"Je bent een engel' ... Dat ken je wel. Op een gegeven ogenbik vraagt de ene collega aan de andere hoe het komt dat "'de engel van den bureau'' al langer afwezig is. Zo collegiaal dus blijkbaar ook niet wanneer dat 'al langer' in de mond wordt genomen. Er waren slechts enkelen die op de hoogte waren van de reden van de afwezigheid en deze zouden er het zwijgen toe doen. Hij zou dus ziek zijn zeker, of misschien met verlof in deze periode van het jaar. Geen aanknopingspunten meer, geen tips, geen telefoons; en toen gebeurde iets wat ik niet had kunnen voorzien: we raakten er aan gewend! We hielden op er over te praten. Erover na te denken. We wenden op kantoor aan een ander persoon, ook al was hij van bij de eerste werkdag niet de engel die we al die jaren hadden gekend. De collega was weg en dat was dat. Zoals dat gaat met een goede nietmachine die jarenlang elke ochtend op je bureau stond (is het niet, Annie?), de beste, die nooit haperde, en die dan op een dag was verdwenen. Je zocht er een paar dagen naar, dan haalde je een nieuwe, weliswaar van veel mindere kwaliteit, ging over tot de orde van de dag en accepteerde 'de afwezigheid' als een van de mysteries die nooit worden opgelost. Dat doen we nog elke dag met betrekking tot collegae!
|