden tot moeilijk kunnen plassen, of juist vaak aandrang hebben maar slechts kleine hoeveelheden urine kunnen produceren. Ook pijn in en achter de balzak en erectiestoornissen kunnen te maken hebben met de bekkenbodemspieren.
"Bij mannen die met pijnklachten in de buik bij een arts terechtkomen, wordt vrijwel altijd aan de prostaat gedacht. Zelfs de meeste urologen zijn nog niet alert genoeg op de mannelijke bekkenbodemspieren," zegt Messelink. ,,Terwijl dertig tot veertig procent van de 1 miljoen bekkenbodempatiënten man is."
"Uiteindelijk wordt het plassen erg pijnlijk: de spieren weten niet meer hoe ze zich moeten ontspannen. Gelukkig zijn de meeste klachten goed te behandelen."
Urologen uit de hele wereld zijn deze week in De Doelen in Rotterdam op een congres over bekkenbodemspieren. Zaterdag is er in De Doelen in Rotterdam de eerste landelijke bekkenbodem informatiedag. Zie - link -
Fitkids is een fitness- en oefenprogramma dat speciaal voor kinderen met een chronische ziekte of beperking is ontwikkeld.
Inmiddels bieden een aantal voorkeurspraktijken van VGZ het Fitkids-programma aanhaar verzekerden aan. In de loop van 2007 wordt het aantal voorkeurspraktijken dat dit programma aanbiedt, uitgebreid. Fitkids wordt voor een groot gedeelte vergoed.
In de Fitkids-groep wordt, op verwijzing van een arts, getraind onder professionele begeleiding van een (kinder)fysiotherapeut in een gewone praktijk- of oefenruimte waar ook mensen zonder beperking of chronische ziekte trainen.
Fitkids bestaat sinds 2003 en wordt inmiddelsdoor 70locaties gegeven, waaronder enkele voorkeurspraktijken van VGZ.
Vrijdag 31 augustus 2007 kwam de examencommissie, die het selectie-examen 2007 zou moeten inrichten, bijeen op het RIZIV. Beide representatieve beroepsverenigingen hebben tijdens deze vergadering een gezamenlijke verklaring afgelegd, waarin uitdrukkelijk geprotesteerd wordt tegen de inrichting van het examen.
In het beroepsveld wordt dagelijks vastgesteld dat het steeds moeilijker wordt om vacante plaatsen in te vullen. Toch blijft men vasthouden aan een selectie, en dat na het behalen van het diploma nota bene. Deze situatie is onhoudbaar.
AKB en Kartel pleiten dan ook voor een realistische planning, gebaseerd op een kadaster van kinesitherapeuten.
De beroepsverenigingen blijven bereid om samen met de bevoegde overheden na te denken over een voor iedereen aanvaardbare oplossing voor deze problematiek. Zij zijn verheugd dat een werkgroep in de Planningscommissie Medisch Aanbod de huidige problematiek in de kinesitherapie mag onderzoeken en een advies kan voorbereiden. Spijtig dat de resultaten slechts in oktober kunnen voorgelegd worden. De volledige tekst van de gezamenlijke verklaring zal gepubliceerd worden in het oktobernummer van Kinevaria.
31 AUGUSTUS 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling voor het jaar 2007 van de datum en organisatiemodaliteiten van het vergelijkend examen voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, inzonderheid op artikel 35novies, § 1, 2° en 4°; Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 2005 tot vaststelling van de criteria en de regels voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikelen 2, § 1 en 5, § 1; Gelet op het advies van de Examencommissie voor kinesitherapie gegeven op 31 augustus 2007, Besluit : Artikel 1. De datum van het vergelijkend examen voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt vastgelegd op 27 oktober 2007. Art. 2. De organisatiemodaliteiten van het vergelijkend examen voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen zijn de volgende : § 1. De selectie bestaat uit één schriftelijke test. § 2. Overeenkomstig het artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juni 2005 tot vaststelling van de criteria en de regels voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen, kan elke kandidaat zich geldig inschrijven wanneer die : - ofwel houder is van een diploma kinesitherapie, behaald na 1 juni 2005, afgeleverd door een universiteit of instelling van hoger onderwijs; - ofwel het bewijs levert van de inschrijving voor het laatste studiejaar (academiejaar 2006-2007) voor het diploma van kinesitherapie, dat samenvalt met hat jaar van het vergelijkend examen (2007). In geval van slagen voor het vergelijkend examen,wordt de kandidaat ingeschreven onder voorbehoud van het bekomen van het diploma tijdens het kalenderjaar van de deelname aan het examen (2007); - ofwel een gelijkstelling van hun diploma van kinesitherapeut, behaald in het buitenland na 1 juni 2005, kunnen voorleggen; - ofwel het bewijs levert van inschrijving voor het laatste studiejaar (academiejaar 2006-2007) voor het diploma kinesitherapie, te behalen in het buitenland,dat samenvalt met het jaar van het vergelijkend examen (2007). In geval van slagen voor het vergelijkend examen, wordt de kandidaat ingeschreven onder voorbehoud van het bekomen van het diploma en een gelijkstelling van het diploma tijdens het kalenderjaar van de deelname aan het examen (2007); § 3. De kandidaten moeten bij ter post aangetekende brief, uiterlijk twintig dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, worden gestuurd aan SELOR (Bisschoffsheimlaan 15, 1000 Brussel) § 4. De kandidaturen moeten vergezeld zijn van een kopie van de gevraagde documenten zoals besproken onder § 2. Zo niet zal er met de kandidatuur geen rekening worden gehouden. § 5. De kandidaten zullen volgende elementen vermelden : naam, voornaam, volledig adres, nationaliteit, geboortedatum, rijksregisternummer en selectienummer. Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Brussel, 31 augustus 2007. De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, D. DONFUT
Inschrijving voor het selectie-examen
Wanneer wordt dit vergelijkend examen georganiseerd ? Het selectie-examen voor de kinesitherapeuten gaat door op 27 oktober 2007, zoals vastgesteld door het ministerieel besluit van 31/08/2007 (PDF - 256 KB) (BS van 03/09/07).
Inschrijving : De kandidaturen moeten bij ter post aangetekende brief uiterlijk op 23 september 2007 worden gestuurd aan SELOR (Bisschoffsheimlaan 15, 1000 Brussel). U vindt het selectiereglement van het examen (selectie reglement - 263 KB - BS van 03/09/2007) op de website van SELOR.
Examenstof : De examenstof verschijnt uiterlijk op 27 september 2007 in het Belgisch staatsblad alsook in een mededeling op de website van het RIZIV.
Handig meetinstrument voor kinesitherapeuten : Spinal Mouse
De Spinal Mouse is een valide en betrouwbaar meetinstrument (gelijkwaardig aan röntgenonderzoek) voor de weergave van de segmentale mobiliteit van de wervelkolom.
De Spinal Mouse geeft de curvatuur van de wervelkolom in het sagitale en frontale vlak weer. Het resultaat van de meting wordt gevisualiseerd op uw computerscherm.
Het computer programma berekend de segmentale, regionale thoracale en lumbale mobiliteit van de wervelkolom en het sacro-iliacale- en heupgewricht. De mechanische meting is niet belastend voor de patiënt/cliënt en kan dus meerdere malen achter elkaar uitgevoerd worden. Denk hierbij aan het ontbreken van röntgenstraling bij scoliose metingen bij kinderen of zwangeren vrouwen.
Met de Spinal Mouse kan tevens de Matthiastest uitgevoerd worden,waarbij de segmentale stabiliteit van de wervelkolom wordt gemeten en gevisualiseerd.
Kinesitherapeuten die interesse hebben in de Spinal Mouse kunnen steeds contact opnemen voor een demonstratie met Kinesitherapeut Van Imschoot Mick (0475/65.57.57).
Nieuwe kunstmeniscus voor patiënten met specifieke meniscusletsels
Prof. Verdonk (U.Z. Gent) brengt op uitnodiging van VKV op donderdag 6 september een uiteenzetting over deeerste chirurgische ingreep dat hij en zijn team uitgevoerd hebben met een nieuwe kunstmeniscus voor patiënten met specifieke meniscusletsels. De ingreep gebeurde in het kader van een klinisch onderzoek in Europa om de veiligheid en werking van het implantaat te beoordelen.
De nieuwe kunstmeniscus, Actifit, werd door een Britse farmaceutische firma (ORTEQ) ontwikkeld in nauwe samenwerking met prof. Rene Verdonk en dr. Peter Verdonk (vader en zoon) van de dienst Orthopedie van het UZ Gent, specifiek voor de behandeling van letsels aan de meniscus. De meniscus is een belangrijke schokdemper in de knie. Van deze nieuwe kunstmeniscus verwacht men grote voordelen voor de patiënt (minder pijn, minder slijtage, verhoogde stabiliteit van de knie). Hij kan ook makkelijk en nauwkeurig in de knie ingeplant worden tijdens een kijkoperatie. De nieuwe kunstmeniscus vervangt dan de gescheurde of versleten meniscus.
De Actifit kunstmeniscus bestaat uit een resorberend en uiterst poreus materiaal dat de ingroeivan bloedvaten stimuleert in slechtdoorbloede delen van het lichaam, zoals de meniscus. Het herstelt en bevordert de natuurlijke groei van meniscusweefsel. Het implantaat is sterk, duurzaam en biocompatibel (door het lichaam aanvaard) en blijft toch zacht genoeg, zodat het makkelijk in vorm kan worden gesneden en nauwkeurig gehecht via een kijkoperatie. Na een korte revalidatieperiode zou de patiënt in staat moeten zijn om terug een actief leven te leiden.
Ook u kan op deze bijeenkomst aanwezig zijn
Wanneer ?Donderdag 6 september 2007 om 20u30
Waar ?U.Z. Gent, Poly 5, 2e verdieping, De Pintelaan 185, 9000 Gent
Hoe inschrijven ?
Je kan bellen naar 02/725.27.77 of een mailtje sturen naar info@vkv.be
In het Chinese Shanghai hebben ze eergisteren een chirurgische ingreep uitgevoerd aan het abnormaal grote hand van de 24-jarige Chinees Liu Hua. Die lijdt aan de zeldzame ziekte macrodactylie: een niet erfelijk aangeboren vergroting van een vinger. De pezen en bloedvaten zijn van normaal kaliber, maar zenuwen, huid en bot zijn extreem vergroot. De linkerduim van Liu meet 26 centimeter, zijn wijsvinger net een halve meter en zijn middelvinger 15 centimeter. Z'n hand weegt ook maar liefst tien kilo.
De spieren van oudere mensen verjongen aanzienlijk als ze twee keer per week gaan fitnessen. Daarmee kan fitness een oplossing bieden voor de vele valpartijen van ouderen. Dat blijkt uit een recente studie, waarover Bodytalk morgen schrijft.
In Antwerpen zijn de handchirurgen begonnen met een eigen wachtdienst: SOS hand. Tijdens de zomer zijn er veel mensen die klussen in huis of in de tuin en dat zijn drukke tijden voor de handchirurgen want er zijn altijd wel mensen die dan bijvoorbeeld een paar vingers kwijtgeraken. Om die vinger succesvol weer aan te hechten, moet de patiënt zo snel mogelijk worden geholpen. Door het opzetten van een wachtdienst geraakt de patiënt sneller bij de juiste arts. Voor de artsen is het handig omdat ze anders altijd paraat moeten staan.
Zes beroepsverenigingen van osteopaten hebben enkele maanden geleden een verzoekschrift ingediend bij minister van Middenstand Sabine Laruelle (MR) voor de erkenning van de titel van osteopaten. Artsen en kinesisten zijn daar helemaal niet happig op. Dat schrijft Artsenkrant.
Diagnose & medicatie Alex Boon, de voorzitter van de koepelorganisatie van osteopaten, legt uit dat de osteopaten willen dat hun beroep erkend wordt als een onafhankelijk beroep. "Op dit moment is het voor veel patiënten niet duidelijk of ze een kinesitherapeutische behandeling of een osteopathische behandeling ondergaan", aldus Boon.
Daar willen ze via een beroepstitel klaarheid in scheppen. Ze willen ook zelf een diagnose kunnen stellen en medicatie kunnen voorschrijven. Daarom hebben ze een verzoekschrift ingediend op de federale overheidsdienst Middenstand, naar aanleiding van een kaderwet die op 24 september verscheen in het Staatsblad.
"Leep" en "sluw" Artsen en kinesisten zijn helemaal niet gediend van het "lepe manoeuvre" en de "sluipweg" die de osteopaten kiezen, omdat ze buiten het circuit van Volksgezondheid een beroepstitel willen creren. "Indien we deze erkenning niet tegenhouden, staan straks de chiropractors en alle andere alternatieve genezers aan de deur van de Hoge Raad voor zelfstandigen en kmo's", stelt Marc Moens, ondervoorzitter van de Belgische Vereniging van Artsensyndiaten BVAS.
Criteria Ook de kinesisten zien de erkenning helemaal niet zitten. "We hebben geen bezwaar tegen de erkenning van osteopaten, gesteld dat ze aan dezelfde criteria voldoen als de kinesisten", zegt Luc Lemense, voorzitter van de Unie van Zelfstandige Kinesitherapeuten. "Dat betekent dat ze een erkende opleiding moeten volgen. Nu is daar geen sprake van, je kunt osteopaat worden door enkele weekendcursussen te volgen."
De kinesisten vrezen ook voor oneerlijke concurrentie aangezien zij alleen op medisch voorschrift mogen werken, en de osteopaten, als ze hun slag thuishalen, dat ook zonder voorschrift zouden mogen doen.
Blauwdruk hervorming revalidatiesector in de steigers
Het terugbetalingssysteem voor locomotorische revalidatie is erg ingewikkeld. Tussen 2000 en 2004 is het budget verhoogd van 57 miljoen euro naar 87 miljoen euro, waarmee het naar verhouding sterker toenam dan het globale RIZIV-budget. Welke resultaten en kwaliteit daar tegenover staan is ongekend, want niet gemeten. Dat besluit het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in samenwerking met UZLeuven, VUB, UA en Deloitte Consulting op vraag van Minister Demotte. Het KCE doet concrete aanbevelingen om de organisatie van revalidatie in België te verbeteren.
Locomotorische revalidatie (ook wel musculoskeletale en neurologische revalidatie genoemd) neemt een belangrijke plaats in bij aandoeningen zoals beroerte, amputatie en ruggenmergletsel of bij een chronische ziekte als multiple sclerose (MS). In dit onderzoek werd de multidisciplinaire revalidatie bestudeerd, waarbij meerdere zorgverleners (kinesitherapeut, logopedist, ergotherapeut,..) samenwerken om een patiënt zoveel mogelijk zijn normaal functioneren te laten herwinnen.
Voor revalidatie bestaan er in België meerdere terugbetalingssystemen, die een verschillende financiële impact op de uitgaven van de ziekteverzekering én op de inkomsten van revalidatiecentra en revalidatieartsen hebben. Het is niet altijd duidelijk welk terugbetalingssysteem voor welke patiënt moet gebruikt worden: een revalidatie van een heupprothese gebeurt op de ene plaats meestal monodisciplinair door een kinesitherapeut, terwijl op een andere plaats systematisch multidisciplinaire revalidatie met bijhorend kostenplaatje wordt toegepast. Verschillende revalidatieartsen zullen voor hetzelfde type patiënt ook uiteenlopende soorten revalidatiebehandelingen met sterk uiteenlopende behandelingsduur toepassen. De bekomen resultaten op het vlak van herstel, dagelijks functioneren en socioprofessionele re-integratie zijn ongekend en kwaliteitscontrole ontbreekt in België.
De revalidatiecentra zijn ongelijk gespreid: in de provincie Luxemburg is er geen enkel revalidatiecentrum gevestigd dat langdurige revalidatie aanbiedt. In Brussel en West-Vlaanderen zijn er dan weer naar verhouding meer dergelijke centra.
Een reorganisatie is onafwendbaar. Tot die conclusie kwam voorheen ook al een ministeriële werkgroep. Eerst moet er een meer objectief classificatiesysteem ingevoerd worden. Dit laat toe de revalidatienoden van de patiënt te evalueren en hem te verwijzen naar het best passende niveau. Het door de WHO erkend classificatiesysteem ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health), waaraan momenteel internationaal intensief gewerkt wordt, zal daarbij in de toekomst wellicht als vertrekbasis kunnen dienen. In afwachting hiervan stelt het KCE voor om reeds te starten met één van de in andere landen bestaande classificatiesystemen.
Op basis van haar onderzoek en een internationale vergelijking, beveelt het KCE ook aan om locomotorische revalidatie op 3 niveaus te organiseren, elk met hun eigen financieringswijze. Het eerste niveau is het algemene niveau, dat breed toegankelijk moet zijn via elk ziekenhuis. In het tweede of specifieke niveau worden meer complexe en relatief frequente aandoeningen behandeld. Hiervoor volstaan 20 à 30 revalidatiecentra, terwijl er momenteel in België 46 zijn. Ten slotte is er het derde of hoogspecifieke niveau voor de ernstige en zeldzame aandoeningen waarvoor er niet meer dan 3 à 5 centra nodig zijn in België.
Er zijn dringend wetenschappelijk onderbouwde klinische praktijkrichtlijnen nodig over de aard van de behandeling en de behandelingsduur van revalidatiepatiënten.
Bron : Persbericht Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg
De aanpassing van de nomenclatuur om een 2de zitting mogelijk te maken verscheen vandaag (21/06/2007) in het Belgisch Staatsblad.
Patiënten die recht hadden op een tweede zitting, omwille van hun E-statuut, kunnen wanneer zij het palliatief statuut krijgen,blijven genieten van deze 2de zitting. Deze maatregel gaat in met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2006. Op deze datum werd immers de palliatieve kinesitherapie aan huis mogelijk gemaakt.
De uitbreiding naar andere patiënten wordt nog onderzocht. Moeilijkheid hierbij is de inschatting van de kostprijs voor de ziekteverzekering. Het aantal geattesteerde zittingen voor palliatieve kinesitherapie aan huis is momenteel nog te klein om een correcte inschatting te maken van de draagwijdte van een eventuele uitbreiding naar alle palliatieve patienten.
Mutualiteiten en RIZIV zijn zeer voorzichtig en willen eerst over meer cijfermateriaal beschikken.
Opname van het syndroom van Sjôgren op de lijst van E-pathologieën voor kinesitherapeutische zittingen. Het kinesitherapievoorschrift (met diagnose en beschrijving) moet door een reumatoloog worden afgeleverd.
Eerstelijns-kine voelt zich stiefmoederlijk behandeld
Het reageert daarmee op de opening van het revalidatiecentrum in ziekenhuis Maas en Kempen. ,,Kinesisten kunnen net zo goed een revaliderende patiënt behandelen. Alles is afhankelijk van de patiënt en de aard van de kwetsuur'', zegt voorzitter Luc Vermeeren.
,,We worden te vaak stiefmoederlijk behandeld. Revalidatieartsen laten vaak uitschijnen dat revalidatie beter in een revalidatiecentrum gebeurt dan bij kinesisten. Het komt over of we ons werk niet kunnen en dat stoot vele kinesitherapeuten tegen de borst'', zegt Vermeeren.
,,Een zelfstandig gevestigd kinesitherapeut is onderworpen aan de vestigingsnorm. Die houdt in dat een kinesist moet beschikken over apparatuur om aan het geneeskundig voorschrift te voldoen. We willen de noodzaak van een revalidatiecentrum niet betwisten, maar soms is behandeling door een kinesist efficiënter. Bij sommige patiënten is een individuele aanpak beter. Zwaar zieke patiënten zijn beter af bij een kinesist dat in een drukke revalidatiezaal.
Een arts zou een grotere rol kunnen spelen bij de juiste doorverwijzing van patiënten. Voor artsen verbonden aan een ziekenhuis met revalidatiecentrum is dit al moeilijker. Het centrum moet ook renderen natuurlijk'', beseft de voorzitter. Dokter Bobbaers, revalidatiearts van het ziekenhuis Maas en Kempen nuanceert zijn eerdere uitspraken. Volgens hem is de revalidatie bij een kinesitherapeut perfect mogelijk. ,,Maar voor onder andere de groep van patiënten met langdurige rugpijn die erg beperkt zijn in hun dagelijks en professioneel functioneren, is er een wetenschappelijk evidentie dat ze baat kunnen hebben bij een multidisciplinaire behandelingsstrategie'' (kvh) (Het Nieuwsblad - 19/04/2007)
De kinesitherapie websites van het Vlaams Kinesitherapeuten Verbond doen het uitstekend, zo blijkt uit de statistieken.
www. kinesitherapie.be de website voor patiënten en geïnteresseerden kreeg sinds 06-06-2004 reeds 64.439 unieke bezoekers. 83,4% hiervan waren inwoners uit België en 11,8% kwamen uit Nederland. Minder voor de hand liggende bezoekers werden geseind uit : Senegal, Egypte, Bahrein, Cambodja, Vietnam, Japan, China, Qatar, Rusland, Litouwen, India, Nieuw-Zeeland, ...
Het webblog van Kinesitherapie.be werd opgestart op 02-06-2005 en mocht op 691 dagen reeds 15.892 bezoekers ontvangen.
Tot slot vermelden we ook nog de website, bedoeld voor de VKV-leden en professionals, www.kinenet.be. Deze website werd onlangs ge-restyled en gemoderniseerd.
Kinderfysiotherapie bij babys vermindert de kans op scheefhoofdigheid. Dat blijkt uit het promotieonderzoek dat kinderfysiotherapeut Leo van Vlimmeren uitvoerde aan het UMC Utrecht. Hij volgde 400 babys vanaf de geboorte tot de leeftijd van een jaar. Op de leeftijd van zeven weken hadden 65 babys een voorkeurshouding, met daardoor een grotere kans op een scheef hoofd. De helft van deze babys kreeg kinderfysiotherapie en had op de leeftijd van zes en twaalf maanden een minder scheef hoofd dan de niet-behandelde babys.
Stoppen met werken is ook vaak stoppen met bewegen, voor de Nederlander
Leiden, 17 april. Wie met pensioen gaat, mist voortaan de lichaamsbeweging tijdens het dagelijkse woon-werkverkeer. En bij sommige mensen vervalt ook de lichaamsbeweging tijdens het werk. Dat verlies aan activiteit weten de gepensioneerden bij lange na niet te compenseren door meer te wandelen, fietsen, tuinieren en op de kleinkinderen te passen. De lichaamsbeweging bij het woon-werkverkeer nam gemiddeld met 70 procent af, terwijl de sportactiviteiten maar 10 procent stegen.
Mensen met een hoge opleiding hebben meer kans op een goed herstel na een beroerte dan lager opgeleiden. Dat blijkt uit een onderzoek van een team gezondheidswetenschappers van de vakgroep Medische Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel (VUB).
Twee Vlaamse proffen hebben een revolutionaire kunstknie ontwikkeld. De Journey, zoals hij heet, is de eerste prothese die de normale bewegingen van een gezonde knie imiteert. Hij zal door chirurgen in de hele wereld gebruikt worden om mensen met kapotte knieën weer een normaal leven te geven. De Britse multinational Smith & Nephew is zozeer onder de indruk van de Vlaamse knowhow dat ze in Haasrode haar Europese researchcentrum heeft ondergebracht.
Onderzoekers hebben voor het eerst bij mensen met RSI-klachten ontstekingsmediatoren in het bloed aangetoond. Daarmee is er uitzicht op een vroegere opsporing van de klachten en preventie. De studie is gepubliceerd in het maartnummer van Clinical Science.
Typisch voor RSI is dat mensen geen pijn voelen voor de schade aangericht is. Artsen hebben tot nu toe daarom ook alleen fysiek onderzoek als diagnostisch instrument voor RSI. Het doel van de de studie verricht door onderzoekers van Temple University was om al voor de daadwerkelijke schade optreedt, de problemen te kunnen signaleren.
Daarvoor hebben ze bij 22 patiënten met verschillende vormen van RSI zoals het carpaletunnelsyndroom, tendinitis en pols- en schouderaandoeningen, en van negen gezonde personen bloed afgenomen voor onderzoek op ontstekingsmediatoren. De bloedwaarden voor de ontstekingsfactoren zijn gekoppeld aan de mate van fysieke gezondheid.
Bij de RSI-patiënten waren verschillende typen ontstekingsmediatoren significant verhoogd. En hoe ernstiger de RSI-klachten waren, des te meer biomarkers er aantoonbaar waren. Kennelijk maakt het immuunsysteem de ontstekingsmediatoren actief aan wanneer het lichaam aangetast wordt door repetieve bewegingen. De onderzoekers noemen de biomarkers een waarschuwende rode vlag voor een onderliggende probleem.
Dit onderzoek bevestigde de resultaten van eerder onderzoek dat is verricht bij ratten.Een diagnostische test is er daarmee nog niet, want de biomarkers kunnen ook te maken hebben met andere weefselschade.
De universitaire kine-opleiding mag vijf jaar duren. Dat vindt de Vlaamse minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke (SP.A). Hij vindt dit, het is nog niet zo; de Vlaamse regering moet nog instemmen met zijn voorstel. De Vlaamse studenten kine protesteren omdat ,,de derdejaars nog altijd niet weten of ze nu nog één of nog twee jaar moeten studeren''.
Het was een ,,nog hangende kwestie'' in de omschakeling van het hoger onderwijs naar de Europese Bachelor-Master-structuur. Een normale academische opleiding duurt 4 jaar (3 bachelor-jaren en 1 master-jaar). De minister wees veel vragen voor verlenging naar 5 jaar af. Uitzonderingen (vijf jaar) stond hij wel toe aan de opleidingen ,,wetenschappen'' zoals biologie en chemie.
De academische kine-opleiding (Leuven, Gent en Brussel) duurde vroeger feitelijk al vijf jaar. Voor de minister blijft dat best zo, zo niet zouden de meeste studenten toch een vijfde jaar toevoegen; de meeste specialisaties moeten dan wel in die vijf jaar begrepen zijn.
Die beslissing wordt binnenkort voorgelegd aan de Vlaamse regering. Maar er zijn ook nog hogeschoolopleidingen; die leiden naar een ander diploma maar naar eenzelfde erkenning in de ziekteverzekering. Die duren vier jaar en dat blijft voorlopig zo, althans voor Antwerpen en Hasselt.
De Brugse en Oostendse hogescholen leveren na het tweede jaar rechtstreeks toe aan de universitaire opleiding in Leuven; die duurt dus ook vijf jaar.
In Gent werken universitaire en hogeschoolopleiding (UGent en Arteveldehogeschool) intens samen en duren alle opleidingen vijf jaar. De Antwerpse en Hasseltse hogescholen moeten ook gaan samenwerken met een universiteit zodat vijf jaar algemeen geldt.