Dit gedicht is
Remco Campert
Voor jou , denk ik
Niet te lang
Net te doen
Weet je nog hoe we toen
En wat hebben we niet gelachen
In de bioscoop
En ook wel in het theater
Iets blijft altijd hangen
Een raar detail , vreemd is dat
Er was iets met je schoen
Het bandje slipte alsmaar naar beneden
Je bakte eieren met tomaat
De godganse zomer
Ik reed op je fiets , een raleigh , groen
Terug uit Rotterdam , half 11 , Cubatijd
Nu wordt het toch nog oorlog
Maar : zeur niet , zei jij
(moeilijk te verwerken , je gelijk)
Je smeet mijn boeken van de trap
Huilend van woede
En benzedrine , niemand had poen
Wat waren we niet mooi in onze wanhoop
Roze in de badkamer
Katten overal
Ze scheten in de jas van jan peeters
Boyd haalde brood
Wel gelachen , hoor , toen
Je droeg een witte trui
Dat was mode en nu weer
We kwamen een actrice tegen
We keken zwijgend naar een etalage
Vol opgezette apen , een eekhoorn en een waterhoen
Je stond blootsvoets in de haagse tram
Dronken in een ochtend café
Bedorven fruit zij de bazin
Tegen de bleke jongens van de nacht
Zo gaat het niet verder
Jullie lopen allemaal
Door elkaar
Liefjes , niet te doen
Ik bedoel het goed en slecht , zoals ik ben denk te zijn
Zou willen dat ik was , zoals ik ben
Maar hierover een volgende keer Mondeling meer .
07-06-2006 om 19:34
geschreven door Joanna
|