De speldenknop
Wereldschokkend nieuws in de wetenschappelijke wereld: Amerikaanse onderzoekers hebben naar eigen zeggen overtuigend bewijs gevonden voor de oerknal. Met een krachtige telescoop op de Zuidpool hebben ze de door Einstein bijna honderd jaar geleden voorspelde zwaartekrachtgolven kunnen waarnemen. Voor deze ontdekking worden superlatieven bovengehaald als ‘Nobelprijswaardig’ ‘baanbrekend’ en ‘één van de grootste wetenschappelijke ontdekkingen uit de geschiedenis.’
De geleerden beweren dat het heelal voor de big bang, of de oerknal, het volume had van een speldenknop. In een fractie van een seconde na de ontploffing breidde de speldenknop zich miljarden keren uit, het ontstaan van het heelal. Deze uitdijing veroorzaakte de nu waargenomen enorme zwaartekrachtgolven, en worden aanzien als de nagloed van de oerknal.
Wie zijn wij om supergeleerden tegen te spreken, of hun stellingen nog maar in twijfel te trekken? Voor een tegenbewijs is wetenschappelijke argumentatie nodig, en die kan momenteel niemand leveren. Ook u en ik zouden indertijd, zo’n 13,8 miljard jaar geleden, in een of andere vorm in die speldenknop hebben gezeten, want in die knop zaten alle latere grondstoffen, wordt beweerd. Niets is er nadien nog bijgekomen.
Ik heb voor de toekomstige Amerikaanse Nobelprijswinnaars, want zoveel is bijna zeker, enkele vragen.
Mijn eerste is: hoe weten zij met stellige zekerheid dat het heelal voor de oerknal samengebald zat in een kluitje, ter grootte van een speldenknop. Zou het niet kunnen dat het de grootte had van een erwt, een appel, een pompelmoes, een pompoen, een grote strandbal, of zelfs de grootte van de maan? Waarom altijd maar spreken van die speldenknop? Trouwens: was het een grote of een kleine speldenknop? In de naaikoffer van mijn vrouw zitten allerlei exemplaren. Het moet juist zijn als je zo iets belangrijks beweert, niet zo maar met je klak er naar gooien, vind ik. Maar dit terzijde gelaten, dit is niet mijn grootste vraag.
Dé vraag waar ik al mee zit opgescheept vanaf het moment dat ik redelijk kon denken, is de volgende: waar kwam de materie vandaan die zat opgesloten in de fractie, ter grootte van die speldenknop? Iedereen weet, en geleerden zullen het niet tegenspreken, dat men niets kan maken uit het niets. Probeer het maar eens. In die oerspeldenknop zat al de materie van het bestaande heelal samengeperst: de aarde, de maan, de planeten, ons melkwegstelsel, miljarden andere sterrenstelsels, met elk miljarden zonnen en planeten. Toch moet er voor die speldenknop een tijd geweest zijn dat er niets was, helemaal niets. Zelfs de grootste tovenaars die een konijn of een duif uit hun hoge hoed toveren, leggen ons in de luren door de beestjes ergens ongezien weg te steken en dan zogezegd uit het niets te laten verschijnen. De diertjes waren er evenwel, ben ik zeker van. Ze kwamen niet uit het niets uit die hoed te voorschijn. Hoe heeft de Schepper het dan klaargespeeld om alles wat bestaat uit het niets te maken?
Tot nog toe heeft geen enkele wetenschapper dat kunnen verklaren. Ze blijven vastzitten bij die speldenknop. Verder kunnen ze niet teruggaan. En zolang ze dat niet kunnen, blijf ik een sceptische volger van de theorieën over het ontstaan van het heelal, en blijft mijn stelling overeind dat je uit het niets niets kunt maken. Een stelling die tot nader order standhoudt, en niet kan worden weerlegd, maar evenmin Nobelprijsgevoelig is.
|