Boos
We hoopten
samen oud te worden.
Dat was onze afspraak.
Het voelt alsof jij die
afspraak hebt verbroken.
We hoopten
samen oud te worden.
Nu al moet ik verder zonder
jou.
Nu al kan jij geen moeder
voor onze gedroomde kinderen
zijn.
Steeds vaker is er een moment
waarop ik denk.
Waar blijf je toch?
We hoopten
samen oud te worden.
Bijna niemand kan ik zeggen
dat ik ook boos ben op jou.
Boos dat je maar zo kort
in mijn leven bleef.
Zoals wij ruzieden en liefden
voor deze dood
zo ruzie ik nog met je,
om dicht bij je te zijn.
|