De laatste jaren valt het me op hoe vaak hij terugdenkt aan vroeger, maar dan heel in het bijzonder aan zijn jeugdjaren en vooral aan de zovele gemiste kansen die hij niet gekregen heeft verder te studeren, wellicht zelf ingenieur te worden; want daar had hij de gaven voor, het praktische inzicht om te scheppen en te herscheppen. Raar hoe hij, nu oud geworden (in jaren althans), maar nog altijd met evenveel interesse in nieuwe technieken, het zijnen ouden verwijt dat hij niet al die tijd in die boeken moest zitten dromen, zoals zijn vader het altijd noemde wanneer hij een boek las. Hij is dan ook fier dat een kleinzoon het nu wél kan waarmaken als ingenieur en ergens zijn eigen droom ziet tot leven komen, de creativiteit achterna! xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ja, hij was altijd de eerste van de klas. In die tijd was er zelfs nog een zevende en een achtste leerjaar in het lager onderwijs. Voor de meeste jongens was dat ook het einde van de schooltijd (14jaar jong!) en kon men naar de fabriek of bij de boer van ter plaatse gaan werken. Gelukkig had de hoofdonderwijzer al lang gemerkt dat die jongen uitblonk, zowel in getallenkennis als in taal en manuele vaardigheden. Hij was zelfs zo goed dat op een gegeven moment hij gewoon een schooljaar mocht overslaan en zo van het zesde in het achtste leerjaar belandde; dan nog eindigde hij als eerste van de klas!
Voor de hoofdonderwijzer een reden om de jongen thuis op te zoeken met de vraag aan de ouders of zo een intelligent iemand niet beter een richting zou volgen zoals onder meer onderwijzer, ingenieur
maar toen zijn vader dit hoorde stelde deze meteen zijn veto, en wel tegen elke mogelijkheid. Met enige overredingskracht lukte het de hoofdonderwijzer toch de vader zover te krijgen zijn zoon het technisch onderwijs te laten volgen en zo mocht hij studeren tot aan zijn zestiende, wat aan niet zo velen gegeven was, maar aan de andere kant zat er voor hem heel wat meer in.
Of was er toch misschien die andere reden? De hoofdonderwijzer wilde wel, maar het gezin was (toch)maar een doodgewone familie armoezaaiers, en behoorde jammer genoeg niet tot de betere klasse, want een schoolvriend mocht wél het normaalonderwijs aanvatten!
wordt vervolgd.
|