Achteruitkijkspiegels (1) zijn de ogen rond je auto
1.Algemeenheden
- Goed ingestelde spiegels bieden een ruim zicht op het verkeer achter en langs de flanken van de auto - In elke buitenspiegel zit er nochtans een grote dode hoek. Dode hoeken (blinde hoeken) zijn de ruimtes rond een voertuig die de chauffeur vanuit de bestuurdersplaats niet kan waarnemen. Ongelukken vermijden is een kwestie van uitkijken
2.Hoe moet men de spiegels afstellen? - a. Beginnen: met een goede zit- en stuurhouding te nemen - .- hoofd en romp recht: dit laat toe een beter gezichtveld links en rechts (ruimere hoofdbeweging naar links en rechts). Gebogen lichaam = smaller gezichtveld
-stuur: handen 10u10 of 9u15 stand : zonder dat de rug loskomt van de rugleuning -de pedalen: helemaal kunnen induwen , benen licht gebogen -de rugleuning: recht en schouders blijven in contact met de stoel - b. Afstellen: (1) - Linkerbuitenspiegel: -foto
-de spiegel naar buiten draaien tot men : -de zijkant van de wagen langs de binnenkant van de spiegel ziet (evenwijdig) -de achterdeurklink zit in het midden van de binnenkant van de spiegel -de spiegel zit dan in de rechte stand -Opm:men heeft dan een maximaal zicht linksachter de auto (2)-Rechterbuitenspiegel: -foto
-de spiegel naar buiten draaien tot men: -de rand van de wagen langs de binnenkant van de spiegel (evenwijdig) ziet -de linkse achterdeurklink in het midden van de binnenkant van de spiegel zien -de spiegel zit dan in de rechte stand
(3)-Binnenspiegel: -foto
-de linkerkant van de achterruit komt gelijk met de linkerkant van van de binnenspiegel -de onderkant van de achterruit valt met de onderkant van de spiegel samen - de binnenspiegel zit in de horizontale stand
(4)-Een klein bollend spiegeltje: kan op de spiegels worden aangebracht dat een deel van de dode hoek opvangt ( later in artikel 3 :dode hoek)
1.Definitie: -kijken zover mogelijk vooruit (de heersende verkeerssituaties) om a. zoveel mogelijk van je snelheid te behouden, wat zuiniger dan acceleren is b. tijdig op fouten van andere weggebruikers te reageren -Vele automobilisten gedragen zich als voetgangers en kijken maar een paar meter vooruit ( op de neus van de wagen )
2.Hoe kan men zover mogelijk kijken?Door: a. een goede zithouding in de wagen aan te nemen -zo heeft men een goed zicht op de weg -niet:aan het stuur hangen tegen het portier leunen doorgezakt of voorover gebogen maar: - de rug moet over heel de lengte tegen de bijna verticaal geplaatste rugleuning steunen ( ± 7cm afstand houden tussen hoofd en hoofdsteun)
b. het hoofd- recht te houden - gericht naar de horizon hou je blik op de weg
c. de voorruit van de wagen , de buiten en de binnenkant, moet proper zijn, vooral in de winter ( vrij van ijs ) d. niet te bellen tijdens het rijden ( GSM ), want dit vermindert de aandacht op het verkeer en leidt je afen je fixeert je blik op één punt
e. geen alcohol, drugs, sommige geneesmiddelen gebruiken want
ze tasten het zicht aan :
- verandering in visuele waarnemingen - het gezichtsveld vernauwt - aanpassingsproblemen bij duisternis f.slaperigheid (vermoeidheid) achter het stuur - oozaken: -te lang achtereen doorrijden -slecht of te kort slapen, stress, .. - gevolgen: leidt tot - afname in alertheid - minder efficiёnte informatieverwerking - te verwachten:verslechtering in de uitvoering van de rijtaak dus ook in de kijktechniek en anticipatie g.. altijd voldoende afstand tot je voorligger te houden ( = goed gezichtsveld ) de Tweesecondenregel toepassen
h. de verlichting van de wagen : de koplampen moeten in goede staat zijn zodanig de verschillende gezichtsvelden,van dichtbij tot veraf, duidelijk en helder verlicht zijn i. Goed zien: men moet beschikken over een goed zicht ( regelmatig door een oogarts gecontroleerd en eventueel een bril dragen ) j. zorgen dat je niet verblind wordt door de laagstaande zon of door de lichten van een tegenligger
3.Kijk ver vooruit. Je ziet wat er kan gebeuren. Kijk waar je rijden wilt en niet alleen naar je voorligger. Beweeg je ogen en je hoofd. Kijk voortdurend naar een ander punt,links,rechts, ver vooruit en dichterbij. Niet staren Rijstijl aan de omstandigheden aanpassen Denk altijd over wat zou kunnen gebeuren en mogelijke oplossingen zoeken
1.Gevolgen Wie vermoeid is, neemt minder goed waar doordat zijn concentratie daalt. Hij zal dan ook later en soms te laat reageren (reactietijd verdubbeld) Afstanden en de snelheid van de anderen schatten wordt moeilijker. Wie vermoeid is, heeft de neiging sneller te gaan rijden.
3.Oorzaken -langdurige lichamelijke of geestelijke inspanning -lange werkdag -lange tijd in dezelfde houding aan t stuur blijven zitten -motor-en rijlawaai -de trillingen en de schokken -hitte, onvoldoende verluchting, verontreinigde lucht -geneesmiddelen tegen verkoudheid, hoest,,,,,,,,, -drugs, alkohol
Oplossingen
- aan een lange tocht uitgerust beginnen - om de 2 uur stoppen (een pauze nemen) - veel water drinken, iets licht eten - tussen 13 en 15 uur en tussen 2 en 5 uur : is men minder alert en minder waakzaam (gevaar voor slaperigheid)
Opgelet Bij tekenen van verminderde waakzaamheid en slaperigheid moet men zo snel mogelijk stoppen.
De bestuurder die een kruispunt oprijdt moet dubbel voorzichtig zijn ten einde alle ongevallen te voorkomen. Betekenis: - vertragen :geleidelijk (snelheid aanpassen) desnoods stoppen - anticiperen: -ver vooruit kijken ten einde de risicosituaties te ontdekken en ingrijpen in geval van
1.Het kruispunt naderen ( met beperkt zicht) - de voet gereed boven het rempedaal houden - dit laat toe sneller te reageren voor een plotse hindernis : - als u iemand die voorrang heeft te laat opmerkt of - als een van links komende bestuurder u niet opmerkt heeft - kijktechniek: eerst naar achteren, dan naar links, dan naar rechts
-eerst naar achteren: ( als je nog ver van het kruispunt bent) om te zien waar de achterliggers zich bevinden en hoe snel ze rijden
-dan naar links : omdat vandaar het verkeer komt waarmee u het eerst in botsing kunt komen
-dan vooruit : kan je veilig oversteken ?
-dan naar rechts van waar het verkeer komt dat van u voorrang moet krijgen
3 Kruispunt vrij: dan alleen : aarzel niet - versnellen en - het kruispunt oversteken en ontruimen
4 Past hetzelfde rijgedrag toe op een kruispunt met verkeerslichten ( in geval een bestuurder door rood zou rijden)
-voorzichtig: (anticiperen) rekening houdend met wat kan gebeuren; behoedzaam - dubbel: (extra,uiterst) boven het gewone
De bestuurders moeten dubbel voorzichtig zijn teneinde elk ongeval te voorkomen:
1.bij het naderen van: -voetgangers(kinderen,ouderen,personen met een handicap - fietsers en bromfietsers (kinderen,bejaarden) - een voertuig voor schoolvervoer
- een oversteekplaats voor voetgangers en fietsers
- een spoorwegovergang
- een verhoogde inrichting
2.ten aanzien van: - kinderen binnen de erven en woonerven
- kinderen in speelstraten
- kinderen op wegen voorbehouden voor voetgangers, fietsers en ruiters
3.bij het voorbijrijden van een oranjegeel knipperlicht(het wijzigt de voorrangsrege- ling niet)
4.bij het oprijden van een kruispunt (ook voor de bestuurders die voorrang hebben)
5.bij het inrijden van een wegversmalling
6.op bruggen, op-en afritten (autosnelwegen)
7.op autowegen ( kruispunten en verkeerslichten)
8.op plaatsen met veel wind , schaduw(ingang tunnel) bij mistig weer
9.op het ogenblik dat men ingehaald gaat worden indien men voor een hindernis moet uitwijken
10.als een tegenligger halsstarrig weigert het grootlicht uit de schakelen
Om defensief(preventief) te rijden, wat moet men zeker doen ? (4)
1. Betekenis : een offensief tegen ongevallen 2. Waarom ?: om ,op een openbare weg, ongevallen te voorkomen 3. Wanneer ?: zodra men een voertuig in beweging brengt en dit voortdurend 4. Hoe ?: a. door voldoende afstand te houden tot de voorligger, ook bij het voorbijrijden
en inhalen. b. door de snelheid aan de omstandigheden , waarin men zich bevindt , aan te passen. c. door de foutieve gedragingen van de andere weggebruikers te zien en voorzien om tijdig te kunnen reageren. d. door te denken over wat zou kunnen gebeuren en mogelijke oplossingen te zoeken. e. door zover mogelijk vooruit te kijken , kan men vaak voorspellen wat men verderop in het verkeer kan verwachten. Zo kan men dan veelal rustig en veilig reageren zonder bruusk te moeten remmen.
5. Een voertuig besturen is een full-time bezigheid die andere handelingen uitsluit zoals: GSM gebruiken, GPS regelen, documenten lezen, maaltijd gebruiken .. Die neven en bijkomende activiteiten zullen uw verkeerinzichtelijk handelen versnipperen.
6. Deverkeersregelsrespecteren zal de bestuurders voor ongevallen behoeden.
7. Anticiperen en hoffelijk en verdraagzaam rijden.
Verkeersveiligheid = veilig verkeer = de anderen niet in gevaarbrengen
Uitleg: bevordering van veiligheid van weggebruikers door een veilige omgeving, regelgeving gericht op veilig- heid en gedragregels in het verkeer.
2.Veiligheidsafstand - afhankelijk van de snelheid moeten de bestuurders tussen hun voertuig en de voorligger een voldoende veilige afstandhouden zodat ze tijdig kunnen stoppen bij een bruuske vertraging - aanbevolen vuistregel: de minimumafstand zou moeten gelijk zijn aan de helft van de snelheid Vb: snelheid 50km/u : afstand : 25m 90km/u :: 45m Opm: 45m = afstand tussen 2 verlichtingspalen op de autosnelweg
3. Veiligheidsgordel
- de veiligheidsgordel en de bevestigingssystemen moeten op correcte wijze gedragen en gebruikt worden - kinderen kleiner dan 1,35m moeten vervoerd worden in een aangepast kinderbeveiligingssysteem - vanaf 1,35m : moeten ze meereizen in een kinderbeveiligings- systeem of de gordel dragen
- aangepast systeem : - een babyzitje achterin ( tegen de rijrichting in) , een kinder- zitje of een verhogingskussen.
4. Veiligheidsvest
op autosnelwegen en autowegenmoet de bestuurder van een pechvoertuig een retro-reflecterende veiligheidsvest dragen zodra hij zijn voertuig verlaat.
1. Wie?: De bestuurders van auto(ook vrachtwagen, autobus)
2. Waar?: - In een zone met beperkte parkeertijd( blauwe zone)
- Op plaatsen met borden E5,E7 ofE9a tot g aangevuld met een onderbord met een afgebeeld parkeerschijf
3. Reglement: - Op een werkdag (zaterdag inbegrepen)
- Van 0900 tot 1800 uur - Maximum parkeerduur: twee uur (tenzij anders aangegeven)
4. Hoe?: - Op de binnenzijde van de vooruit plaatsen - De aanduiding van het uur of van het halfuur volgend op de aankomst doen verschijnen Opmerking: de bewonerskaart en de speciale kaart voor gehandicapten mogen de parkeerschijf vervangen.
5. Opmerkingen/ - Bij het verstrijken van de parkeerduur: parkeerplaats verlaten - Verboden onjuiste gegevens op de schijfaan te brengen - Gegevens op de schijf: niet wijzigen voordat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten
6. Niet verplicht: - Voertuig geparkeerd voor de inrij van een eigendom - Aanhangwagen, oplegger, caravan.
1. buiten de bebouwde kom een vrachtwagen van meer dan 3,5T op een openbare weg waarvan de rijbaan twee rijstroken in de gevolgde rijrichting omvat: een brommer, een bromfiets, een voertuig met meer dan 2 wielen of een gespan niet mag inhalenbehalve tussen de borden F107 en 109.
2. niettegenstaande alle spiegels die een vrachtwagen gebruikt: de blinde hoek aan de rechterzijde niet helemaal uitgeschakeld is. Zorg altijd dat u de vrachtwagen- bestuurder in zijn spiegel ziet. Dan kan de bestuurder U ook zien.
3. bij een richtingverandering de achterzijde van een vrachtwagen of een aanhang- wagenuitzwenkt. Ze kan een zijdelingse beweging van tenminste 1m maken. Wees dan aandachtig, houd de achterzijde van het voertuig in her oog en blijf op afstand.
4. buiten de bebouwde kom de voertuigen met meer dan 7,5T of langer dan 7m onderling een afstand van ten minste 50m moeten houden.
5. een bestuurder van 18 jaar, met een getuigschrift van vakbekwaamheid een vrachtwagen met meer dan 7,5T mag rijden.
6. de vrachtwagen met heringesneden of heropgegoten banden mag rijden. Dit is verboden voor personenwagens.
7.het blustoestel mag niet ouder zijn dan 6jaar .Het moet op een opvallende en gemakkelijk te bereiken plaats.
8. een snelheidsbegrenzer verplicht is op de vrachtwagens met meer dan 3,5T. Ze beperkthun snelheid tot 90km/u.
9. een vrachtwagen 3 à 4 remsystemen heeft: - bedrijfrem: luchtdruk - retarder: hydraulisch of electrisch - lastafhankelijke remkrachtverdeler - ABS: antiblokkeringssysteem: verhindert de neiging tot blokkering van de wielen zodat het voertuig zijn stabiliteitbehoudt en controleerbaar.blijft. - antislipregeling: verhindert het doorslippen van de aangedreven wielen bij het optrekken en bij het rijden op een glad wegdek = betere stabiliteit
De bestuurder van een pechvoertuig (na een ongeval of bij defect) die stopt op een autoweg :
moet een retro-reflecterende veiligheidsvest dragen,
zodra hij zijn voertuig verlaat
teneinde de nodige maatregelen te treffen om de veiligheidvan het wegverkeer te waarborgen (vier pinkerslichten en gevaar- driehoek) Deze verplichting geldt alleen voor de bestuurder , zowel overdag als s nachts.
De passagiers nemen bij voorkeur plaats achter de vangrail en dragen zo mogelijk eveneenseen retro-reflecterende veiligheidsvest.
a. de (+) pool van de slechte accu met de (+) pool van de hulpaccu b. de (-) pool van de hulpaccu aan het koetswerk van het voertuig met slechte accu c. start de motor van het voertuig met hulpaccu d. start vervolgens de motor van het voertuig met
de lege accu
4. Opmerking: de pluspool (+) is dikker dan de minpool
Het naderen van een oversteekplaats voor voetgangers
-zebrapad-
1. Aankondiging a. Borden - A21: -gevaarsbord: staat rechts van de baan - op ongeveer 150m voor de gevaarlijke plaats
- F49: -duidt de plaats van het zebrapad aan
b.Wegmarkering:
-wordt afgebakend door evenwijdig met de as van de rijbaan getrokken witte banden. 2.Onze houding. a. de bestuurder(fietser,bromfietser,motorrijder,auto, vrachtwagen,bus) mag een oversteekplaats voor voetgangers slechts met matige snelheid naderen. b. de bestuurder moet voorrang verlenen aan voet- gangers (ook personen met een handicap) die zich erop bevinden of op het punt staan (aan linker- of rechterkant van de weg) zich erop te begeven. (ook bij links of rechtsafslaan) c. het is verboden een bestuurder (brommer,motorrijder of een voertuig met meer dan 2 wielen) in te halen die een zebrapad nadert of ervoor stopt(plaats waar het verkeer niet wordt geregeld door een politieagent of door verkeerslichten) Het zicht naar voor is belemmerd. 3.Opmerkingen a. Voetgangers zijn in t donker en bij regenweer niet altijdgoed zichtbaar al denken zij van wel (zij zien jou wel) Bij duisternis extra aandachtig zijn want de voet- gangers dragen zelden opvallend kledij. b.Wij moeten de voetgangers respecteren. Wij zijn ook regelmatig voetgangers.